25.1 – Plaats
De P van plaats gaat over de vestigingsplaats van een onderneming. De plaats moet
passen bij de soort onderneming.
Voor dienstverlenende bedrijven is de vestigingsplaats sterk afhankelijk van de aard
van het bedrijf:
Transportonderneming op bedrijventerrein.
Huisarts in een wijk waar patiënten wonen.
Notarissen in de binnenstad.
Ambachtelijke bedrijven kiezen een winkellocatie.
Plaats gaat ook over de plaats van de producten, niet alleen het uiteindelijke product,
maar ook de grondstoffen of materialen nodig om het product te maken.
25.2 – Logistiek en distributie
Logistiek: de gehele route van een oerproducent naar consument of het proces dat
begint bij de inkoop binnen een onderneming en eindigt bij het afleveren van de
goederen bij de afnemer.
⤷ logistiek: de hele weg die een product aflegt van oerproducent naar consument.
Bedrijfskolom: de keten van ondernemingen die de oerproducent verbindt met de
consument → consument maakt hier geen deel van uit (geen toegevoegde waarde aan
het product). Transport zit er niet in, want is geen eigenaar van product.
A. Oerproducent: brengt grondstoffen voort met behulp waarvan de fabrikant het
eindproduct of het halffabricaat vervaardigt.
B. Fabrikant: verkoopt het aan de groothandel.
C. Groothandel: verkoopt aan de detaillist.
D. Detaillist: levert eindproduct aan de consument.
Groothandel: levert aan andere groothandels en detaillisten, maar nooit de consument.
⤷ detaillist levert aan de consument.
De groothandel:
Zorgt altijd voor voldoende voorraad en levert snel → detaillist geen grote voorraad.
Koopt grote hoeveelheden in en kan grote kortingen bij fabrikanten bedingen en een
deel van de korting krijgt de detaillist → goedkoper voor de detaillist dan bij de
fabrikant zelf.
Brengt de detaillist op de hoogte van nieuwe producten.
Levert in het algemeen op rekening en financiert zo een groot deel van de voorraad
van de kleinhandel.
Distributiekanaal: de weg die het product aflegt van de producent naar consument.
⤷ niet met welke transportmiddelen, maar tussenschakels in de bedrijfskolom.
Directe distributie
Directe distributie: de goederen gaan rechtstreeks van de producent naar de
consument. Er zijn dus geen tussenschakels.
1
, Webshop/postorderbedrijf → directe distributie.
⤷ adverteren via internet/landelijk en je bestelt via internet en de producten krijg je
thuisbezorgd. Soms zijn er ook eigen showrooms of winkels, of een fabriekswinkel in
een outletcenter. Het voordeel is dat de producent niet afhankelijk is van anderen bij de
promotie van producten.
Indirecte distributie
Indirecte distributie: er zitten 1 of meer tussenschakels tussen de producent en
afnemer.
⤷ Korte indirecte kanaal:
A. Producent.
B. Detaillist.
C. Consument.
Lange indirecte kanaal:
A. Producent.
B. Groothandel.
C. Detaillist.
D. Consument.
Het aantal tussenschakels ligt aan de omzet die de producent via een bepaald
distributiekanaal kan halen en de kosten ervan.
Lage omzet van de producent → de kosten van een eigen distributieapparaat zijn veel
hoger dan bij gebruik van tussenschakels. Deze kunnen goedkoper zijn omdat zij ook
producent van andere producenten verkopen, waardoor de totale kosten over veel
producent worden verdeeld.
⤷ nadeel tussenschakels: afwachten hoe ze het product gaan promoten.
Bij grote ondernemingen zijn de kosten van een eigen verkooporganisatie naar
verhouding lager, en de onderneming heeft zelf in de hand hoe hij de detaillist benadert
en de afspraken daarmee. Ook kunnen grotere ondernemingen kunnen gebieden
hebben waar de afzet laag is, daar kunnen ze de distributies aan tussenschakels
overdragen.
Goede tussenschakels hebben meestal al de nodige relaties, wat het moeilijk maakt voor
de nieuwe producent om een goede tussenschakel te vinden.
⤷ komt ook voor bij grote ondernemingen als ze het aantal verkooppunten willen
uitbreiden, want dan moeten ze concurreren met andere producenten. Dan:
kredietlevering, bijzondere aanbiedingen, geven van cadeaus, hoge kortingen
(rabatten), snelle levering en reclame maken.
Pushdistributie
Pushdistributie: de producent doet er alles aan om zijn producten door de detaillist (en
andere tussenschakels) in zijn assortiment te laten opnemen. Ook probeert de
producent de detaillist zijn producten zo goed mogelijk te laten promoten.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukthomevdt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.