100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Privaatrecht 1: Verbintenissenrecht & Goederenrecht $7.01
Add to cart

Summary

Samenvatting Privaatrecht 1: Verbintenissenrecht & Goederenrecht

 63 views  5 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van alle leerdoelen van Privaatrecht 1: Verbintenissenrecht & Goederenrecht.

Preview 3 out of 25  pages

  • January 9, 2022
  • 25
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Leerdoelen privaatrecht periode
B
Overeenkomstenrecht:
Week B1
De student kent de beginselen van het privaatrecht.
1. Contractsvrijheid: partijen zijn vrij om overeen te komen wat zij willen zolang dit niet
expliciet verboden is of in strijd is met de openbare of goede zeden.

2. Pacta sunt servanda: overeenkomsten moeten worden nagekomen. Wanneer partijen uit
vrije wil besluiten een overeenkomst te sluiten, moet deze in beginsel worden nagekomen.
Belofte maakt schuld.

3. Vormvrijheid: als de wetgever niet anders bepaalt, geldt er geen speciale vorm waarin
handelingen verricht moeten worden. Er zijn wel enkele uitzonderingen ten behoeve van de
rechtszekerheid. Om te trouwen is bijvoorbeeld aan ambtenaar van de burgerlijke stand
nodig en je hebt een notaris nodig om een hypotheek te vestigen.

- Ook wordt er nog onderscheid gemaakt tussen dwingend recht en aanvullend/regelend
recht. Dwingend recht houdt bepalingen in het BW in waarvan niet mag worden
afgeweken, dit het een dwingendrechtelijke bepaling. Aanvullend/regelend recht houdt
bepalingen in het BW in waarvan wel mag worden afgeweken. Als partijen over een
bepaald onderwerp niets afspreken, dan vult het aanvullend recht de leegte op.

1. Redelijkheid en billijkheid (art. 6:2 BW): redelijkheid verwijst naar ons verstand en billijkheid
verwijst naar ons rechtsgevoel. Als een situatie onduidelijk is omdat partijen er niks over
hebben afgesproken en de wet geeft geen aanvullende bepaling, dan wordt gekeken naar de
redelijkheid en billijkheid. Wat is in de maatschappij fatsoenlijk?

- Redelijkheid en billijkheid kunnen een derogerende/beperkende werking hebben.
wanneer een situatie zo onredelijk uitpakt, dan beperken de redelijkheid en billijk de
nadelige gevolgen van een overeenkomst. Dit speelt meestal alleen in extreme situaties
een rol.

1. Bijzonder gaat voor algemeen: wanneer er een situatie is waarop twee rechtsregels van
toepassing zijn, gaat de bijzondere regel voor.
De student kent de begrippen rechtshandeling, feitelijke handeling, bloot
rechtsfeit en verbintenis.
Rechtshandeling: een handeling waardoor een beoogd rechtsgevolg intreedt of kan intreden.
Aanbod en aanvaarding zijn rechtshandelingen. Omdat ze rechtsgevolgen voortbrengen zijn het
rechtshandelingen.

Een wil die gericht is op een rechtsgevolg die zich heeft geopenbaard door een verklaring. Een
rechtsgevolg kan je zien als een verandering van rechtspositie. Een rechtspositie is een geheel van
rechten en plichten dat je op een bepaald moment hebt.

Wanneer een aanvaarding in theorie mogelijk is, kan je spreken van een rechtshandeling.

,Een verklaring is in beginsel vormvrij tenzij de wet een vormvereiste heeft gesteld. Als er niet aan de
vormvereiste wordt voldaan, is de rechtshandeling nietig (artt. 3:37 en 3:39 BW)

Eenzijdige rechtshandeling: een rechtshandeling waarvoor de wilsuiting (verklaring) van slechts één
persoon nodig is. Bijvoorbeeld het opmaken van een testament. Het rechtsgevolg treedt hier alleen
in door de wil van de erflater. Het opzeggen van een contract is ook een eenzijdige rechtshandeling.
Degene die opzegt, heeft geen toestemming van de tegenpartij nodig.

Een aanbod is een onzelfstandige eenzijdige rechtshandeling. Totdat het aanbod wordt aanvaard, is
het een eenzijdige rechtshandeling met het oogmerk om onderdeel te zijn van een meerzijdige
rechtshandeling.

Meerzijdige rechtshandeling: een rechtshandeling waarbij de verklaring van meerdere personen
nodig is om het beoogde rechtsgevolg te laten intreden. Voorbeelden zijn een overeenkomst of een
huwelijk.

Gerichte rechtshandeling: is gericht tot een bepaalde groep personen of een persoon. De
rechtshandeling moet de persoon of personen hebben bereikt om haar werking te hebben. Er is vaak
een duidelijk geadresseerde (mail, brief, telefoontje).

Ongerichte rechtshandeling: het heeft geen duidelijk geadresseerde en hoeft niemand bereikt te
hebben om haar werking te hebben. Voorbeelden zijn een advertentie van een supermarkt of een
testament. Een testament heeft ook zijn werking als de verklaring (uiterste wil) de erfgenamen nog
niet heeft bereikt.

