Aantekeningen Business Law
Hoorcolleges 1 t/m 11
Studiejaar: 2020 – 2021
Docenten: dr. mr. G. Van der Sangen & R. van Meerwijk LLM
Universiteit: Tilburg University
Diederick Luijckx
2055411
,Uitwerking van Diederick Luijckx, visualisatie Tilburg University
Inhoud
College 1 - Introductie........................................................................................................................2
College 2 – Personenvennootschappen..............................................................................................6
College 3 – persoonsgebonden samenwerkings-BV’s: hybride tussen contract en instituut...........13
College 4 – het concern en concernfinanciering...............................................................................21
College 5 – going public and being public.........................................................................................29
College 6 – overnames en groepsintegratie.....................................................................................40
College 7 – Reorganisaties................................................................................................................51
College 8 – het concern en haar stakeholders – perspectief aandeelhouder...................................62
College 9 – het concern en haar stakeholders – perspectief van crediteuren..................................69
College 10 – het concern en haar stakeholders – perspectief van werknemers...............................79
College 11 – De organisatie van non-profit organisaties..................................................................87
1
,Uitwerking van Diederick Luijckx, visualisatie Tilburg University
College 1 - Introductie
Deel 1
Wat is ondernemingsrecht? Wat is de functie van ondernemingsrecht? Theoretisch kader van
de begrippen ‘ondernemer’ en ‘onderneming’
De vraag naar wat ondernemingsrecht is, is eigenlijk vragen naar de functie van het
ondernemingsrecht. Vier functies:
1. Faciliteren van ondernemerschap en innovatie
2. Basismodel voor de financiering van de onderneming
3. Bijdrage leveren aan efficiënte inrichting van diverse ondernemingsorganisaties
4. Bescherming van belangen van stakeholders bij de ondernemingsorganisaties
Werknemers, aandeelhouders (minderheidsaandeelhouders) en crediteuren.
De vier functies leveren een bijdrage aan welvaart.
o concurrentie tussen landen voor beste vestigingsklimaat
o ook binnen interne markt EU als geheel
Ondernemingsrecht betrekt ook het contractenrecht, anders kan het niet functioneren natuurlijk.
Ook het goederenrecht (overdracht van eigendom). Ondernemingen kunnen ook failliet gaan
(insolventierecht). Arbeidsrecht natuurlijk ook. Kapitaalmarktrecht (beleggend publiek).
(Sheet met bolletjes: Blauw is partijautonome rechtsgebieden, licht blauw ietsje minder, roze/rood
toch weer meer gebonden = bescherming, rode gebieden publiek belang).
Er zijn twee systemen waarin de ondernemer zijn onderneming kan drijven:
1. enerzijds = niet in een rechtsvorm geïncorporeerde rechtsvormen: eenmanszaak, vof,
maatschap, CV = contractenrecht
2. anderzijds: BV, NV (SE = europees), Coöperatie (SCE Europees), Onderlinge
Waarborgmaatschappij en EESV. Dit zijn ondernemingsvormen waarin de onderneming
wordt gedreven die rechtspersoonlijkheid hebben. En: Vereniging en Stichting ook RP maar:
uitkeringsverbod.
Drie onderscheidingen:
Onderscheid 1:
Ondernemer
o Rechtssubject dat een onderneming in stand houdt (natuurlijk persoon of
rechtspersoon)
o Zie de rechtsvormen van de vorige sheet
Onderneming
o Rechtsobject: het geheel van activa en passiva dat door de ondernemer is bestemd
om op winst gerichte activiteiten te ontplooien (HrgW en HNW)
o Organisatie waarin in de regel meer dan 50 werknemers in dienstbetrekking
werkzaam zijn (WOR en WEOR)
Conclusie: rechtssubject en rechtsobject zijn te onderscheiden
, Uitwerking van Diederick Luijckx, visualisatie Tilburg University
Fiscaal administratieplicht: art. 52 Awr (aangifte voor de belasting als eenmansonderneming = winst
uit onderneming aan kunnen geven dus met welke activa hij zijn onderneming drijft en kunnen
aangeven wat eventuele aftrekposten dan zijn.
Eenmanszaak dus wel plichten om boekhouding en administratie te voeren maar dus nog geen
afgescheiden vermogen in de zin van een scheiding tussen privé en zaakvermogen. Maar hij moet het
privé en zaakvermogen dus wel apart administreren = art. 3:15i BW jo art. 52 Awr.
VOF = meerdere ondernemers werken samen dmv een samenwerkingsovereenkomst waarbij ze een
bedrijf uitoefenen zie art. 16 WvK Geen RP! Maar er ontstaat wel: afgescheiden vermogen!.
De activa die door de ondernemers bestemd zijn als doelvermogen van de VOF, dat vormt volgens
vaste rechtspraak een doelgebonden gemeenschap waarover de ondernemers privé niet kunnen
beschikken zolang de samenwerking zich voordoet (zie ook week 2).
In faillissement voor de VOF: zaakcrediteuren hebben voorrang om op het afgescheiden vermogen
van de VOF te verhalen ten opzichte van privé crediteuren (HR) zie ook week 2.
Onderscheid 2:
Rechtspersoon als rechtssubject
o Rechtspersonen staan voor wat het vermogensrecht betreft aan natuurlijke
personen gelijk (art. 2:5 BW)
o Formele scheiding ondernemingsvermogen (asset partitioning)
o Eigen crediteuren met verhaal op ondernemingsvermogen
o Noodzaak tot vertegenwoordiging
o Noodzaak tot bestuur
Natuurlijke persoon al dan niet gezamenlijk met anderen via contractuele samenwerking
o Vraag: is hier ook niet al sprake van een rechtspersoon?
Onderscheid 3:
Rechtspersoon/vennootschap als ‘instituut’ Schilfgaarde: RP staat los van de leden of
aandeelhouders van de RP. En dat de RP geregeerd wordt door eigen regels (wet en statuut).
En bij het functioneren van die RP vervolgens, dat het feit dat er sprake is van
aandeelhouders en leden, en dat die aandeelhouders daarboven onderlinge afspraken
hebben gemaakt dat dit dus irrelevant is voor het functioneren van die RP = institutionele
opvatting/ instituutsgedachte = RP deelt zelfstandig mee in het rechtsverkeer. dit is dan
problematisch voor de quasi-vof BV = op basis van samenwerkingsovereenkomst (VOF) die zij
onderbrengen in een BV.
Rechtspersoon/vennootschap als ‘instrument’
Deze twee begrippen, instituut en instrument roepen een aantal vragen op:
o Kan binnen een rechtspersoon inhoud worden geven aan een persoonsgebonden
samenwerking? Van der Sange denkt dat dit gewoon door kan gaan, zie college 3.
o Op welke wijze werken afspraken van de samenwerkende partners door in de
deelrechtsorde van die rechtspersoon?
o Wat betekent het begrip ‘vennootschappelijk belang’ in dit verband? hoe dit te
lezen bij een persoonsgebonden samenwerking BV. Heeft het belang van de
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller diederickluijckx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $15.13. You're not tied to anything after your purchase.