Deze samenvatting omvat alle stof uit de hoorcolleges en nog een aantal belangrijke leerstukken; de belangrijkste tentamenstof dus. Inclusief alle voorgeschreven jurisprudentie!
Procesrecht in beweging:
- Pilots → bij diverse gerechten:
Wat betreft digitalisering, toegankelijkere manieren van geschilbeslechting, etc.
Op vrijwillige basis; iedereen heeft immers recht op een behandeling in de zin van Rv.
Alleen bij de kantonrechter (96 Rv).
- Experimentenwet:
Biedt de mogelijkheid om voor bepaalde procedures en bij bepaalde gerechten te
experimenteren met een andere procedurele inrichting.
Wat betreft geschillen die hieronder vallen kunnen partijen wel verplicht worden om mee te
werken.
- Internationale ontwikkelingen:
In het bijzonder vanuit Brussel (EU).
- ‘Anders dan rechtspraak’ (ADR):
Alleen op vrijwillige basis → er moet worden overeengekomen:
Toegang tot de overheidsrechter is een grondrecht. Dit is verdragsrechtelijk en in
nationale wetten verankerd (met name 6 EVRM, 17 GW, 13 AB en 26 Rv).
Nadelen van overheidsrechtspraak:
Rechter beslist/hakt knopen door.
Op grond van het recht, niet per se redelijkheid.
Rechter kijkt naar het verleden, niet naar de toekomst.
Partijen hebben geen invloed op de persoon van de rechter, dat bepaalt het gerecht.
Procedure is in beginsel openbaar.
Procedure is kostbaar, duurt vaak lang en kan escalerend werken.
Arbitrage (1020 e.v. Rv):
Invloed op keuze van arbiter; vaak o.g.v. deskundigheid (bv. bouw).
Vaak snellere rechtsgang.
Geen verplichte procesvertegenwoordiging.
Geen openbaarheid.
Bindend advies:
Géén wettelijke regeling.
Eindigt in een vaststellingsovereenkomst (7:900 BW).
Laagdrempelige, relatief goedkope manier die vaak voor consumentenzaken wordt
gebruikt.
Mediation:
Onafhankelijke, onpartijdige derde begeleidt de communicatie tussen partijen.
Partijen komen zelf tot een oplossing.
Geheimhouding is belangrijk.
Uitkomst is vaak een compromis dat wordt vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst
(7:900 BW).
Wordt vaak gebruikt bij echtscheidingszaken.
- Maatschappelijk effectieve rechtspraak:
Project waarbij naar mogelijkheden wordt gezocht om niet steeds een (rechterlijke)
beslissing te nemen, maar ook te zoeken naar een daadwerkelijke oplossing tussen partijen.
Voor uiteenlopende problemen zoals schulden, burenruzies en scheidingen.
Snel, eenvoudig, goedkoop en voor iedereen.
Vormen van civiele (vorderings)procedures:
- Grondvorm → driehoeksverhouding:
Eiser en gedaagde waar een rechter boven staat.
1
, Burgerlijk procesrecht
Kunnen natuurlijke personen, rechtspersonen of samenwerkingsverbanden zijn.
- Subjectieve cumulatie:
Er kunnen ook meerdere eisers tezamen een procedure starten.
Je kunt ook meerdere personen dagvaarden in één procedure, zie bv. 6:170 BW.
Vereiste: moet de doelmatigheid dienen!
Gedaagde partijen kunnen hier commentaar op leveren en rechter kan dit ook
ambtshalve doen.
- Objectieve cumulatie:
Er worden meerdere vorderingen ingesteld in één procedure.
- Vrijwaring (210 e.v. Rv):
Als een derde in vrijwaring wordt geroepen (door eiser of gedaagde) gaan twee procedures
lopen die organisatorisch parallel lopen, waarbij partijen contact kunnen houden en de
derde meteen commentaar kan geven.
Als eiser kan je de schade ook makkelijker doorschuiven naar de derde.
- Voegen en tussenkomen (217-219a Rv):
Voegen doe je als je een partij in een procedure wil steunen.
Tussenkomen doe je als je van mening bent dat jij eigenlijk de gerechtigde bent van het
recht waar de twee partijen over procederen.
- Claimorganisatie (3:305a BW):
Als er bv. honderden gedupeerden zijn kunnen zij ook gezamenlijk optreden als
claimorganisatie.
Er is één eiser – de claimorganisatie – die opkomt voor de belangen van de volledige
achterban.
WAMCA-procedure (1018b e.v. Rv) zorgt ervoor dat je ook schadevergoeding kan vorderen,
en niet meer alleen een verbod o.i.d.
Procesvertegenwoordiging:
- In beginsel verplichte procesvertegenwoordiging door een advocaat (79 Rv).
- Uitzondering I → kantonprocedure (93 Rv).
- Uitzondering II → eerste aanleg in kortgeding (255 lid 1 Rv).
