, Week 1: PMT - Verwerkingsopdracht
1. Wat is het doel van de test?
De PMT heeft als doel om inzicht te krijgen in een drietal persoonlijkheidsdisposities. Dit zijn
prestatiemotief, negatieve faalangst en positieve faalangst. Hierdoor kan de test worden gebruikt bij
selectie-, begeleidings-, en adviessituaties op de arbeidsmarkt en in het onderwijs.
2. Geef in één zin weer wat elke sub schaal meet.
1) Prestatiemotief (P)
Onder het prestatiemotief wordt een relatief stabiele persoonlijkheidsdispositie verstaan die in een
aantal specifieke situaties leidt tot een verhoogde mate van presteren, zoals het uitblinken in
taaksituaties, zowel in de ogen van anderen als van zichzelf.
2) Positieve faalangst (F+)
Positieve faalangst kan eveneens worden opgevat als een dispositie die actief wordt in die situaties die
voor de persoon belangrijk zijn en een ongestructureerd, weinig overzichtelijk, complex, nieuw of
onbekend karakter hebben, maar dan met een positief effect op de prestaties.
3) Negatieve faalangst (F-)
Negatieve faalangst kan gezien worden als een angst die over het algemeen, in situaties die voor de
persoon belangrijk zijn en een ongestructureerd, weinig overzichtelijk, complex, nieuw of onbekend
karakter hebben, een negatief effect heeft op de prestaties.
3. Bij welke doelgroepen kan de test afgenomen worden?
De test kan worden afgenomen bij personen van 16 jaar en ouder, ongeacht hun opleidingsniveau.
4. Zijn er speciale richtlijnen voor afname? Zo ja, beschrijf deze in eigen woorden.
Ja. De speciale richtlijnen voor de afname zijn dat de test afgenomen moet worden door een ervaren
testleider en de groepen respondenten niet groter zijn dan 30 personen. De respondenten moeten hun
naam en andere persoonlijke gegevens invullen op het testformulier. Daarna lezen de respondenten de
instructies rustig door. Eventuele vragen van de respondenten worden beantwoord, waarbij er niet
wordt ingegaan op de inhoud van de vragenlijst. Na het beantwoorden van alle vragen begint de PMT
test. Er is geen eindtijd van het invullen van de vragenlijst. Als iedereen de test heeft gemaakt wordt er
gecontroleerd of de respondent al zijn materiaal heeft ingeleverd en of de test volledig ingevuld is.
5. Wat is de betrouwbaarheid van de test? Hoe is deze onderzocht?
De betrouwbaarheid volgens de Cotan voldoende. De betrouwbaarheid is gemeten met de
betrouwbaarheidscoëfficiënt ‘Chronbach’s Alfa’. De schalen van de PMT test hebben een hoge
homogeniteit. Ook werdt de standaard meetfout berekend. En met deze gegevens zijn de
2
,betrouwbaarheidsintervallen van de scores berekend. Volgens de ontwikkelaars is de test voor 68%
betrouwbaar.
6. Hoe is de validiteit van de test onderzocht?
De validiteit is de PMT test is onderzocht op twee manieren. De validiteit is onderzocht door te kijken
of er een correlatie bestond tussen de items en de schalen. Ook werden er validiteitsonderzoeken
gedaan. Volgens de Cotan is de begripsvaliditeit en criteriumvaliditeit onvoldoende. Het is
onvoldoende omdat er nog te weinig onderzoek naar gedaan is.
7. Wanneer zou je deze test inzetten? Beschrijf twee concrete situaties.
Ik zou de test inzetten bij iemand die studeert. Bijvoorbeeld bij een leerling waarvan er bekend is dat
hij slim is, maar toch onder zijn niveau presteert. Vroeger vond iedereen hem erg slim, soms werd hij
wel eens nerd genoemd. Ik zou een PMT test bij deze leerling willen uitvoeren om te kijken waar dit
onderpresteren vandaan kan komen. Zo kan er bijvoorbeeld uitkomen dat hij een lage
prestatiemotivatie heeft. Dit kan besproken worden bij een psycholoog en daar kan er naar een
verklaring worden gezocht. Misschien vult hij wel expres foute antwoorden in, omdat hij niet hoog wil
presteren en dus slim gevonden wil worden. Hij voelt zich misschien een buitenbeentje in de klas, en
probeert er op deze manier wel bij te horen.
Ook zou ik de test in kunnen zetten bij iemand die een ernstige mate van uitstelgedrag vertoont.
Bijvoorbeeld bij iemand die graag wel wil presteren, maar bang is om zichzelf en anderen teleur te
stellen over dat hij de taken niet goed kan doen. Door een PMT test uit te voeren kan gekeken worden
naar of er sprake is van negatieve faalangst. En misschien is er juist op bepaalde gebieden wel sprake
van positieve faalangst. Op basis van deze uitslag kunnen er gerichte stappen ondernomen worden om
deze persoon te helpen.
