Dit is een complete samenvatting van het vak Thorax uit het jaar van de opleiding Gezondheid en Leven. Het bevat alle benodigde informatie voor het tentamen, zoals hoorcolleges anatomie, fysiologie én gastcolleges. Ik heb zelf met behulp van mijn samenvatting een 8 behaald!
Fysiologie: bloed, bloedvaten en circulatie deel 1 3
Anatomie: thoraxwand 5
Anatomie: mediastinum 7
De anamnese en anatomie 9
Fysiologie: bloed, bloedvaten en circulatie deel 2 11
Anatomie: het hart 14
Kliniek: diagnostiek van pijn op de borst 16
Kliniek: hypertensie 18
Kliniek: oorzaken van pijn op de borst 19
Embryologie van het hart 22
Fysiologie: het hart 24
Fysiologie: ademhaling deel 1 28
Kliniek: angina pectoris en myocardinfarct 30
Kliniek: aandoeningen van de luchtwegen 32
Kliniek: een patiënte met hoesten en dyspnoe 33
Fysiologie: ademhaling deel 2 34
Anatomie: luchtwegen 38
Radiologie luchtwegen 41
Pagina 2 van 41
,Fysiologie: bloed, bloedvaten en circulatie deel 1
Binnen het cardiovasculaire systeem zijn er 2 grote circulaties: de longcirculatie en de
systemische circulatie.
• De mens heeft gemiddeld 5/5,5 L bloed in de circulatie.
Functies van het bloedvatenstelsel
-Het bloed brengt O2, voedingssto en (glucose, amino-zuren, vitaminen) en hormonen naar
weefsels.
-Het voert ook afvalsto en (NH4+, bilirubine, creatine) en CO2 af.
-Het bloed is ook een transportbaan waar cellen ‘vervoerd’ worden van en naar de weefsels.
Eisen aan het bloedvatenstelsel
Het bloedvatenstelsel is een druk-gereguleerd, gesloten
systeem waarin het bloed vloeibaar moet zijn, maar niet
onbeperkt mag weglopen als er een beschadiging optreedt.
Je hebt arteriën en venen. Kleine venen worden venules
genoemd. Kleine arteriën worden arteriolen genoemd.
Capillairen zijn haarvaten.
Arteriën en venen verschillen
-Arteriën gaan van het hart af, venen naar het hart toe.
-Venen zijn dunner, lagere bloeddruk. In de arteriën is een
hoge bloeddruk.
-Venen hebben kleppen (voorkomt terugstromen van bloed),
arteriën niet.
-Arteriën zijn zuurstofrijk (behalve de poortader) en venen
zijn zuurstofarm.
-Arteriën hebben een hoog-druk systeem, venen een laag-
druk systeem.
Functies van de capillairen
Grote vaten/arteriën behoren tot de macrocirculatie. Kleine vaten behoren tot de microcirculatie
(kleine arteries, arteriolen en capillairen).
• Bloeddrukregulatie wordt vooral gereguleerd in de arteriolen -> veel open en dicht zetten van
vaten. Arteriolen hebben de hoogste weerstand.
Soorten drukken
• Diastolische druk = onderdruk
• Systolische druk = bovendruk
• Gemiddelde boven en onderdruk is 120 over 80.
• Mean arterial pressure is het verschil in
bovendruk en onderdruk.
• Compliantie (elasticiteit van het bloedvat) van een
bloedvat is Δ volume / Δ druk.
Wet van Poiseuille: weerstand is afhankelijk van viscositeit en
lengte. Hoe kleiner de straal, des te hoger de weerstand.
Flow (F) = drukverschil (ΔP) / weerstand (R)
Pagina 3 van 41
ff ff
,Hoe kan de ow worden tegengehouden?
Precapillaire sphincter -> structuur die wordt gevormd door gladde
spiercellen -> gladde spiercellen kunnen contraheren -> diameter
bloedvat wordt nauwer -> ow (stroomsnelheid) wordt tegengehouden.
Waar kan de owsnelheid worden gereduceerd?
• In de capillairen vindt oppervlakte vergroting plaats. In de capillairen
wordt dan ook de stroomsnelheid lager -> er komen meer verschillende
bloedvaten.
Bloeddruk regulerende systemen
1. Het hart
-Cardiac output = hartfrequentie x slagvolume.
