Steekproefverdeling = verdeling van antwoorden uit je steekproef
Steekproevenverdeling = verdeling van gemiddelden van alle steekproeven. Hoe meer steekproeven,
hoe betrouwbaarder.
Populatieverdeling = verdeling van antwoorden van de hele populatie.
Nulhypothese (H0) = stelt dat er geen effect of verschil is.
Alternatieve hypothese = (Ha) = stelt dat er wel een effect is.
Eenzijdig – alternatieve hypothese stelt ook naar welke kant dat effect is (< of >).
Tweezijdig – alternatieve hypothese stelt dat er een effect is, maar niet naar welke kant (≠).
P-waarde = waarschijnlijkheid om een resultaat als X te vinden. Hoe kleiner, hoe minder
waarschijnlijk.
Fisher – P-waarde laat de sterkte van het bewijs tegen de nulhypothese zien.
Neyman-Pearson- P-waarde bepaald of nulhypothese of alternatieve hypothese wordt
aangenomen.
Criterium α = kritieke waarde vanaf waar de nulhypothese wordt verworpen.
Conclusie = het is statistisch significant, maar is het ook praktisch significant of relevant?
Om te weten of je effect niet aan je steekproef ligt, heb je een grotere steekproef nodig of een
steekproevenverdeling.
Stappen in hypothese toetsing
1. Hypothesis. → bedenken van H0 en Ha
2. Steekproevenverdeling → Verdeling van de test statistiek onder H0
3. Test statistiek → steekproef statistiek → test statistiek
4. Verwerping → gebruik een lijn of regio
5. Statistische conclusie → H0 aannemen of verwerpen
6. Substantieve conclusie → beantwoord de onderzoeksvraag.
1
, Week 2: Basisprincipes van waarschijnlijkheid
Random variabele = variabele met (numerieke) waarden verkregen door trekken van een steekproef
door een ander willekeurig proces.
Wet van grote getallen = hoe groter een steekproef, hoe dichter het steekproefgemiddelde bij het
populatie gemiddelde.
Disjuncte gebeurtenissen = gebeurtenissen die nooit tegelijkertijd kunnen gebeuren. Kans op A of B.
Marginale kans = kans bij beschouwen van één enkele variabele (los van andere variabelen)
Gezamenlijke kans = kans op combinatie van gebeurtenissen. Kans op A en B.
Conditionele kans = kans op een gebeurtenis gegeven een andere gebeurtenis heeft plaatsgevonden.
Complementregel = P(x) = 1 – P(x̅)
Algemene somregel = P(A|B) = P(A) + P(B) – P(A en B)
Somregel voor disjuncte gebeurtenissen = P(A of B) = P(A) + P(B)
Algemene productregel = P(A en B) = P(A) x P(B|A)
Productregel voor afhankelijke gebeurtenissen – P(A en B) = P(A) x P(B)
Week 3: Categorisch onderzoek en chi-kwadraat
Onafhankelijke variabelen = wanneer conditionele kans gelijk zijn voor alle condities of de
conditionele kans gelijk is aan de marginale kans.
Verwachte waarde = de waarde die verwacht kan worden aan de hand van de totale frequenties.
𝑓(𝐴)×𝑓(𝐵)
𝑓𝑒 (𝐴𝑒𝑛 𝐵) = 𝑁
(𝑓𝑜 −𝑓𝑒 )2
Chi-kwadraat voor onafhankelijkheid = 𝜒 2 = ∑ Non-directional/tweezijdig. Maar ook
𝑓𝑒
éénzijdig. Een onafhankelijke toets voor de relatie tussen variabelen, wanneer aangenomen dat zij
onafhankelijk van elkaar zijn. Vrijheidsgraden → ⅆ𝑓 = (𝑟 − 1) × (𝐶 − 1). 1 populatie, 2 variabelen.
(𝑓𝑜 −𝑓𝑒 )2
Chi-kwadraat voor homogeniteit = 𝜒 2 = ∑ 𝑓𝑒
voor onderzoeken of twee of meer populaties
gelijk verdeeld zijn op één variabele. Meerdere populaties, 1 variabele. ⅆ𝑓 = (𝑟 − 1) × (𝐶 − 1).
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Nononoootje. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.