100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Biologie voor jou volledige samenvatting!! havo 4 inclusief afbeeldingen en tabellen; handig voor je eindexamen! Ik had een 8.1 behaald! $7.02   Add to cart

Summary

Biologie voor jou volledige samenvatting!! havo 4 inclusief afbeeldingen en tabellen; handig voor je eindexamen! Ik had een 8.1 behaald!

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Biologie voor jou volledige samenvatting!! havo klas 4 inclusief afbeeldingen en tabellen uit het boek

Preview 4 out of 63  pages

  • January 9, 2022
  • 63
  • 2016/2017
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Biologie hoofdstuk 1 inleiding in de biologie

Organismen: levende wezens. Onder andere planten, dieren, mensen
-> alle organismen vertonen levensverschijnselen
-> bijvoorbeeld, voortplanting, groei, ontwikkeling en stofwisseling(=alle
chemische reacties in een organisme

Enzymen spelen een belangrijke rol. Ze versnellen de chemische reacties van
stofwisselingsprocessen.

Organisme vertoont geen levensverschijnselen meer : dood
Dingen die nooit geleefd hebben : levenloos

Elk organisme heeft een levensloop, eindigt met de dood.
Elke soort heeft een levenscyclus

Soort: organismen die zich onderling kunnen voortplanten en daarbij vruchtbare
nakomelingen kunnen brengen.

Natuurwetenschappen: natuurkunde, scheikunde, biologie en geografie

Biologie speelt oa een belangrijke rol bij voeding energie veiligheid en gezondheid

Molecuul: de bouwstenen van stoffen. Bijvoorbeeld DNA.
DNA bevat de erfelijke informatie van een organisme.

Alle organismen bestaan uit 1 of meer cellen
- Prokaryoten: eencellige organismen; cel bevat geen celkern
-> DNA ligt los in de cel
- Eukaryoten: organismen waarvan de cel een celkern bevat. DNA ligt hierin.
-> zijn 1cellige of meercellige organismen

Cellen in meercellige organismen met dezelfde vorm en functie liggen meestal in
groepen bij elkaar -> noem je weefsel

Organel: een deel van een cel dat naar bouw en functie apart is te onderscheiden -> vaak
omgeven door een celmembraan.
vb. celkern, bladgroenkorrels, vacuolen
-> eukaryoten bevatten organellen

Orgaan: een deel van een organisme met een specifieke bouw en functie
-> meestal opgebouwd uit meerdere weefsels
Bv een blad van een plant,een paddenstoel van een schimmel, lever van een mens

Een organenstelsel bestaat uit een aantal organen die samen een bepaalde functie
uitoefenen. Bv. bladerstelsel bij planten, vertering en bloedvatenstelsel.


Natuurwetenschappelijk onderzoek

,Beschrijvend onderzoek; een onderzoeker verzamelt observaties en metingen. De
verzamelde gegevens worden data genoemd, deze kunnen tot een conclusie leiden

Onderzoek gebaseerd op een hypothese
- observatie: een bepaald natuurverschijnsel wordt waargenomen. deze kunnen zijn
opgedaan bij beschrijvend onderzoek
- probleemstelling: op grond van deze waarneming wordt een probleem geformuleerd
- hypothese: een mogelijke verklaring voor het verschijnsel wordt gegeven
- experiment: proeven worden uitgevoerd en gegevens worden verzameld om de
hypothese te toetsen. Je kunt het ook doen door middel van observatie. 2 of meer
groepen worden vergeleken
-> de probleemstelling wordt herleid tot een onderzoeksvraag
-> dan de verwachting over de uitkomst: als…. dan….
-> vaak bij een experimenteergroep ook een controlegroep
- resultaten; gegevens worden verzameld en overzichtelijk weergegeven (grafiek)
- conclusie; de resultaten vergelijken met de verwachting. Komt overeen-> hypothese is
juist. anders nieuwe hypothese stellen en die uitvoeren.




