Samenvatting voor BOK4 - FASE 1
- Bedcomplicaties
- EHBO
- Oren
- Ogen
- Zenuwstelsel
- CVA
Houdt er rekening mee dat deze samenvatting is geschreven in 2019
Deel 2 B01 Bedcomplicaties
Doel:
❶ De complicaties bij langdurige inactiviteit benoemen (=bedrustcomplicaties);
❷ Per complicatie
a. de betekenis omschrijven;
b. de oorzaak omschrijven;
c. de bijbehorende verschijnselen beschrijven;
d. de preventieve maatregelen beschrijven;
van:
Flauwvallen;
Trombose en embolie;
Pneumonie (aspiratiepneumonie en hypotatische pneumonie);
Complicaties met de uitscheiding (urine en ontlasting);
Smetten;
Complicaties van spieren en gewrichten;
Complicaties van psychosociaal functioneren.
❸ Omschrijven wat decubitus is;
❹ De oorzaken, risicofactoren en risicoplaatsen van decubitus benoemen;
❺ De categorieën waarin decubitus wordt ingedeeld;
❻ De maatregelen benoemen om decubitus te voorkomen
Bedcomplicaties
Als een zorgvrager door een ziekte of aandoening
langdurig inactief is, kan hij last krijgen van lichamelijke
complicaties, zoals decubitus, spieratrofie, trombose en
obstipatie. Maar er kunnen ook complicaties ontstaan op
psychosociaal gebied, zoals hospitalisatie. Het
voorkomen van complicaties van langdurige inactiviteit is
een belangrijke taak voor jou als verzorgende.
Complicaties van de bloedsomloop
Wanneer een zorgvrager na 24 uur bedrust overeind
komt, kunnen zijn hersenen even te weinig bloed krijgen.
Door plotseling overeind te komen daalt de bloeddruk;
dit noem je orthostatische hypotensie. Hierdoor kan de
zorgvrager flauwvallen.
Maatregelen om flauwvallen te voorkomen:
1. Laat de zorgvrager actieve en passieve oefeningen in rugligging doen vóórdat hij rechtop gaat
zitten.
2. Doe regelmatig de rugsteun omhoog en plaats de kussens in een huisje, als dit is toegestaan.
3. Laat de zorgvrager zo veel mogelijk zelf doen tijdens de bedverpleging, denk ook aan
hulpmiddelen als een papegaai of een touwladder.
4. Mobiliseer de zorgvrager in stappen: op de rand van het bed zitten, met de benen bengelen, enige
tijd goed rechtop op de bedrand blijven zitten, naast bed gaan staan, zitten in een stoel vlak naast
bed, daarna wat verder van het bed af enzovoort. Dit mobiliseren gebeurt altijd onder leiding van
minimaal één zorgverlener, zodat de zorgvrager geobserveerd kan worden.
,Trombose en embolie
Trombose is een bloedstolsel in een bloedvat. Trombose ontstaat door verschillende oorzaken,
vooral door vertraging van de bloedstroom en beschadiging van de vaatwand. Beide factoren komen
voor bij langdurige bedrust. Als de zorgvrager bedrust heeft, stroomt er minder bloed naar de
spieren. En omdat hij zijn spieren niet gebruikt, wordt de afvoer van het bloed via de beenaders
vertraagd. De wand van de ader kan gemakkelijk beschadigen tijdens bedrust, als de ader onder druk
komt te staan. De ader komt dan als het ware klem te zitten tussen het bot van het onderbeen en
het matras.
Trombose door bedrust ontstaat bijna altijd in een diepe vene van het been. De aandoening wordt
daarom wel diepe veneuze trombose (DVT) genoemd. Ook spreken we vaak van een trombosebeen.
De verschijnselen van diepe veneuze trombose zijn:
1. de zorgvrager heeft pijn in de kuit en voetzool, vooral bij druk of bij overstrekking van de voet.
Vaak geeft hij dit aan als je zijn been optilt om het te wassen;
2. de kuit voelt vast aan en het been is dikker door oedeem;
3. het been voelt warm aan in vergelijking met het andere been;
4. de huid is glanzend en blauwachtig verkleurd door verminderd zuurstofgehalte;
5. de lichaamstemperatuur is licht verhoogd en de pols is versneld;
6. de zorgvrager is onrustig en angstig.
