100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting VIG BOK 1 toets - Fase 1 $3.22
Add to cart

Summary

Samenvatting VIG BOK 1 toets - Fase 1

 27 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Verslag over: - Spijsverteringsstelsel - Gezonde geest in een gezond lichaam - Braken, sputum, koorts - Werking van de longen - Urinewegstelsel Houdt er rekening mee dat dit verslag geschreven is in 2018.

Preview 3 out of 23  pages

  • January 11, 2022
  • 23
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
BOK1 (fase1 OP1)

Leskaart: Spijsvertering: weg van mond tot kont
Doel: Je beschrijft de anatomie en de werking van het spijsverteringsstelsel

Totale spijsvertering, 1 vraag
Functie: voedsel verteren.
Belangrijkste voedingsstoffen die bij de vertering vrijkomen: suikers, eiwitten + vetten.
1. Kauwen + speeksel  voedselbrokken.
2. Slokdarm  maag (2-6 uur)  maagsappen.
3. Darmen (5-6 uur)  alvleesklier + galblaas geven in de darmen verteringssappen af.
4. Onverteerde gedeelte (12-24 uur)  endeldarm  poep.

Bouw:
Systeem van buizen en lichaamsholten. De buizen zijn opgebouwd uit 4 lagen:
1. Slijmvlies (mucosa) = binnenste laag. Maakt water (voedseldeeltjes oplossen), slijm
(beschermende en glijdende functie) en verteringssappen (breken suikers, eiwitten en vetten af).
2. Submucosa = bindweefsellaag  voeding + zuurstof.
3. Spierlaag  voortbewegen van voedselbrij = peristaltiek.
4. Serosa = buitenste bindweefselvlies  omhult alle onderdelen.

Mond, 2 vragen
Mondholte (farynx).
Functie: begin spijsverteringskanaal.
Bouw: binnenzijde mondholte  plaveiselepitheel (veel slijmcellen).
- 32 tanden

Drie speekselklieren:
1. Oorspeekselklier.
2. Onderkaakspeekselklier.
3. Ondertongspeekselklier.

Functies speeksel:
1. Vertering van voedsel. Speeksel bevat het enzym (hulpstof voor afbreken stoffen) amylase.
Zetmeel  suiker.
2. Glijmiddel.
3. Bescherming van mondholte tegen infecties.
4. Tegengaan slijtage tanden + kiezen.

Functies tong (lingua):
1. Onderdeel van kauw- slikproces.
2. Reiniging van de mondholte.
3. Verdeling speeksel.
4. Spraakfunctie.

Slikreflex, 2 vragen
Keelholte (larynx) – spijsverteringsstelsel + ademhalingsstelsel.

,Slikreflex  tong duwt de voedselbrok + huig omhoog (neusholte afgesloten).
Strottenhoofd  omhoog. Strottenklepje sluit de luchtpijp af. Voedsel  slokdarm.

Slokdarm, 1 vraag
(oesofagus) = gespierde buis, 30 cm lang, 2cm diameter.
Binnenkant: plaveiselepitheel overgangslaag met slijmproducerende klieren, 2 sterke spierlagen.
Slokdarm heeft 3 sluitspieren (sfincters). Bovenste en onderste zijn in rust gesloten, zodat
maaginhoud niet kan terugvloeien. Alleen tijdens slikken openen ze.
Slokdarm  peristaltiek, produceert alleen slijm.

Maag, 2 vragen
(ventriculus) = belangrijk orgaan voor de verwerking van voedsel.
Inhoud leeg = 1 liter. Max = 3 liter.
Bouw:
1. Maagmond (cardia) = deel waar slokdarm uitmondt
2. Maaghoepel (fundus)  verzamelt lucht (boeren).
3. Maagzak (corpus) – verzamelplaats voedsel
4. Voortportaal v/d sluitspier (antrum)
5. Sluitspier naar de darmen (pylorus), of maagportier

Maagwand  3 spierlagen.
Binnenzijde  cilindrisch epitheel.