Rol van het burgerlijk procesrecht:
- Biedt middelen om bevoegdheden op grond van het materiële recht te verwezenlijken:
Biedt de burger de mogelijkheid om zijn rechten af te dwingen.
- Beoogt daarbij een evenwicht te vinden tussen (processuele) belangen van eiser en
verweerder:
Dit leidt bv. tot hoor en wederhoor, evenwicht in de schriftelijke stukken, evenwicht in het
horen van getuigen, etc.
Nog een voorbeeld → als gedaagde bij verstek veroordeeld zal worden gaat de rechter de
betekening etc. checken, pas als dit goed zit prevaleert het recht van de eisende partij.
Gedaagde kan ook nog in verzet komen.
Competentie:
- Internationale competentie:
Nederlandse rechter is bevoegd als de verweerder in Nederland zijn woonplaats of gewone
verblijfplaats heeft.
Als de Nederlandse rechter bevoegd is past hij het Nederlandse procesrecht toe → lex forti
(10:3 BW).
- Sectorcompetentie:
Burgerlijke rechter is bevoegd als op grondslag van een burgerlijk recht wordt geprocedeerd
(112/113 GW).
2
, Burgerlijk procesrecht
Je hoeft enkel te stellen geschonden te zijn in een burgerlijk recht
(Guldemond/Noordwijkerhout).
Als de bestuurs- of strafrechter ook bevoegd is volgt niet-ontvankelijkheid voor de
burgerlijke rechter.
- Absoluut → welke soort rechter?
In eerste aanleg:
Rechtbank (42 RO):
o Afdeling civiel.
o Kantonrechter (93 Rv).
o Voorzieningenrechter bij kortgeding (254 e.v. Rv).
Prorogatie (62 RO en 329-331 Rv):
o Als partijen dit willen kunnen gerechtshoven die in hoger beroep bevoegd zouden
zijn in eerste aanleg kennis nemen van de voor hoger beroep vatbare zaken.
In appel:
Hof.
Cassatie:
Hoge Raad.
- Relatief → welke rechter is geografisch gezien bevoegd?
Met name 99 e.v. Rv.
Zie ook rechtspraak.nl voor de gerechtelijke kaart.
3
, Burgerlijk procesrecht
Week 2 – Grondbeginselen van procesrecht
Dipasa/Huyton
V. Rens c.s./Van Waalwijk v. Doorn
Verhoeven/Staat
Schuldsanering
Kublik/Brandenberg (Autohandel)
Bistro ’t Plenske
Weef c.s./Artesia
Verzoek om pleidooi ten onrechte afgewezen
6 EVRM → recht op een eerlijk proces:
1. Onafhankelijke en onpartijdige rechter:
T.o.v. partijen en t.o.v. de overheid.
Bij twijfel aan onpartijdigheid op voorhand → wraking (36-39 Rv):
Uitgangspunt is (op voorhand) professionaliteit/alertheid van de rechter.
Dit is het uiterste middel.
Bij twijfel aan onpartijdigheid tijdens de zaak → verschoningsrecht van de rechter (40-41
Rv).
2. Hoor en wederhoor (19 lid 1 Rv):
Recht op rechterlijk gehoor:
Je hebt het recht om gehoord te worden door de rechter en je verhaal te kunnen doen
als procespartij.
Recht om weerwoord te geven:
Je hebt het recht om te reageren op de andere partij.
Belangrijk → gelijkheidsbeginsel:
Horen in gelijke mate.
En dus ook stukken indienen in gelijke mate, etc.
Uitvloeisel → recht op pleidooi/‘oral hearing’:
KEI → van pleidooi naar mondelinge behandeling:
o Door KEI is het pleidooi als zelfstandige proceshandeling vervallen, dit is zo gebleven
met de inwerkingtreding van de Spoedwet KEI.
o Reden: het werd een soort overbodige tijdrovende voorleeswedstrijd.
o Nu vindt in beginsel in eerste aanleg steeds een mondelinge behandeling plaats (87
lid 1 jo. 131 Rv alsmede 87 lid 8 Rv):
Bij het hof (in tweede aanleg) is het minder standaard dan bij de rechtbank,
maar als partijen het willen kunnen zij daar altijd aanspraak op maken.
Rechter stelt partijen hierbij bv. in de gelegenheid hun stellingen toe te lichten
(87 lid 2 onder b Rv) en stelt hen vragen (88 Rv).
Bistro ’t Plenske en Weef c.s./Artesia:
o Partijen hebben recht op pleidooi.
o Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen mag verzoek om pleidooi worden
afgewezen:
Wederpartij voert daartoe klemmende redenen aan.
Of toewijzing is in strijd met de eisen van de goede procesorde.
o Rechter behoort afwijzing deugdelijk te motiveren.
o Voorbeeld waarin het verzoek ten onrechte was afgewezen:
Verzoek om pleidooi ten onrechte afgewezen.
Verhoeven/Staat → onmiddellijkheidsbeginsel:
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joycharlotte. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.83. You're not tied to anything after your purchase.