3
, Week 1: PMT – Testrapportage
Algemene gegevens
Gegevens cliënt: Julia, 20 jaar
Gegevens testleider: Sophie Liebregts; Toegepast Psycholoog in opleiding
Datum: 10 februari 2021
Vertrouwelijkheid: Het psychologisch rapport is een persoonlijk document waarin veel
privacygevoelige informatie wordt vrijgegeven. Het is dan ook
vanzelfsprekend dat deze rapportage met de grootst mogelijke zorg wordt
behandeld. De geldigheid van deze rapportage is beperkt tot één jaar na datum
van afgifte. Er wordt voldaan aan de beroepscodes van het NIP.
Aanleiding
Hulpvraag cliënt: “Hoe komt het dat ik zo in de stress raak van school en andere dingen?”
Het doel van de test: De PMT heeft als doel om inzicht te krijgen in een drietal
persoonlijkheidsdisposities. Dit zijn prestatiemotief, negatieve faalangst en
positieve faalangst.
De onderzoeksvraag: In hoeverre wordt Julia beïnvloed door de scores van haar drie
persoonlijkheidsdisposities?
Afname omstandigheden/observatie cliënt
Afname omstandigheden:
Geen bijzondere afname omstandigheden.
Observatie:
De cliënt was over het algemeen onrustig en vulde twijfelachtig de vragen in. Haar houding was
voorovergebogen en ze keek een paar keer om zich heen om na te denken over de vraag, waarbij ze
peinsde en op haar pen beet. De test was afgerond na 40 minuten, deze tijd ligt boven het gemiddelde.
Beschrijving resultaten op schaalniveau
Prestatiemotief
4
,Op prestatiemotief scoort de cliënt zeer hoog in vergelijking met de normgroep. Dit betekent dat de
cliënt het waarschijnlijk belangrijk vindt om uit te blinken door het leveren van goede prestaties. Ze
beschikt over een flinke dosis doorzettingsvermogen bij taken die voor haar belangrijk en uitdagend
zijn. Vermoedelijk benut zij haar capaciteiten optimaal om zo op een zo hoog mogelijk niveau te
functioneren. Daarnaast is ze waarschijnlijk toekomstgericht en gaat ze over het algemeen planmatig
te werk.
Het belangrijk vinden om uit te blinken door het leveren van goede prestaties, kan vermoedelijk
komen vanuit de visie van haar ouders om succesvol te worden. Daarnaast zou het streven en behalen
van goede prestaties jaloezie bij anderen kunnen oproepen. De cliënt presteert al jaren heel goed op
school en benut haar capaciteiten optimaal. Ze heeft een flinke dosis doorzettingsvermogen, dit kan
verschillende reacties oproepen vanuit haar omgeving. Haar directe omgeving zou dit waarschijnlijk
een goede eigenschap vinden, aangezien zij dezelfde visie hebben. Maar misschien hebben haar
klasgenoten niet zo’n doorzettingsvermogen en roept dat irritaties op bij zowel de cliënt als haar
klasgenoten. De cliënt gaat vermoedelijk over het algemeen planmatig te werk. Een positief aspect
hiervan is, is dat ze overzicht heeft en weet wat ze moet doen. Een negatief aspect kan zich
waarschijnlijk uiten nu bijvoorbeeld met de lockdown. Er is geen perspectief wanneer de situatie beter
zal worden, dat valt niet te plannen. Dit kan vervelende emoties oproepen bij de cliënt, omdat ze de
situatie niet in de hand heeft. Ook kan het te erg planmatig te werk willen gaan, wellicht uiteindelijk
omslaan in een te erge vasthoudendheid, dit kan vermoedelijk resulteren dat de cliënt niet meegaand is
met hetgeen wat om haar heen gebeurd.
Positieve faalangst
Op positieve faalangst scoort de cliënt laag gemiddeld in vergelijking met de normgroep. Dit betekent
dat vele anderen respondenten ook deze score hadden. Een laag gemiddelde score op positieve
faalangst betekend dat de cliënt vermoedelijk vaak beter functioneert in een stabiele en gestructureerde
omgeving. Aan de andere kant zorgen vermoedelijk soms juist de situaties die spanning en druk
oproepen voor betere prestaties.
De cliënt functioneert vaak beter in een stabiele en gestructureerde omgeving. De cliënt woont sinds
een jaar op kamers in Utrecht, haar ouderlijk huis staat in Brabant. Wellicht heeft het aanpassen aan de
stad te maken met paniekaanvallen, aangezien hier een grote verandering is gemaakt van omgeving.
