Week 1a – Verhaal en voorrang algemeen...................................................................................3
1. Insolventie hoofdstuk 1............................................................................................................. 3
1.1 Verwijtbaarheid schuldenaar...........................................................................................3
1.2 Rechtskarakter................................................................................................................ 3
3.1 Faillissement, conservatoire en executoriale fase............................................................3
4.1 Surseance van betaling...................................................................................................3
Week 2b – Pandrechten op vorderingen ll....................................................................................4
2. Insolventie hoofdstuk 5.4 Verrekening......................................................................................4
5.4.1 Verrekening buiten faillissement...................................................................................4
5.4.2 Verruiming verrekening in faillissement........................................................................4
5.4.2.2 Vorderingen en schulden ontstaan voor de faillietverklaring......................................5
5.4.2.3 Vorderingen en schulden uit handelingen voor de faillietverklaring met de
gefailleerde verricht............................................................................................................... 5
5.4.2.4 Andere verrekeningskwesties....................................................................................5
5.4.2.5 Verrekening door de curator; boedelschulden...........................................................5
5.4.4 Begrenzing verrekeningsmogelijkheden in faillissement...............................................6
5.4.5 Verrekening vorderingen aan order of aan toonder......................................................6
5.4.6 Verrekening bij verdeling van gemeenschap................................................................6
Week 4a – Vormerkung, beslag en faillissement..........................................................................7
3. Vastgoedtransacties (overdracht) hoofdstuk 9..........................................................................7
9.1 Inschrijving van de koop met beschermend effect...........................................................7
9.2 De Vormerkung van art. 7:3 BW......................................................................................7
9.2.1 Hoofdlijnen van de regeling.......................................................................................7
9.2.2 Achtergrond en rechtvaardiging van de Vormerkung................................................7
9.2.3 Op grond van art. 7:3 BW inschrijfbare overeenkomsten..........................................7
9.2.5 Waartegen wordt de koper beschermd?...................................................................8
9.2.5.1 Inleiding.............................................................................................................. 8
9.2.5.2 Latere vervreemding en bezwaring door de verkoper.........................................8
9.2.5.3 Beslag................................................................................................................ 8
9.2.5.4 Faillissement, surseance van betaling en schuldsanering..................................9
9.2.6 Beperkte tijdsduur tot zes maanden, daarna time-out van zes maanden..................9
4. De Vormerkung en de gelijke behandeling van schuldeisers....................................................9
Week 5a – Eigendomsvoorbehoud.............................................................................................10
5. De plaats van het eigendomsvoorbehoud in het Burgerlijk Wetboek......................................10
Het eigendomsvoorbehoud en het fiduciaverbod.................................................................10
1
, De noodzaak van een afzonderlijke leveringsbepaling........................................................11
Week 5b – De bijzondere verhaalspositie van de fiscus.............................................................12
6. Hoofdstuk 9 Het fiscale voorrecht...........................................................................................12
901. Inleiding....................................................................................................................... 12
902. Het fiscale voorrecht....................................................................................................12
903. Het fiscale voorrecht ten opzichte van bezitloos pandrecht en fiduciaire eigendom.....13
7. Hoofdstuk 14 Fiscaal bodemrecht..........................................................................................14
1403. Vorm en inhoud van het bodemrecht.........................................................................14
1404. Reikwijdte – niet voor persoonlijke belastingen..........................................................14
1406. Bodemzaken/roerende bedrijfsmiddelen....................................................................14
1408. Tijdstip bodembeslag.................................................................................................14
1413. De meldingsregeling van art. 22bis Inv......................................................................15
1414. Rechtsmiddelen van de derde; art. 6 EVRM..............................................................15
1415. a. Verzet.................................................................................................................... 15
Week 6a – Fiduciaverbod en kwaliteitsrekening.........................................................................16
