H1 studeren is investeren
Studeren is investeren betekent eigenlijk dat als je gaat studeren je er tijd, geld en energie in steekt
dat levert je later veel op.
Een schadeverzekering stelt de verzekerde schadeloos bij het optreden van een verzekerd risico.
Voorbeelden van schadeverzekeringen zijn een zorgverzekering, inboedelverzekering,
opstalverzekering en een arbeidsongeschiktheidsverzekering.
De te verwachten schadelast (TVS) bij een fietsverzekering gaat als volgt:
TVS = gemiddelde dagwaarde van een fiets x de kans op verlies of schade
Een levensverzekering is een verzamelnaam voor alle verzekeringen die te maken hebben met het
leven, de dood en de uitvaart van een mens. Levensverzekeringen worden afgesloten om
gebeurtenissen tijdens je leven te verzekeren zoals lijfrenteverzekering als aanvulling op het
pensioen. Levens verzekeringen kunnen afgesloten worden als vangnet voor nabestaanden zoals een
overlijdensrisicoverzekering en uitvaartverzekering.
H2 lenen
De studiefinanciering bestaat uit een studievoorschot, een aanvullende beurs en een studenten OV-
chipkaart.
Consumptief krediet is eigenlijk geld lenen (een afgesloten lening) voor de aanschaf van goederen
met beperkte houdbaarheid, zoals een fiets om je te voorzien in levensonderhoud. Als je geld leent,
ben jij de geldlener of ook wel genoemd de kredietnemer. Jij ontvangt dan het geld van een bank
bijvoorbeeld. De bank die geld verschaft, is de geldgever, ookwel de kredietgever of
kredietverschaffer.
De totale kosten van een krediet (de kredietkosten) bestaan uit: rente, afsluitingskosten,
verzekeringskosten, administratiekosten, etc. er zijn diverse vormen van consumptieve kredieten
zoals een persoonlijke lening, het doorlopend krediet, huurkoop en koop op afbetaling.
Een persoonlijke lening is een lening aan een consument voor de aanschaf van een duurzaam
consumptiegoed. De hoogte van de persoonlijke lening is afhankelijk van je inkomen, je woonlast en
overige financiële verplichtingen. De veel al vaste maandlasten bestaan uit een
aflossingsbestanddeel en een interestbestanddeel, samen vormen zij de annuïteit. Naarmate de
looptijd van de lening verstrijkt, wordt het aflossingsbestanddeel steeds groter en het
interestbestanddeel (rente) steeds kleiner.
Annuïteit = periodiek gelijkblijvend bedrag van rente en aflossing samen.
Een doorlopend krediet is een krediet vorm waarbij met de kredietnemer wordt overeengekomen
tot welk bedrag (de kredietlimiet) deze naar behoefte geld kan opnemen. De kredietlimiet is weer
afhankelijk van je inkomen en je financiële situatie. Je betaalt alleen rente over het opgenomen
bedrag en het interestpercentage is variabel.
Krediet kosten bereken je door:
Termijnbedrag x aantal termijnen – de prijs (waarvoor je betaald) = kredietkosten
Huurkoop is dat je iets koopt maar niet gelijk eigenaar bent maar in termijnen betaald. Als je het
laatste termijn hebt betaal ben je pas eigenaar.
, Koop op afbetaling is een variant van huurkoop. Ook hierbij wordt krediet verstrekt voor de aanschaf
van een duurzaam consumptiegoed. Het verschil met huurkoop is dat je hiermee gelijk eigenaar van
het product wordt.
Wanneer de interest wordt berekend over het oorspronkelijke kapitaal of schuld in een bepaalde
periode spreken we van enkelvoudige interest. De enkelvoudige interest (rente) bereken je als volgt
I = (K x P x T): 100
Interest of rente = oorspronkelijke kapitaal x rente percentage per periode x aantal
periode: 100
H3
In de sociale huursector is de maximale huur die corporaties mogen vragen gebaseerd op een
puntensysteem. Dus afhankelijk van de oppervlakte, isolatie, voorzieningen enz. worden er punten
toegekend en dat bepaald de maximale huur. De overheid bepaalt ieder jaar opnieuw met hoeveel
procent de huur maximaal mag stijgen
Als huurder moet je de huur betalen en woning netjes houden. De opzegtermijn voor de huur is gelijk
aan de betalingstermijn van de huur (meestal 1 maand). De huurder heeft recht op woongenot en
privacy (de huurder moet dan ongestoord van het gehuurde genieten zonder overlast van de
verhuurder). De huurder geniet dus van huurbescherming. Alleen met toestemming van de rechter
kan de verhuurder de huurovereenkomst beëindigen.
Voor het kopen/verkopen van een woning is het raadzaam een makelaar in te schakelen. Voor het
kopen van een huis sluiten mensen een hypotheeklening af. Een hypothecaire lening is een lang
lopende lening met een onroerend goed (de woning) als onderpand. Het onroerend goed is een
soort waarborg of dekking. Door deze extra zekerheid is interestpercentage lager dan bij andere
leningen. Als de geldlener zijn betalingsverplichtingen niet na komt, kan de geldgever het onroerend
goed opeisen.
De persoon die leent is hypotheekgever en de geldverstrekker is de hypotheeknemer. Bij het
afsluiten van een hypothecaire lening wordt door de notaris een hypotheekakte opgesteld en de
notaris zorgt ervoor dat de hypotheek wordt ingeschreven in het hypotheekregister.
De rente die op de hypotheeklening wordt betaald, mag in mindering worden gebracht op het
inkomen waarover inkomensheffing wordt geheven, mits er vanaf het begin op de lening afgelost
wordt. de inkomensheffing bestaat uit belasting en premies volksverzekeringen en werkt als volgt:
De inkomensheffing werkt als volgt:
Het bruto jaarinkomen min de aftrekposten is het belastbaar inkomen
Het heffingsbedrag wordt berekend over de verschillende schijven die op het belastbare
inkomen van toepassing zijn
De algemene heffingskorting en de arbeidskorting verlagen het heffingsbedrag dat
uiteindelijk betaald moet worden.
Het bruto jaarinkomen – heffingsbedrag = netto jaarinkomen
De algemene heffingskorting krijgt iedereen die heffing moet betalen en de arbeidskorting krijgen
alle mensen die werken, tenzij het inkomen te hoog is. Daarnaast zijn er nog heffingskortingen voor
bepaalde groepen mensen zoals alleenstaande ouders of ouderen.
Bepaalde kosten/uitgaven mogen in mindering gebracht worden op het inkomen. Dit zijn de
zogenaamde aftrekposten. De rente op een hypotheeklening is bijvoorbeeld een aftrekpost.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annemalestein. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.86. You're not tied to anything after your purchase.