Nyenrode Business Universiteit (Nyenrode)
Premaster Accountancy
Financial Accounting (FAT)
All documents for this subject (10)
1
review
By: anujanarumugam1 • 1 year ago
Seller
Follow
Sannee1990
Reviews received
Content preview
Collins, D. W., Maydew, E. L., & Weiss, I. S. (1997). Changes in the value-
relevance of earnings and book values over the past forty years.
Wat is de probleemstelling van het artikel?
Het artikel onderzoekt systematische veranderingen in de waarde relevantie van resultaten en
boekwaarden in de tijd.
Wat is waarderelevantie?
Aandelenprijzen reageren op verslaggevingsinformatie.
Wat zijn boekwaarden?
De waarde van het eigen vermogen zoals het uit de jaarrekening blijkt.
Welke vier factoren dragen waarschijnlijk bij aan veranderingen in waarde relevantie van
resultaten en boekwaarden in de tijd volgens eerder onderzoek?
- Toegenomen belang van service en op technologie gebaseerde bedrijven die investeren in
immateriële vaste activa
- Frequentie en omvang van niet-weerkerende items
- Het voorkomen van negatieve resultaten
- Toenemend aantal kleine bedrijven in Compustat
Beschrijf de resultaten uit onderstaande correlatietabel
P prijs van een aandeel van onderneming i drie maanden na jaareinde t.
E resultaat per aandeel van onderneming i voor jaar t.
CORE resultaat per aandeel, minus eenmalige items per aandeel van onderneming i voor jaar t.
BV boekwaarde per aandeel van onderneming i ultimo t.
ONE 'eenmalige' items per aandeel van onderneming i voor het jaar t
Zoals verwacht is er een positieve correlatie tussen earnings en boekwaarde. Core en éénmalige
items hebben een positieve correlatie met earnings, omdat ze onderdeel van earnings zijn.
Éénmalige items zijn negatief gecorreleerd met core earnings. De schrijvers geven hiervoor als
verklaring dat éénmalige items gebruikt worden als afvlakkingsmechanisme.
Wat zijn de 3 conclusies van het artikel?
- Gecombineerde waarderelevantie is niet afgenomen in de laatste 40 jaar, maar lijkt juist iets
te zijn toegenomen
- Incrementele waarderelevantie van ‘bottom line’ resultaten is afgenomen, en vervangen
door toenemende waarderelevantie van boekwaarden
- Veel van de verschuiving in de waarderelevantie van resultaten naar boekwaarden kan
worden verklaard door toename in belang van:
o Eenmalige items
o Toegenomen frequentie negatieve resultaten
o Veranderingen in gemiddelde bedrijfsgrootte en immateriële intensiteit
,Beschrijf de resultaten uit onderstaande regressietabel
A. Totaal
B. Alleen afhankelijk van de prijs
C. Alleen afhankelijk van de boekwaarde
Dit is per 10 jaar bekeken. De verklarende kracht van zowel B als C neemt toe in de loop der jaren. De
incrementele kracht van Earnings lijkt te dalen (A-C), terwijl de die van boekwaarden juist iets
toeneemt (A-B). Gecombineerd neemt iets toe.
Tussen haakjes is de T-waarde. In principe is een waarde boven de 2 significant bij de T-test.
Licht de resultaten uit regressietabel 4 toe
, Panel A: Onderzocht is of het uitmaakt of een bedrijf wel of geen IVA heeft. De verklarende kracht bij
bedrijven zonder IVA, is groter dan bedrijven met IVA (0.567 vs 0.540). Het betreft een Amerikaans
bedrijf, waar conform US GAAP onderzoekskosten niet geactiveerd mogen worden en dus in de w&v
zitten. Incrementele R2 van Earnings is bij niet-intensieve IVA bedrijven (0.072) ook iets hoger dan bij
wel IVA-intensief (0.057) en voor de boekwaarde juist andersom.
Panel B: Hetzelfde geldt voor one-time items: de verklarende kracht is groter als die er niet zijn.
Investeerders kijken namelijk meer naar balanswaarde en filteren de eenmalige items (die verstoren
het eindresultaat). Investeerders hechten dus meer waarde aan de boekwaarde.
Panel C: kijkt naar winstgevendheid (winst of verlies).
Panel D: Combineert winstgevendheid met one-time items.
Wat weergeven onderstaande grafieken?
IVA als percentage door verloop van tijd sterk toegenomen (links boven), one-time items ook (rechts
boven). Marktwaarde van beursgenoteerde ondernemingen neemt af (rechts onder), doordat er
steeds meer bedrijven zijn bijgekomen. Bij start-ups kijkt men namelijk niet zo zeer naar de P&L,
maar juist naar de boekwaarden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sannee1990. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.14. You're not tied to anything after your purchase.