2. De nieren
-Het Renine system: vochtregulatie
3. De bloedvaten
-Vasoconstrictie (vernauwen bloedvaten) en
dilatatie (verwijden bloedvaten)
Neuronale & endocriene regulatie van bloeddruk
• Neuronale regulatie -> kan snel en duurt kort.
• Endocriene regulatie -> duurt lang, gaat vaak via
de nieren en/of het hart. Het werkt erg lang.
Binnen de centrale regulatie (dus zowel neuronaal
als endocrien) spelen vasodilators en
vasoconstrictos een grote rol.
Lokale autoregulatie in de weefels
• Wordt bepaald door lokale receptoren.
• Wanneer O2 naar beneden gaat in de weefsels,
moet er dus meer bloed naartoe worden
gebracht -> bloedvaten gaan meer openstaan
-> vasodilatatie.
• Wanneer CO2 naar boven gaat in de weefsels,
moet dit juist afgevoerd worden ->
vasodilatatie.
• Sphincters kunnen lokaal vasoconstrictie of
vasodilatatie verzorgen.
• NO (vasodilator) en endotheline
(vasoconstrictor) kunnen rechtstreeks de bloeddruk reguleren. Ze zijn normaalgesproken in
evenwicht. Wanneer dit evenwicht wordt verstoord zal vasoconstrictie óf vasodilatatie
plaatsvinden.
Uiteindelijk zorgt proteïne kinase G voor relaxatie en proteïne
kinase C voor contractie.
Pagina 4 van 41
flfl fl
, Anatomie: thoraxwand
De thorax is de borstwand. Deel van de romp tussen hals en buik, met als basis de benige
borstkas, caudaal begrensd door de apertura thoracis inferior en het diafragma.
Benige structuren die op het eerste oog te zien zijn:
• Sleutelbeen (clavicula) -> C
• Borstbeen (sternum) -> D
• Ribben met ribbenboog -> E
Huid en onderhuis weefsels:
• Huid met o.a haarzakjes
• Bindweefsel en vet
• Klierweefsel (borst)
• Spieren
• Subdermaal = onder de huid
• Mannelijke borst (mamma)
• Tepel en areola (tepelhof)
• Ligamenten van Cooper -> zorgen dat de borst bevestigt blijft aan de
borstwand.
• Klierweefsel
• Lobi glandula mammaria (melklieren), circa 10-20 per borst.
• Ducti lactiferi -> afvoergangen, monden uit in tepel wanneer dit nodig is
(borstvoeding pasgeboren baby)
• Bloedvoorziening
• Kleine aftakkingen van de A. thoracica interna uit de slagader van de arm.
• Lymfedrainage -> onderverdeling in 3 niveaus. Speelt onder andere een belangrijke rol in
uitzaaiingen.
• Nodi lymphodei axillares -> onder/vlakbij oksel/sleutelbeen.
• nodi lymphoidei parasternales -> meer bij het sternum.
De borstkas
• Borstbeen (sternum) -> verbindt ribben en clavicula. Je kunt het sternum
opdelen in 3 gedeeltes. Bovenste gedeelte heet het manubrium, daarna komt
het corpus (grootste gedeelte) en onderste gedeelte heet processus
xiphoïdeus. Daarnaast wordt het hoogste puntje van het sternum de incisura
jugularis genoemd en het punt wat de scheiding vormt tussen het manubrium
en het corpus wordt angulus genoemd.
• Ribben (costae) met arcus costales (ribbenboog) -> verbinding met rib I - VII ->
articulatio sternocostalis (verbinding tussen sternum en costae).
• Wervelkolom = thoracale wervels -> in totaal zijn er 12
wervels. Ze worden afgekort met Th1 tot en met Th12.
Er zijn ware ribben (nummer 1 t/m 7) -> costae verae
-> zitten vast aan de borstkas. Nummer 8 tot 10 worden
de valse ribben (costae spuriae) genoemd, want deze
zitten niet vast aan de borstkas. Aan de achterkant van
de ribbenkast zie je nog nummer 11 en 12 -> zwevende
ribben (costae uctuantes). Deze hebben als functie
om de nieren te beschermen.
Functie: beschermen van borstorganen én faciliteren van
beweging.
Pagina 5 van 41
fl
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elkevanhassel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.