Ook gaat de cliënt elk weekend nog naar huis om te hockeyen. Dit zorgt ervoor dat de omgeving
steeds veranderd en deze niet meer gestructureerd is, dit kan zorgen de cliënt minder goed
functioneert. Aan de andere kant ervaart de cliënt soms spanningen en druk die wel zorgen voor betere
prestaties. Dit kan bijvoorbeeld komen door de wedstrijdmentaliteit van Julia. Ze hockeyt elk weekend
en hierbij komen waarschijnlijk spanningen en druk kijken om te winnen.
Negatieve faalangst
Op negatieve faalangst scoort de cliënt hoog in vergelijking met de normgroep. De cliënt is
waarschijnlijk erg gevoelig voor stressvolle situaties en ongestructureerde taken met een belangrijk
karakter. Dit zal bij de cliënt soms zorgen voor de nodig reacties, zoals verhoogde somatische reacties,
gevoelens van onbekwaamheid en hulpeloosheid, de verwachting van straf of verlies van status en
eigenwaarden. Deze gevoelens zorgen voor een negatief effect op de prestaties van de cliënt.
Dat de cliënt erg gevoelig is voor stressvolle situatie en ongestructureerde taken met een belangrijk
karakter valt terug te zien op moment waarop de cliënt moet presteren. Doordat de cliënt zo goed wil
presteren, kan de stress hoog oplopen. Dit kan bij de cliënt lichamelijke reacties oproepen, zoals
bijvoorbeeld de paniekaanvallen. Ook zou Julia misschien het gevoel kunnen krijgen dat ze haar
ouders heel erg teleurstelt als ze niet goed zou presteren, aangezien haar ouders zo graag willen dat ze
haar diploma haalt en succesvol wordt. Het zou daarom dus kunnen dat de druk om te presteren vanuit
de omgeving zo hoog is, dat de cliënt haar lichaam haar een halt toe roept.
Conclusie
5
, De 20-jarige Julia heeft zich aangemeld met de vraag: “Hoe komt het dat ik zo in de stress raak van
school en andere dingen?”. Uit het intakegesprek is gebleken dat Julia Communicatiewetenschappen
studeert aan de universiteit in Utrecht en op kamers woont. Julia’s gezin vindt studeren erg belangrijk.
Ook bezoekt Julia haar gezin nog elke week. De laatste jaren krijgt Julia last van paniekaanvallen en
ervaart ze spanningen om kleine dingen. Vooral in tentamen weken heeft ze erg veel last van stress en
black-outs.
Tijdens de testafname is Julia gespannen omdat ze bang is om fouten te maken. Ook vroeg ze een paar
keer naar de betekenis van een woord. De psycholoog heeft daarom aangegeven dat ze geen vragen
mag beantwoorden en dat Julia haar eerste indruk moest noteren als antwoord.
Uit het onderzoek is gebleken dat Julia het waarschijnlijk belangrijk vindt om goede prestaties te
leveren, vooral op schoolgebied. Hierbij gaat ze planmatig te werk en is ze het liefst in een
gestructureerde en stabiele omgeving. Julia is een erge strever die planmatig en gestructureerd te werk
gaat. Aan de ene kant zorgt dit ervoor dat ze weet wat ze wil en goed presteert, en aan de andere kant
vraagt ze vermoedelijk soms te veel van zichzelf dat het haar opbreekt. Julia wil het zo graag goed
doen, zowel voor haarzelf maar ook voor haar omgeving. Daarnaast is Julia waarschijnlijk erg
gevoelig voor stressvolle situaties en belangrijke ongestructureerde taken. Zo zorgt bijvoorbeeld het
op en neer reizen van Brabant naar Utrecht voor een ongestructureerde omgeving waarin ze veel moet
schakelen. Als Julia te maken heeft met veel van deze stressvolle situaties kan dit vermoedelijk te veel
voor haar worden en uiteindelijk paniekaanvallen oproepen.
Daarom moet er vermoedelijk voor Julia duidelijkheid en structuur zijn in hetgeen wat zij doet. De
cliënt wil perspectief zien in de toekomst, dat geeft haar rust in haar hoofd en hierdoor kan ze
uiteindelijk beter presteren. Dit zorgt ervoor dat ze minder in de stress raakt van school en andere
dingen. Als ze deze rust niet heeft, gaan in haar lichaam de alarmbellen af.
Advies
Ik zou Julia adviseren om eerst even stil te staan bij hetgeen wat zij eigenlijk wil en waar zij gelukkig
van wordt. Ik zou haar adviseren om haar wensen na te streven, en niet wat de omgeving van haar
verwacht. Hiervoor kan ze in gesprek gaan met een positief psycholoog.
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sofielemmers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.22. You're not tied to anything after your purchase.