Functies maag:
Wandcellen prikkel  water, zoutzuur, pepsinogeen en intrinsieke factor aanmaken = zure vloeistof
= maagsap. + slijm aangemaakt anders maagwand aangetast door eigen maagsap.
Eiwitten worden afgebroken doordat pepsinogeen door het zoutzuur wordt omgezet in pepsine in de
maagholte.
De intrinsieke factor, dat de wandcellen aanmaken is een eiwitcomplex dat zich in de darmen bindt
aan vitamine B12. Vitamine B12 kan je niet zelf aanmaken. Is nodig voor aanmaak rode
bloedlichaampjes.
Door maagsap wordt de voedselbrij dunner. Maagwand trekt zich elke 20 sec. ritmisch samen.

Tot nu toe verteerd: zetmeel door amylase uit speeksel en eiwitten door pepsine uit de maag.

Dunne darm, 2 vragen
(intestinum tenue) = laatste gedeelte van de vertering en worden voedingsstoffen opgenomen, 6
meter lang.
Drie gedeelten:
1. Twaalfvingerige darm (duodenum).
2. Nuchtere darm (jejunum).
3. Kronkeldarm (ileum).

Twaalfvingerige darm: lengte 12 duimbreedte lang, 20- 25 cm.
 Na sluitspier v/d maag, bocht naar beneden.
 Bocht: kop alvleesklier + galbuis. = Papil van Vater.
In de papil van Vater zich een sluitspier (sfincter van Oddi)
 In rust gesloten,
Functie twaalfvingerige darm: vangt zure chymus uit de maag
op. Sfincter van Oddi opent zich.
 Gal + alvkleeskliersappen toegevoegd  chymus wordt ontzuurt.

,  Vetten in voedselbrij nog niet echt afgebroken  vetten worden bolletjes  gal maakt
vetbolletjes kleiner (emulgeren).

Voedselbrij in twaalfvingerige darm stimuleert alvleesklier om 3 soorten enzymen af te scheiden.

Nuchtere darm: leeg bij lijkschouwing, 2,5 meter lang.
Kronkeldarm: 3,5 meter lang, komt uit in de dikke darm.

Bouw dunne darm  grote opnamecapaciteit:
1. Darmplooien  bevorderen vermenging van darminhoud met verteringssappen.
2. Darmvlokken (villi)  eenlagig cilindrisch epitheel = uitstulpingen.
3. Microvilli.

Werking dunne darm  spieren kleden darminhoud omlaag naar dikke darm. In de darmvlokken
(villi) wordt een aantal stoffen aangemaakt:
1. Water: oplosmiddel voedselbrij.
2. Slijm: glijmiddel en bescherming darmwand.
3. Enzym enterokinase: zet inactieve verteringsenzym trypsinogeen uit de alvleesklier om in het
actieve trypsine. Trypsine breekt eiwitten af in aminozuren. Aminozuren = kleinste bouwstenen 
lichaam eigen eiwitten kan maken.
4. Mengsel van de enzymen maltose, sacharose en lactose  zetten de resten van grotere suikers
om in enkelvoudige suikers.

In de darm  Gal: 0,5 liter per dag. Alvleeskliersap 1,5 liter per dag. Darmsap: 2-3 liter.

Alvleesklier, 2 vragen
(pancreas) = gemengde klier met een
exocriene functie + endocriene functie.
1. Exocriene functie = productie van
alvleeskliersappen  twaalfvingerige darm
 vertering.
2. Endocriene functie = afgifte hormonen
insuline en glucagon. (suikerstofwisseling).

Bouw: 14 cm. lang, 70-100 gram.
Naast elkaar liggende lobben met elk eigen
afvoergangetje  alvleesklierbuis.

Functies:
Exocriene functie  belangrijkste werkzame stoffen in de
verteringssappen zijn:
Enzymen:
1. Amylase = Zetmeel  suikers.
2. Trypsine = Eiwitsplitsers.
3. Lipase = Vetsplitsers.
en natriumbicarbonaat = Neutraliseert en ontzuurt de zure
voedselbrij die uit de maag komt.

De enzymen worden pas in de darmholte geactiveerd.
Anders breekt de alvleesklier zichzelf af.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller izzyvans. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.22
  • (0)
Add to cart
Added