In deze samenvatting zijn de 8 hoofdstukken van pathologie samengevat in 99 pagina's met tekeningen en illustraties bij. Er is van dit vak geen cursus en geen boek voorzien, enkel presentaties. Daarom is dit een super handige en overzichtelijke samenvatting met figuren bij. Elk hoofdstuk start op e...
1. Basisbegrippen binnen de pathologie
1.1 Definitie van gezondheid en ziekte
Wat is gezondheid?
➔ Conditie van volledig lichamelijke, mentaal en sociaal welbevinden en niet enkel afwezigheid van een ziekte
(WHO)
- Lichamelijk = somatisch vb. tumor
- Sociaal vb. eenzaamheid
- Psychologisch vb. depressie, schizofrenie, eetstoornissen
- Combinatie van somatisch en psychologisch = psychosomatisch: ziektes met fysieke uitingen, maar met
een mentale behandeling
o Lage rugpijn, chronische vermoeidheid, fibromyalgie syndroom (pijn in spieren)
▪ Pijnstillers werken niet, psycholoog of antidepressiva werken wel
Wat is pathologie?
- Grieks: leer van het leiden = ziekteleer
- = wetenschap betreffende de veranderingen van vormen en functies van het zieke menselijke lichaam.
1.2 Belangrijke begrippen binnen de pathologie
Basisbegrippen van de ziekteleer
Ziekte vs. Syndroom
- Ziekte uit zich door bepaalde symptomen ➔ we kennen de oorzaak
o Symptoom:
▪ Objectief verschijnsel
▪ OF subjectieve klacht
- Syndroom is een compilatie van signalen en symptomen die karakteristiek zijn voor een bepaalde
aandoening of toestand ➔ we kennen de oorzaak niet; er zijn allerlei symptomen die je niet kan
verklaren
Fysiopathologie = fysiologische processen die met een bepaalde ziekte gepaard gaan vb. ontstekingsreactie
Anatomopathologie = afwijkingen van de vorm en structuur van het lichaam door ziekte
Epidemiologie = studie van het voorkomen van ziekten in de bevolking
Etiologie = oorzaak van de ziekte
Pathogenese = onderliggende mechanismen die resulteren in de symptomen en klachten van de patiënt
Symptomatologie = de omschrijving van de symptomen die een ziekte met zich meebrengt
Prognose = verwachtingen van verloop van de ziekte
Profylaxe = preventieve maatregelen
Complicatie = een ziekte of afwijking bij iemand die al een andere ziekte heeft. Deze hebben vaak een ongunstige
invloed op de prognose
Acuut = ziekte die plots ontstaat en kort duurt
Chronisch = een ziekte die langzaam en minder heftig begint en maanden of jaren duurt
Terminaal = ongeneeslijke ziekte waaraan de patiënt binnen enkele maanden zal overlijden
Palliatief = niet om de patiënt te genezen, maar om de klachten van de patiënt te verminderen en comfort te
bieden
Remissie = een periode waarin de symptomen van een ziekte (tijdelijk) verminderen
Exacerbatie = een periode waarin de symptomen van een ziekte (tijdelijk) in alle hevigheid terugkomen
Recidief = ziekte komt na weken of maanden na herstel terug
Restverschijnselen = geen compleet herstel na ziekte
1.2.1 Epidemiologische factoren
Incidentie vs. Prevalentie
- Incidentie:
o Het aantal nieuwe ziektegevallen in een bepaalde populatiegroep per jaar
o Trends vb. corona: nieuwe besmettingen/dag
Kimmy mesbahi Pathologie
, o Aantal nieuwe gevallen/totale populatie
- Prevalentie
o Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft in een bepaalde populatiegroep op een
bepaald tijdstip
o Hoeveel mensen er nu ziek zijn
- Hiv heeft een stijgende prevalentie en een dalende incidentie
o Mensen met hiv leven de dag van vandaag langer
o Mensen met hiv kunnen nu medicatie nemen waardoor ze het virus niet meer kunnen
overdragen
1.2.2 Oorzaak van ziekte
Etiologie: oorzaken vs. Risicofactoren
- Oorzaken
o Predisponerende factoren
o Onderverdeling volgens endogene (binnen) en exogene (buiten) oorzaken
o Onderverdeling is enkel theoretisch, in praktijk is een ziekte meestal een combinatie van factoren
= multifactorieel
o Iatrogene ziekten
▪ = ziekte veroorzaakt door medisch onderzoek of een medische behandeling
▪ Vb. softenon drame
o Idiopatische ziekten
▪ Je weet het niet, oorzaak niet gekend, groot vraagteken
- Risicofactor of precipiterende factor
o Uitlokkende factor, gevoeliger om een ziekte te krijgen
o Factor die het risico op het krijgen van een aandoening bij een bepaald individu vergroot
o Wijst een hoog risico aan voor het ontwikkelen van een ziekte
o Mogelijkse voorbeelden: roken, hoge leeftijd, UV-blootstelling, geslacht, erfelijke factoren,
voedingstekorten…
Voedingstekort/teveel als risicofactor
Ziekten/aandoening Risicofactor voeding
Hoge bloeddruk > natrium/zout
Hart-en vaatziekten > verzadige vetzuren
> transvetzuren
< fruit
< groenten
Diabetes > verzadigde vetzuren
< voedingsvezels
Beroerte > natrium/zout
> alcohol
Dikkedarmkanker > consumptie vleeswaren en rood vlees
< groenten
Gezichtsstoornissen < anti-oxidanten (vit. C, vit. E en betacaroteen)
Cognitieve achteruitgang en/of < anti-oxidanten
dementie < omega-3 vetzuren
< B-vitamines (B2, foliumzuur, vit. B12)
< mineralen (selenium/zink)
Sarcopenie < eiwit
Osteoporose < vitamine D
< calcium
< vitamine K
Anemie < ijzer
< foliumzuur
< vitamine B12
Dehydratatie < vocht
Kimmy mesbahi Pathologie
, 1.2.3 Mortaliteit en morbiditeit
Morbiditeit = het aantal personen in een bepaalde populatiegroep per jaar die lijden aan de gevolgen van een
bepaalde ziekte
Mortaliteit = het aantal personen in een populatiegroep per jaar sterven aan de gevolgen van een bepaalde ziekte
Overleving = het percentage patiënten met een bepaalde ziekte dat nog in leven is 1; 3 of 5 jaar na de diagnose
Belangrijkste doodsoorzaak in België
1. Hart-en vaatziekten
2. Kanker
3. Aandoeningen van ademhalingsstelsel
4. Zelfdoding
- Bij mannen staat kanker nog steeds op 1
- Aandeel van kanker stijgt wel!!!
