Geschiedenis samenvatting hoofdstuk 3 De Republiek in de Gouden eeuw
Paragraaf 3.1
Stadsplanning op zijn zeventiende-eeuws
1612 enorm uitbreidingsplan van Adam. Iedereen woonde voor 1612 gewoon naast elkaar,
nu gaan de rijke aan de grachten wonen. De slager, de schilder en de andere gaan naar de
Jordaan. Voortaan werken en wonen arm en rijk apart in Adam.
Stadsbewoners en stapelmarkt
De Nl economie werd meer en meer stedelijke handel en nijverheid dan landbouw en
veeteelt. Adam begon graan te importeren rond de Oostzee, want er was te weinig voedsel.
De schepen namen wollen, lakense stof/wijnen mee en kwamen terug met graan, hout of
ijzer. Dit deden ze ook met Azië. Al snel importeerde en exporteerde Adam goederen uit de
hele wereld. Omdat alles tijdelijke in Amsterdamse pakhuizen en op zolders werd
opgestapeld, werd de stad stapelmarkt van Europa. Handel is negotie, handel met de
Oostzee was eerste handel, dus moedernegotie.
Amsterdam barst uit zijn voegen
Antwerpen kochten wol in Engeland en maakten daar lakense stoffen van en exporteerde die
weer, handelskapitalisme. Toen de Spanjaarden in 1585 Antwerpen innamen, veranderde
dit. Het leger van de Republiek stak namelijk de Zeeuwse eilanden over naar Zeeuws
Vlaanderen en veroverde dat. Dit was het einde van de schelde stad Antwerpen, want de
schelde werd afgesloten voor internationaal handelsverkeer. Veel protestantse en joodse
handelaren vluchten naar adam, want daar hebben ze al contacten. Ze vluchten omdat ze
bang zijn voor vervolging van hun geloof. Maar ook uit Duitsland komen meer mensen, hoe
beter de economie van de Republiek ging hoe meer mensen hier naartoe kwamen. Doordat
het beter ging, trouwde er meer mensen en groeide de bevolking, want meer baby’s. Dit zijn
de oorzaken vd verstedelijking en de groei van de Amsterdamse bevolking.
Waag en Beurs
Bij de waag konden kooplui elkaar ontmoeten, je kon dan bij de Waag op de Dam je
koopwaar laten wegen. Ook richten Adam een wisselbank op. Echte handel werd gedreven
in de Beurs.
Specialisatie en commerciële landbouw
Sommige provinciesteden specialiseerden zich in 1 tak van nijverheid. Nederlandse boeren
gingen zich ook specialiseren, ze gingen meer vee houden. Ze zorgen voor melk, boter, kaas
en vlees. Ze produceerden nu voor de hele republiek. Dit noemen we commerciële
landbouw. De Republiek leek wel 1 grote productie en handelsmaatschappij te worden, zo
begon de gouden eeuw.
3.2
Terug in Adam
De expeditie van Jacob cornelisz van Neck en Jacob van Heemskerck was de tweede die
om Kaap de goede Hoop naar Azië ging. Deze ging in 1598 van start met in totaal 8
schepen. Ze gingen naar Java.
Nederlanders overzee
De Portugezen en Spanjaarden namen allemaal dingen mee vanuit Azië. Dit werd eerst
verkocht in Antwerpen, maar daarna in Adam. Nederlanders wouden ook een route vinden
dus ging Jacob van Heemskerck en Willem Barentsz in 1596 langs het noorden van Europa
naar Azië. Ze gingen via Noorwegen en bleven vastzitten in een ijsschots. En moesten op
, Nova Zembla overwinteren. Willem Barents overleefde dit niet JH wel. Cornelis Houtman
bleek het wel te zijn gelukt om Azië te bereiken, hij nam de route van de Portugezen.
VOC
Heel wat kooplui wou ook naar Azië en verenigde zich in de voorcompagnieën. Zij hadden
de reis van JH en Jacob Cornelisz` van Neck gefinancierd. Dit leverde heel veel winst op. Er
moest geen ruzie komen tussen die voorcompagnieën, de prijzen daalden door de
concurrentie heel erg. De republiek was toen in oorlog met Spanje, en ze hadden geld nodig.
Johan van Oldenbarnevelt richtte daarom in 1602 de VOC op. De voc had een afdeling,
kamer genoemd. In 6 Hollandse en Zeeuwse handelssteden. Zo’n kamer had een eigen
pakhuis en kantoor. Afgevaardigden van de kamers vormden samen het bestuur van de voc.
De voc huurde voor elke vaart opnieuw zeelui en soldaten. De voc kreeg van de Staten-
Generaal het alleenrecht om naar Azië te varen. Handelsmonopolie voor de republiek.
Andere kooplui mochten geen eigen handeltje beginnen. Elke scheepskist werd
gecontroleerd. De voc mocht ook net als zelfstandige staten, oorlog voeren en verdragen
sluiten met Aziatische vorsten. Er voerden ook soldaten mee met de schepen.
Jacatra werd Batavia
De volkeren in Japan, China enz hadden geen behoefte aan Europese producten, alleen aan
vuurwapens. Maar ook aan goud en zilver. De volkeren in zuid-oost Azië dreven al heel lang
handel, en wilde de voc mee doen dan moesten ze de vloot langer in de Aziatische wateren
blijven. Daar waren handelsfactorijen voor nodig. De voc stichtte of veroverde deze plekken.
Coen besloot in 1618 dat de juiste plaats voor een centraal bestuur lag in Batavia, hij joeg
alle mensen uit hun huizen.
Ruilen en kopen
De voc verdiende vooral met de inter-aziatische handel. Ze kochten wat in en verkochten het
weer door. Factorijen waren daarvoor voldoende, de voc sloot handelsverdragen met
Aziatische vorsten, vrijwillig of met geweld. De Hollanders probeerden zo de markt te
beheersen.
Doordat de bewoners van de Banda-eilanden zelf nootmuskaat gingen verkopen, namen de
Hollanders hun plaats in. De Hollanders stichtten behalve de handelsfactorijen, het gebied
rond Batavia en een paar eilanden geen kolonies in Azië.
Aandelen
Om alles te financieren gaf de voc aandelen uit. Je gaf geld, en kreeg een deel van de winst.
Het dividend. De Voc was de allereerste firma die aandelen uitgaf. Iedereen kocht een
aandeel, dus de voc werd van iedereen!
Oorlog en handel
De Spanjaarden gaven duinkerkers kaperbrieven om hun vijanden aan te pakken. De
republiek deed hetzelfde. Handel en oorlog ging hand in hand.
Verdieping bij 3.2
Jacob van Heemskerck en Willem Barentsz zaten vast in een ijsschots en W van B stierf.
Jacob van H ging mee met de tweede expeditie naar Azië. Daarna bij de 3e expeditie stichtte
H nog meer handelsfactorijen op Ambon en Banda. In de straat van Malakka veroverde hij
een Portugees schip. Raadpensionaris van Oldenbarnevelt benoemde H tot admiraal.
Te land ter zee
Wat tegenwoordig de marine heet, heette toen de admiraliteit. Ze lieten oorlogsschepen
bouwen en uitrusten. In het kanaal bestreden ze Duinkerkse kapers.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merelwagen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.