De erkenning van een kind is een eenzijdige ongerichte rechtshandeling. De rechtshandeling is meer
gericht op de maatschappij en de erkenning hoeft moeder en kind niet bereikt te hebben om haar
werking te hebben.

Feitelijke handeling: een handeling zonder beoogd rechtsgevolg. Een feitelijke handeling is wel een
rechtsfeit omdat er een rechtsgevolg aan verbonden is. Er is alleen geen op rechtsgevolg gerichte wil
nodig. Bij een rechtshandeling is dit wel nodig. De rechtmatige daad en de onrechtmatige daad zijn
feitelijke handelingen omdat de wil van betrokkenen niet van belang is. Een verbintenis op grond van
(on)rechtmatige daad ontstaat uit de wet.

Bloot rechtsfeit: een feit waaraan rechtsgevolgen gebonden zijn, zonder dat er sprake was van een
bewuste menselijke handeling. Voorbeelden hiervan zijn 18 jaar worden, geboren worden en
overlijden. Er ontstaan hier allerlei rechtsgevolgen zonder dat een mens een bewuste handeling
heeft uitgevoerd.

Verbintenis: een vermogensrechtelijke relatie tussen twee of meer partijen waarbij de ene partij
verplicht is tot een prestatie (verplicht zijn om iets te doen of te laten) waarop de andere partij recht
heeft. (juridische relatie tussen twee of meer partijen waarbij de ene partij verplicht is tot een op geld
waardeerbare prestatie waarop de andere partij recht heeft)

Plicht verbintenis 1 recht

Partij A prestatie Partij B

Plicht verbintenis 2 recht

Partij B prestatie Partij A

, Week B2
De student kent de voorwaarden van een rechtshandeling en past deze in
een casus toe.
Aanbod en aanvaarding zijn rechtshandelingen. Er zijn dan ook voorwaarden voor een
rechtshandeling:

1. Handelingsbekwaam (art. 3:32 BW): iedere natuurlijke persoon is bekwaam tot het
verrichten van rechtshandelingen, voor zover de wet niet anders bepaalt.

2. Wil en verklaring (art. 3:33 BW): een rechtshandeling vereist een op een rechtsgevolg
gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard

3. Vormvereiste (art. 3:37 BW): verklaringen met inbegrip van mededelingen kunnen in
iedere vorm geschieden tenzij anders is bepaald.

4. Niet in strijd met de wet, openbare orde of goede zeden (art. 3:40 BW): een
rechtshandeling is nietig wanneer deze in strijd is met de openbare orde, goede zeden of de
wet.
De student kent de voorwaarden van totstandkoming van een
overeenkomst en past deze in een casus toe.
Een verbintenis is dus een vermogensrechtelijke relatie tussen twee partijen waarbij de ene partij tot
iets verplichts waarop de andere partij recht heeft. Vermogensrechtelijk houdt in dat de verbintenis
op geld waardeerbaar is. De belangrijkste bestanddelen van een overeenkomst worden de
essentialia genoemd.

Totstandkoming van een overeenkomst via elektronische weg (art. 6:227a BW t/m art. 6:227c BW):
bijvoorbeeld wanneer je kleren via een website bestelt. Art. 6:227c BW zegt dat wat op de website
staat (de kleding) het aanbod is, en de klik op ‘bestellen’ de aanvaarding is. Daarnaast moet de
aanbieder nog een bevestigende mail sturen.

Overeenkomsten op afstand: bijvoorbeeld per telefoon of per post. Wanneer de consument te
maken heeft met een professionele handelaar of verkoper, dan wordt de consument extra
beschermd. Bij overeenkomsten op afstand is het namelijk moeilijker om goed te kunnen beoordelen
of je bijvoorbeeld het product wel krijgt. (art. 6:230g t/m art. 6:230z)

1. De aanvaarding moet aansluiten op het aanbod (art. 6:225 BW): als de aanvaarding
niet aansluit op het aanbod, is het geen aanvaarding. Een aanvaarding die afwijkt van het
aanbod, wordt als nieuw aanbod gezien. Wanneer de aanvaarding slechts op ondergeschikte
punten afwijkt, dan komt de overeenkomst toch tot stand, tenzij de aanbieder onverwijld
aangeeft niet met de afwijking te kunnen leven.

2. De verbintenis moet voldoende bepaalbaar zijn (art. 6:227 BW): de schuldeiser en
schuldenaar moeten weten waartoe ze verplicht zijn.

- Uitnodiging om in onderhandeling te gaan: een te vaag aanbod is een uitnodiging om in
onderhandeling te gaan of om een aanbod te doen. Hennis-Hofland-arrest: is een
woningadvertentie in de krant een bindend aanbod of is het een uitnodiging om een
aanbod te doen?

- Openbaar aanbod: dit is gericht aan iedereen of aan een groep personen. Een uitloving is
bijvoorbeeld een openbaar aanbod. ‘100 euro voor wie mijn kat vindt’

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller meikevegter. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.01  5x  sold
  • (0)
Add to cart
Added