100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Toetsende Statistiek (10003) $3.75   Add to cart

Summary

Samenvatting Toetsende Statistiek (10003)

 40 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Een compacte samenvatting voor het vak Toetsende Statistiek inclusief het laatste lecture, gemaakt aan de hand van de sheets.

Preview 2 out of 6  pages

  • January 8, 2022
  • 6
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller

Available practice questions

Flashcards 27 Flashcards
$5.89 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Wat is het verschil tussen een steekproefverdeling en een steekproevenverdeling?

Answer: De steekproefverdeling is een verdeling van alle antwoorden uit je steekproef. De steekproevenverdeling is de verdeling van de gemiddelden van alle steekproeven. Hoe meer steekproeven, hoe betrouwbaarder de steekproevenverdeling.

2.

Wat is de P-waarde?

Answer: De p-waarde is de waarsschijnlijkheid om een resultaat als X te vinden. Hoe kleiner, hoe minder waarschijnlijk het is om dat antwoord te vinden.

3.

Welke twee fouten in het nemen van een conclusie worden onderscheiden?

Answer: De type1-fout (α = onterecht nulhypothese verwerpen) en de type2-fout (β, onterecht nulhypothese aannemen).

4.

Wat houdt de wet van grote getallen in?

Answer: Hoe groter een steekproef, hoe dichter het steekproefgemiddelde bij het populatiegemiddelde ligt.

5.

Wat wordt bedoelt met disjuncte gebeurtenissen?

Answer: Disjuncte gebeurtenissen zijn gebeurtenissen die nooit tegelijkertijd kunnen gebeuren.

6.

Wat wordt bedoeld met een marginale kans?

Answer: De marginale kans is de kans op één gebeurtenis, los van andere gebeurtenissen.

7.

Voor welke regel is dit de formule? P(A of B) = P(A) + P(B)

Answer: De somregel voor disjuncte gebeurtenissen.

8.

Wat berekenen we met deze formule? fe (Aen B)=(f(A)×f(B))/N

Answer: De verwachte waarde. Hiermee wordt bedoelt welke waarde verwacht kan worden aan de hand van de totale frequenties.

9.

Welke drie chi-kwadraattoetsen onderscheiden we?

Answer: Het chi-kwadraat voor onafhankelijkheid (=een onafhankelijke toets voor de relatie tussen variabelen, 1 populatie en 2 variabelen), het chi-kwadraat voor homogeniteit (=voor onderzoeken of twee of meer poopulaties gelijk verdeeld zijn op één variabele, meerdere populaties en 1 variabele), het chi-kwadraat voor goodness-of-fit (=bij experimentele condities, 1 populatie en 1 variabele)

10.

Wat wordt bedoeld met de centrale limietstelling?

Answer: Wanneer je alle mogelijke steekproeven uit een populatie trekt, dan benader je weer de vorm van de populatie.

Samenvatting Toetsende Statistiek
Week 1: Steekproevenverdeling en hypothese toetsen
Populatiegemiddelde = μ
Steekproefgemiddelde = x̅

Steekproefverdeling = verdeling van antwoorden uit je steekproef
Steekproevenverdeling = verdeling van gemiddelden van alle steekproeven. Hoe meer steekproeven,
hoe betrouwbaarder.
Populatieverdeling = verdeling van antwoorden van de hele populatie.
Nulhypothese (H0) = stelt dat er geen effect of verschil is.
Alternatieve hypothese = (Ha) = stelt dat er wel een effect is.
Eenzijdig – alternatieve hypothese stelt ook naar welke kant dat effect is (< of >).
Tweezijdig – alternatieve hypothese stelt dat er een effect is, maar niet naar welke kant (≠).
P-waarde = waarschijnlijkheid om een resultaat als X te vinden. Hoe kleiner, hoe minder
waarschijnlijk.
Fisher – P-waarde laat de sterkte van het bewijs tegen de nulhypothese zien.
Neyman-Pearson- P-waarde bepaald of nulhypothese of alternatieve hypothese wordt
aangenomen.
Criterium α = kritieke waarde vanaf waar de nulhypothese wordt verworpen.
Conclusie = het is statistisch significant, maar is het ook praktisch significant of relevant?

Om te weten of je effect niet aan je steekproef ligt, heb je een grotere steekproef nodig of een
steekproevenverdeling.

Fouten = Type1-fout (α onterecht nulhypothese verwerpen) Type2-fout (β, onterecht nulhypothese
aannemen)

Stappen in hypothese toetsing
1. Hypothesis. → bedenken van H0 en Ha
2. Steekproevenverdeling → Verdeling van de test statistiek onder H0
3. Test statistiek → steekproef statistiek → test statistiek
4. Verwerping → gebruik een lijn of regio
5. Statistische conclusie → H0 aannemen of verwerpen
6. Substantieve conclusie → beantwoord de onderzoeksvraag.




1

, Week 2: Basisprincipes van waarschijnlijkheid
Random variabele = variabele met (numerieke) waarden verkregen door trekken van een steekproef
door een ander willekeurig proces.
Wet van grote getallen = hoe groter een steekproef, hoe dichter het steekproefgemiddelde bij het
populatie gemiddelde.
Disjuncte gebeurtenissen = gebeurtenissen die nooit tegelijkertijd kunnen gebeuren. Kans op A of B.
Marginale kans = kans bij beschouwen van één enkele variabele (los van andere variabelen)
Gezamenlijke kans = kans op combinatie van gebeurtenissen. Kans op A en B.
Conditionele kans = kans op een gebeurtenis gegeven een andere gebeurtenis heeft plaatsgevonden.




Complementregel = P(x) = 1 – P(x̅)
Algemene somregel = P(A|B) = P(A) + P(B) – P(A en B)
Somregel voor disjuncte gebeurtenissen = P(A of B) = P(A) + P(B)
Algemene productregel = P(A en B) = P(A) x P(B|A)
Productregel voor afhankelijke gebeurtenissen – P(A en B) = P(A) x P(B)




Week 3: Categorisch onderzoek en chi-kwadraat
Onafhankelijke variabelen = wanneer conditionele kans gelijk zijn voor alle condities of de
conditionele kans gelijk is aan de marginale kans.
Verwachte waarde = de waarde die verwacht kan worden aan de hand van de totale frequenties.
𝑓(𝐴)×𝑓(𝐵)
𝑓𝑒 (𝐴𝑒𝑛 𝐵) = 𝑁


(𝑓𝑜 −𝑓𝑒 )2
Chi-kwadraat voor onafhankelijkheid = 𝜒 2 = ∑ Non-directional/tweezijdig. Maar ook
𝑓𝑒
éénzijdig. Een onafhankelijke toets voor de relatie tussen variabelen, wanneer aangenomen dat zij
onafhankelijk van elkaar zijn. Vrijheidsgraden → ⅆ𝑓 = (𝑟 − 1) × (𝐶 − 1). 1 populatie, 2 variabelen.

(𝑓𝑜 −𝑓𝑒 )2
Chi-kwadraat voor homogeniteit = 𝜒 2 = ∑ 𝑓𝑒
voor onderzoeken of twee of meer populaties
gelijk verdeeld zijn op één variabele. Meerdere populaties, 1 variabele. ⅆ𝑓 = (𝑟 − 1) × (𝐶 − 1).

(𝑓𝑜 −𝑓𝑒 )2
Chi-kwadraat voor goodness-of-fit = 𝜒 2 = ∑ 𝑓𝑒
1 populatie, 1 variabele, meerdere categorieën.
df = #categorieën – 1.

2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Nononoootje. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.75  3x  sold
  • (0)
  Add to cart