Examen info
Een digitaal examen kun je afleggen in één van de toetscentra van NIBE-SVV in Nederland. Dit kan op
een dag, tijd en locatie die je zelf kiest.
Exameninfo:
- Meerkeuzenvragen
- Tijd: 75 minuten
- Aantal vragen: 26
- Geslaagd als je 19 goed hebt (73%)
Met het examen toetst NIBE-SVV in welke mate je de algemene leerdoelen van deze module
beheerst. Het examen wordt dan ook op basis van deze leerdoelen ontwikkeld. Dit betekent dat er
ook vragen gesteld kunnen worden over zaken die niet door de docent zijn besproken, maar die wel
deel uitmaken van de algemene leerdoelen. Bestudeer de algemene leerdoelen, de lesleerdoelen en
de verplichte literatuur inclusief alle verplichte artikelen in deze online leeromgeving goed
voorafgaand aan het examen.
Reserveren examen
Vanaf de laatste les van jouw module heb je de mogelijkheid om jouw examen te reserveren. Je klikt
hiervoor onderaan de exameninformatie op
Samenvatting boek
Banken vervullen in totaal 3 kernfuncties
1. Transformatiefunctie
2. Bemiddelingsfunctie
3. Verzorgen van het binnen- en buitenlandse betalingsverkeer
1
,Hoofdstuk 1 – Transformatiefunctie van banken
Transformatie = omzetting of gedaantewisseling
- In dit geval gaat het om de gedaantewisseling van geld
- De bank trekt (spaar)geld aan van bedrijven, particulieren, overheden en transformeert dit
tot kredieten voor bedrijven, particulieren en overheden via de vermogensmarkt
- Rentemargebedrijf = verschil tussen de totale rentebaten en totale rentelasten van een bank
(activiteiten die de bank uitvoert om de transformatiefunctie te kunnen vervullen)
o Rentemarges leveren het meest op, daarna provisies
De transformatiefunctie heeft betrekking op:
- Omvang
o Spaarders bieden naar verhouding kleine bedragen aan
o Kredietvragers hebben grote bedragen nodig
o Bank bouwt een krediet op uit een passende hoeveelheid aangeboden geld
- Looptijd
o Consumenten willen elk moment over hun geld kunnen beschikken: betaalrekening
en spaarrekening zijn dan ook direct opvraagbaar
o Deposito is niet direct opeisbaar
o Kredieten hebben vaak een lange looptijd (auto 3-4 jaar, hypotheek 30 jaar etc.)
- Risico
o Geldaanbieder en geldvrager lopen allebei enig risico: geldaanbieder wil zijn geld
terugzien en de geldvrager moet het geld terugbetalen op een afgesproken moment
o De bank heeft beiden risico’s: Wet van de grote getallen = als er op 10.000 kredieten
een paar kredieten niet worden terugbetaald, heeft dat geen grote gevolgen
2
,Hoofdstuk 2 – Bemiddelingsfunctie van banken
De bank voert een bemiddelingsbedrijf.
Bemiddeling = het samenbrengen van vraag en aanbod en bemiddelen tussen beiden zonder zelf een
partij te zijn, in ruil voor een vergoeding in de vorm van provisie
Voorbeelden van de bank in een bemiddelingsfunctie:
- Verzorgen van beursintroducties
- Handel in effecten
- Verstrekken van verzekeringen
- Advies en beheer bij beleggen
Het verzorgen van beursintroducties
Op de vermogensmarkt trekken grote ondernemingen zoals Unilever en Philips financiële middelen
aan door aandelen en obligaties te verkopen aan beleggers.
Aandeel = bewijs van eigendom
Obligatie = bewijs van schuld
Effecten = gezamenlijke term (die je verhandelt op de effectenbeurs)
Niet iedereen heeft toegang tot de effectenbeurs, alleen members hebben toegang (de meeste
Nederlandse banken zijn member van Euronext).
Emissie = wanneer nieuwe effecten in de handel worden gebracht. De handel heet emissiemarkt of
primaire vermogensmarkt, omdat de effecten voor het eerst verkocht worden. De uitgevende
instelling is zelf meestal geen member van Euronext en moet dus een intermediair inschakelen voor
de emissie.
Beursintroductie = de eerste emissie van een instelling; heeft veel voorbereiding nodig;
prospectus maken met uitgebreide beschrijving van de instelling (voorbeeld: Blokker,
Coolblue)
Intermediair begeleidt bij beursintroductie en latere emissies
Handel in effecten
Secundaire vermogensmarkt = wanneer consument zijn effecten doorverkoopt aan een andere partij
(uitgevende instelling speelt hier geen rol bij)
- Consument kan intermediair inschakelen voor koop/verkoop van effecten tegen betaling van
provisie
Bank neemt aangekochte effecten in bewaring, hier wordt ook provisie voor gevraagd (=bewaarloon)
Tegenwoordig zijn effecten digitaal en worden ze niet meer fysiek in een kluis bewaard,
daarom bestaat het bewaarloon vooral uit administratiekosten
Gesloten bewaring = de bank zorgt alleen voor bewaring, bij girale effecten voor administratie
Open bewaring = de bank neemt ook administratief beheer op zich (bij aandelen zijn dit
dividenduitkeringen en bij obligaties let de bank op aflossing van de obligatie)
Effecten van een klant staan niet op de balans van de bank, spaargeld wel (aan de passiva kant)
Verstrekken van verzekeringen
Beperkt marktsegment (bijv verzekeringen voor eigen woning en de financiering daarvan)
Financiële instelling mag niet tegelijk bank en verzekeraar zijn: de risico’s van bancaire activiteiten
zouden de zekerheid van de verzekeringsuitkering kunnen aantasten
3
, - Mogen wel als afzonderlijke werkmaatschappij actief zijn onder dezelfde
moedermaatschappij
- In NL bestaat het niet meer: ING heeft NN afgestoten, Volksbank heeft Reaal en Zwitserleven
niet meer in portefeuille, Achmea heeft staalbankiers verkocht aan van Lanschot,
verzekeringen van ABN AMRO zijn producten van Delta-Lloyd en Interpolis is geen onderdeel
van Rabobank, maar van Achmea
Advies en beheer bij beleggen
De bank biedt 3 soorten diensten aan consumenten die willen beleggen
1. Execution only
a. De bank zorgt alleen voor de uitvoering van de klantopdracht, de bank voert de
beleggingstransactie uit
b. De bank is alleen aansprakelijk voor een correcte uitvoering van de opdracht
2. Beleggingsadvies
a. Beleggingsadviseur maakt een profiel van zijn klant waarbij hij let op
i. Doel van de belegging
ii. Belegginshorizon van de klant (lengte periode waarin consument wil
beleggen)
iii. Risico dat de klant wil lopen
iv. Ook financiële positie en kennis en ervaring van de klant
b. Individueel beleggingsadvies is arbeidsintensief en dus duur: daarom vaak alleen
voor vermogende klanten
c. Vaak zijn er modelportefeuilles opgesteld die zijn ingedeeld naar risicoprofiel: van
zeer defensief (risicomijdend) tot zeer offensief (risico zoekend)
d. Als het vermogen te bescheiden is, verwijst de bank de belegger vaak door naar de
beleggingsfondsen van de bank = kant-en-klare beleggingsproducten waar geen
persoonlijk advies voor nodig is
3. Vermogensbeheer
a. Wanneer de consument zijn vermogen in beheer geeft bij de bank door middel van
een beheersovereenkomst
b. De bank krijgt bevoegdheid om zelfstandig aan- en verkooporders te geven voor
effecten
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hannah2501. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.57. You're not tied to anything after your purchase.