Maatregelen om trombose/embolie te voorkomen:
1. Zorg dat de huid waar bloedvaten oppervlakkig lopen niet afgekneld wordt, bijvoorbeeld door
kussens, banden van kousen.
2. Laat de zorgvrager niet met de benen over elkaar liggen.
3. Laat de zorgvrager regelmatig in bed oefeningen doen met de benen en de voeten.
4. Mobiliseer de zorgvrager zo vroeg mogelijk.
5. Let op de juiste houding in bed, geef wisselligging om de drie uur.
6. Gebruik elastische kousen om de bloedvaten te ondersteunen. Deze zijn er in diverse sterkten en
worden altijd op de persoon aangemeten.
7. Gebruik (op voorschrift van de arts) medicijnen om bloedstolselvorming te voorkomen:
anticoagulantia.
Een trombosebeen kan riskant zijn, omdat het vaak de oorzaak is van een longembolie. Een
longembolie is gevaarlijk; mensen kunnen eraan overlijden. Een longembolie ontstaat als een stukje
van een stolsel uit een diepe beenvene losraakt. Dit stolsel wordt dan via de bekkenvene en de
onderste holle ader naar het hart vervoerd.
Complicaties van de ademhaling voorkomen:
Als de zorgvrager lang in bed ligt, kunnen er ook complicaties ontstaan van de ademhaling, namelijk
longontsteking of pneumonie. Oorzaken zijn vooral verslikken en onvoldoende doorademen.
De belangrijkste symptomen van een pneumonie zijn:
1. Temperatuurverhoging
2. hoesten, vaak met ophoesten van geelgroen sputum
3. pijn bij het ademhalen
,Als de longontsteking ernstig is, zie je ook de volgende symptomen:
1. De temperatuur loopt snel op en de zorgvrager heeft koude rillingen.
2. De zorgvrager kan erg benauwd worden en een blauwe verkleuring van de huid en slijmvliezen
vertonen, dus cyanotisch worden.
3. Door de koorts en de benauwdheid kan de zorgvrager verward zijn.
Aspiratiepneumonie
Door verslikken kan een verslikpneumonie, ook wel aspiratiepneumonie genoemd, ontstaan. Veel
zorgvragers vinden het moeilijk om liggend of halfzittend te eten en te drinken. De kans op
verslikken neemt toe als de zorgvrager niet goed bij bewustzijn is of als hij door zijn ziekte of
ouderdom slikstoornissen heeft.
Maatregelen om aspiratiepneumonie te voorkomen:
Zorg dat de zorgvrager zich niet kan verslikken, door:
1. niet al te dunne voeding (pap, yoghurt) te geven;
2. hem in een halfzittende houding te zetten, met kussens om de armen te ondersteunen en een
voetenplankje om wegglijden te voorkomen. Dit kan alleen als de situatie van de zorgvrager het
toelaat;
3. de tijd te geven om te eten en drinken, bij platligging met een rietje te laten drinken en het hoofd
opzij te laten draaien;
4. sondevoeding te geven als de slikreflex ontbreekt;
5. bij braken de zorgvrager te ondersteunen en bij platligging het hoofd opzij te houden;
6. de zorgvrager goed te observeren, en hoesten na eten en drinken direct te melden;
7. nooit drinken aan te bieden aan een zorgvrager die niet volledig bij bewustzijn is.
Hypostatische pneumonie
Longontsteking door onvoldoende doorademen noemt men een hypostatische pneumonie of
longontsteking. Een ander woord voor hypostase is bloedovervulling door te trage loop van het
bloed. Dit zegt dus iets over de oorzaak van de longontsteking. Tijdens rust is de ademhaling altijd
oppervlakkiger. De onderste delen van de longen worden dan niet geventileerd (‘gelucht’). Doordat
in die longdelen de lucht niet wordt ververst, krijgen micro-organismen de kans om uit te groeien en
een longontsteking te veroorzaken. Hypostatische pneumonie komt vooral veel voor bij bedlegerige
ouderen en bij mensen die een verse buikoperatiewond hebben. De buikwond doet pijn bij diep
doorademen.