- Lichte daling kwaadaardige prostaatkanker
Ischemische hartziekte = hartaanval
Welvaartsziektes = ziektes die voorkomen in landen met een hoog inkomen
- Ischemische ziekte
- Alzheimer
- Beroerte …
Kimmy mesbahi Pathologie
, 2. Afweer en immuniteit
Inleiding
- Aspecifieke afweer = lichaam gaat zichzelf verdedigen tegen alle binnendringers op eenzelfde manier
- Ontstekingsreactie = normale gezonde reactie van het lichaam, helpt het lichaam om zich te herstellen
- T cellen = T-lymfocyten = gaan vreemde antigenen herkennen; betrokken bij cellulaire immuunrespons
- B-cellen = maken antistoffen/antilichamen/immunoglobulines aan; komen in bloedplasma terecht
Afweer, immuniteit en allergie
- Afweer = reactie van ons lichaam op bedreigende of schadelijke stoffen = pathogenen
o Hoe sterker het verdedigingsmechanisme van een individu, hoe kleiner de kans op ziekte door
vreemde indringers
- 2 types verdedigingsmechanismen
o Aspecifiek, aangeboren afweersysteem
o Specifiek, verworven afweersysteem: vb. griep ➔ 1x per griepseizoen ziek van het griepvirus; na
contact met antigeen niet meer.
▪ Cellulaire immuniteit: T-cellen
▪ Humorale immuniteit: B-cellen
Aspecifieke afweer Specifieke afweer
Geen specificiteit ➔ algemene afweerreacties Wel specificiteit ➔ afweerreactie specifiek
tegen allerlei soorten pathogenen gericht op 1 antigen
Geen geheugen Wel geheugen
NK-cellen, ontsteking, complement… B-en T-lymfocyten
Antigeen = pathogeen dat de specifieke afweer activeert
2.1 Aspecifieke afweer
Fagocyten
➔ Fagocytose: vooral door neutrofielen en macrofagen
De ontstekingsreactie
= inflammatie
- ‘itis’
o Pancreatitis
o Bronchitis
o Appendicitis
o Hepatitis
- Voordeel
o Beschadigende stof neutraliseren of proberen zijn verspreiding tegen te gaan
o Meer bloed naar ontstoken deel ➔ sneller genezen
- Nadeel
o Beschadigen ook de gastheer
➔ pijn, warmte, roodheid, zwelling, functieverlies
Processen tijdens de ontsteking:
- Vasodilatatie: warmte en roodheid
- Verhoogde permeabiliteit: zwelling
Kimmy mesbahi Pathologie
, - Chemotaxis = organismen gaan zich verplaatsen als gevolg van de concentratie van bepaalde stoffen in de
omgeving
Normale weefsels Ontstoken weefsels
1. Vasodilatatie: meer bloeddoorstroming ➔ roodheid
2. Chemotaxis: aantrekken van witte bloedcellen; cellen die ontstoken zijn gaan alarmsignalen produceren
en die trekken WBC aan.
3. Vergrote permeabiliteit: wand van bloedvaten wordt een zeef; vocht verlaat bloed in weefsel, RBC blijven
in bloedbaan, anders blauwe plekken.
Oorzaken
- Endogeen
o Immunologisch
▪ Allergische reactie
▪ Auto-immuunrespons
- Exogeen
o Biologisch
o Fysisch
o Chemisch
Ontstekingsmediatoren
= chemische substanties die een bepaald proces van de inflammatie respons activeren
- Ontstekingsmediatoren activeren elkaar
- Iboprufen is ontstekingsremmend
Diagnose
Diagnose ontsteking via bloedwaarden
- Leukocytose
o WBC: > 30 miljard/L
- Verhoogd CRP: referentiewaarde ➔ < 5,0 mg/l
o C-reactief proteïne = aspecifieke ontstekingsmerker
- Verhoogde sedimentatiesnelheid RBC (BSE)
- Verhoogde cel-enzymen of iso-enzymen
o ALT bij leveraandoeningen
o CK-MB bij hartaandoeningen
+: je ziet dat de patiënt een ontsteking heeft
-: je weet niet waar de ontsteking zich bevindt
BSE = bezinkingssnelheid erythrocyten
- Hoe sneller de erythrocyten zakken, hoe ernstiger de ontsteking
Iso-enzymen
- Iso-enzymen zijn enzymen die een andere aminozuurvolgorde hebben dan de reguliere enzymen, maar
wel dezelfde biochemische functie hebben
o Creatine-kinase (CK): 3 iso-enzymen
▪ CK-MM: muscle muscle
▪ CK-MB: muscle brain
▪ CK-BB: brain brain
o Lactaat dehydrogenase
Kimmy mesbahi Pathologie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimmymesbahi. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.17. You're not tied to anything after your purchase.