8. De kwaliteitsrekening nader beschouwd.................................................................................16
Analyse van Coöperatie/Procall in hoofdlijnen.....................................................................16
Begripsomschrijving van kwaliteitsrekening.........................................................................16
Kwaliteitsrekening uitzondering op verhaalsbeginsel en paritasbeginsel.............................16
Week 6b – Erfpacht en opstal.....................................................................................................17
9. Partijautonomie bij beperkte rechten.......................................................................................17
1. Inleiding........................................................................................................................... 17
2. Definitie als ondergrens en bovengrens van de partijautonomie......................................17
3. Dwingend recht, tenzij regelend recht tegenover regelend recht, tenzij dwingend recht. .18
10. Is het mogelijk art. 3:4 BW bestanddelen te verzelfstandigen door middel van het vestigen
van een recht op opstal?............................................................................................................19
1. Het opstalrecht................................................................................................................19
4. Art. 5:3 BW...................................................................................................................... 19
5. Vereiste van invidualiseerbaarheid..................................................................................19
6. Verdiepingseigendom......................................................................................................19
Conclusie............................................................................................................................. 19
Week 7a – Erfdienstbaarheid......................................................................................................20
Inleiding........................................................................................................................... 20
De goederenrechtelijke imprévisionregeling.....................................................................20
Enkele gevalstypen......................................................................................................21
2
, Week 1a – Verhaal en voorrang algemeen
Artikel
1. J.B. Huizink Insolventie hoofdstuk 1
1. Insolventie hoofdstuk 1
1.1 Verwijtbaarheid schuldenaar
De Faillissementswet spreekt voor het faillissement neutraal van de schuldenaar die in een
toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, art. 1 Fw. En in de titel over surseance
van betaling gaat het over de schuldenaar die voorziet dat hij met het betalen van zijn opeisbare
schulden niet zal kunnen voortgaan, art. 214 lid 1 Fw. Ook daar stelt de Faillissementswet de eis
dat van betrokkene redelijkerwijs is te voorzien dat hij niet zal kunnen voortgaan met het betalen
van zijn schulden of in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, art. 284 Fw.
Maar voor toepassing van de regeling was nodig dat de schuldenaar ten aanzien van het
ontstaan of onbetaald laten van zijn schulden te goeder trouw is geweest.
1.2 Rechtskarakter
Iedere schuldeiser kan voor zijn vordering verhaal proberen te zoeken op de goederen van de
schuldenaar: executie, art. 3:276 BW. Het faillissement is een algemeen beslag op de goederen
van een schuldenaar ten behoeve van zijn gezamenlijke schuldeisers. Alle goederen worden
geëxecuteerd en de opbrengst wordt onder aftrek van de faillissementskosten uitgekeerd. Zulks
met inachtneming van de hoofdregel van art. 3:277 BW dat de opbrengst gelijkelijk onder de
schuldeisers wordt verdeeld, behoudens door de wet erkende redenen van voorrang. Surseance
van betaling heeft een ander karakter. De surseance is juist niet gericht op executie van de
goederen van de schuldenaar en verdeling van de opbrengst onder de schuldeisers. Surseance
van betaling heeft tot gevolg dat een schuldenaar gedurende enige tijd niet tot betaling van zijn
schulden kan worden gedwongen. De schuldsaneringsregeling ten slotte heeft weer een ander
doel. Ingevolge art. 2:19 lid 1 sub c BW wordt zo’n rechtspersoon na faillietverklaring ontbonden.
Natuurlijke personen blijven gelukkig bestaan. De schuldsaneringsregeling biedt die
schuldenaren de kans om na verloop van zekere tijd met een schone lei te beginnen: de
vorderingen van de schuldeisers worden omgezet in natuurlijke verbintenissen. Zij zijn dan niet
langer afdwingbaar, art. 358 Fw.
3.1 Faillissement, conservatoire en executoriale fase
Een faillissement wordt ingeluid door het vonnis van faillietverklaring, art. 1 Fw.
4.1 Surseance van betaling
Faillissement en surseance van betaling sluiten elkaar uit. Art. 218 lid 6 Fw bepaalt daarom dat
indien een faillissementsaanvraag en een verzoek tot surseance gelijktijdig aanhangig zijn, eerst
het surseanceverzoek in behandeling moet worden genomen. Weliswaar hebben schuldeisers
ingevolge art. 3:277 BW in beginsel gelijke rechten op de opbrengst van de tot verhaal
strekkende goederen van de schuldenaar (de zogenaamde paritas creditorum), maar in
diezelfde bepaling wordt daarop een belangrijke uitzondering gemaakt voor door de wet erkende
redenen van voorrang. Voorrang, zo bepaalt art. 3:278 BW vloeit voort uit pand, hypotheek en
voorrecht en uit de andere in de wet aangegeven gronden. Surseance van betaling werkt
ingevolge art. 232 Fw niet ten aanzien van vorderingen waaraan voorrang is verbonden.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RamonavW. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.73. You're not tied to anything after your purchase.