Kwaliteit van een onderzoek
- voldoende aantallen
- proefgroep-controlegroep, 1 factor verschillend
- steekproef: een selectie uit een groep die men wil onderzoeken
-> moet representatief zijn; goede afspiegeling van de te onderzoeken groep
- goed onderzoek is betrouwbaar als:
- toevallige fouten: onder verschillende omstandigheden worden verschillende
resultaten gemeten
- toevallige fouten worden zoveel mogelijk vermeden
voor herhaling, zoveel mogelijk dezelfde resultaten hebben
- goed onderzoek is valide als:
- systematische fout: er wordt steeds dezelfde fout gemaakt waardoor men niet
meet wat men wilde meten
- systematische fouten worden zoveel mogelijk vermeden, er wordt hierdoor
gemeten wat men wilde meten




Observatie: het verzamelen van data
experiment: het onderzoeken van iets. Experiment en controlegroep
Interview: het mondeling of schriftelijk onderzoek doen met personen

,->meestal in de vorm van een steekproef
Literatuuronderzoek: er wordt gebruik gemaakt van bestaand materiaal
Ontwerponderzoek een concreet product maken als antwoord op probleemstelling
Modelleren


Biologie H 2 cellen

Medische naam voor gezwel is tumor, kan goedaardig of kwaadaardig zijn.

Biopsie: het verzamelen van weefsel
Biopt: het afgenomen weefsel
Biopsie vindt vaak plaats door met een naald een klein beetje weefsel te verzamelen,
maar het kan ook tijdens een operatie worden gedaan. Als het met een naald wordt
gedaan, moet er wel op de goede plaats geprikt worden.

microscoop preparaat




preparaat bestaat uit:
objectglaasje, dekglaasje, druppel water of jodium, te onderzoeken ding, pincet,
prepareernaald
bacteriën schimmels dieren planten
celwand celwand geen celwand celwand
geen celkern celkern celkern celkern
zelfdeling sporen cytoplasma cytoplasma
eencellig meestal geen vacuole vacuole
meercellig
geen bladgroenkorrels bladgroenkorrels
kernmembraan kernmembraan
celmembraan celmembraan
intercellulaire ruimte
Plantaardige cellen en dierlijke cellen.




planten en dieren>eukaryote organismen>hebben celkern
cytoplasma(grondplasma)
->bestaat uit water met daarin organellen en opgeloste stoffen

, celwand; geeft stevigheid aan de cel, omdat het geen skelet heeft
vacuole; blaasje met vocht (soms ook bij dierlijke cel)
intercellulaire ruimte; holtes tussen de celwanden-> vaak water hierin, soms lucht.
plastiden; 3 typen (kunnen overgaan in een andere)
- chloroplasten; bladgroenkorrels
- chromoplasten; kleurstofkorrels
- leukoplasten; kleurloos

Stamcellen zijn cellen die zich nog niet hebben ontwikkeld tot een bepaald type cel, en
nog geen specifieke functie hebben.
-> afhankelijk van de omstandigheden vormen ze bepaalde cel soorten, weefsels
en organen

Ieder mens is ontstaan uit 1 bevruchte eicel. Ze kunnen uitgroeien tot allerlei
verschillende typen cellen. Deze stamcellen heten embryonale stamcellen

organen bevatten ook stamcellen
Adulte stamcellen zijn cellen die zich na de geboorte niet of nauwelijks hebben
gespecialiseerd. Adulte stamcellen onthouden uit welk weefsel ze afkomstig zijn en
kunnen daardoor niet alle weefsels vormen. Ze kunnen zich alleen uitgroeien tot cellen
van het weefsel waarin ze zich bevinden.

Cellen bevatten levenskenmerken, ze kunnen o.a. delen en ademhalen.
->kleine levende bouwstenen van een organisme

weefsel: een groepje cellen met dezelfde vorm en functie
de vorm van cellen in een weefsel hangt samen met de functie

Op verschillende plaatsen in je lichaam komt dekweefsel (epitheel) voor.
Dekweefsel omsluit delen van een organisme of het hele organisme. Zoals bijvoorbeeld
de huid van de mens. De cellen zijn vaak rechthoekig en sluiten nauw aan.

Bij veel weefsel komt tussencelstof voor.

Organen bestaan uit verschillende weefsels en cellen die samen 1 functie uitvoeren. Een
orgaan zit altijd op dezelfde plek. Planten hebben ook organen, namelijk o.a. stengels,
wortels, bladeren.

Organenstelsel, stelsel van organen. Organen bij elkaar die samen 1 functie uitvoeren.

Celkern, vacuolen en plastiden zijn celorganellen
> bevat chromosomen waardoor er allerlei processen in de cel plaatsvinden.
Ze spelen een belangrijke rol bij de zelfregulatie van de cel.

Bij de meeste cellen bevat elk chromosoom 2DNA-moleculen. DNA bevat de
erfelijke informatie. Kernporiën regelen het transport van stoffen in en uit
de kern.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Slimvissen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.02. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75057 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.02
  • (0)
  Add to cart