Maatregelen om hypostatische pneumonie te voorkomen:
1. Laat de zorgvrager actief doorademen, eventueel met hulp van een fysiotherapeut. Laat hem een
inademingsoefenapparaatje gebruiken.
2. Geef de zorgvrager de juiste houding in bed: bij voorkeur rechtop, eventueel wisselligging.
3. Bied hulp bij het ophoesten.
4. Geef op tijd de pijnmedicatie of maak afspraken met de arts over pijnmedicatie.
, Complicaties met de uitscheiding voorkomen
Veel mensen vinden het moeilijk om op bed in een po of een urinaal te plassen. Schaamte speelt
daarbij een rol, maar ook angst dat het beddengoed nat wordt. Mannen die gewend zijn staande te
plassen, vinden het vaak moeilijk om liggend te plassen. Als mensen niet kunnen plassen, spreken
we van urineretentie. Als urineretentie te lang blijft bestaan, gaat de blaas ‘overlopen’: er ont staat
incontinentie. Andere mensen kunnen wel plassen, maar het lukt ze niet om de blaas goed leeg te
plassen. De urine die dan in de blaas achterblijft, noemen we een residu.
Door een urineresidu kan een blaasontsteking ontstaan. Urine is namelijk een goede voedingsbodem
voor bacteriën. Blaasontsteking kan ook lijden tot opstijgende infecties in de urinewegen, met als
mogelijk gevolg steenvorming in de urinewegen.
Door langdurige inactiviteit treedt ontkalking van de botten op. Als de zorgvrager niet genoeg drinkt,
kan kalk in de nieren, de urinewegen of de blaas achterblijven en kunnen nier- of blaasstenen
ontstaan. Bij urineweginfecties is eveneens het gevaar voor nier- en blaasstenen groot.
Maatregelen om het urineren te bevorderen en steenvorming te voorkomen:
1. Laat de kraan lopen.
2. Doe warm water in de po.
3. Geef de zorgvrager een andere houding in bed, bijvoorbeeld rechtop.
4. Laat de zorgvrager (meer) bewegen.
5. Laat de zorgvrager minimaal twee liter vocht innemen (vochtbalans starten of bijhouden).
6. Bij urineretentie en residu: blaaskatheterisatie in overleg met de arts. Een residu van 20 ml is
toegestaan. Wanneer er vaker achter elkaar meer dan 100 ml residu is, wordt een verblijfskatheter
of zelfs operatief ingrijpen overwogen.
7. Stel de oorzaak van incontinentie vast en start vervolgens de behandeling.
Maatregelen om het defeceren te bevorderen
Door inactiviteit en bedrust raakt het defecatiepatroon verstoord en kan de zorgvrager last krijgen
van obstipatie. Obstipatie is een verstopping in de darmen. Vooral het schaamtegevoel om op een
kamer met andere zorgvragers te moeten defeceren kan hiertoe leiden. Ook een belemmerende
factor is dat de zorgvrager een heel andere houding moet aannemen dan normaal. Andere factoren
die een rol spelen, zijn inactiviteit en medicijngebruik. Het hoestdempende middel codeïne en de
pijnstillende middelen die opiaten bevatten, remmen de darmwerking en zorgen daardoor bijna
altijd voor obstipatie.
Maatregelen om obstipatie te voorkomen:
1. Voldoende vochtopname, eventueel vochtlijst aanleggen.
2. Meer lichaamsbeweging, door passieve of actieve oefeningen in bed.
3. Snel mobiliseren, als dat mag.
4. Vezelrijke voeding, eventueel pruimen op sap.
5. Voldoende tijd nemen voor toiletgang, zorgen voor privacy en overleggen met zorgvrager om
ongewenste geuren te bestrijden. Eventueel de zorgvrager met bed en al naar de badkamer
brengen.
6. Als alle bovengenoemde maatregelen niet helpen: laxeermiddelen toedienen op
doktersvoorschrift.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller izzyvans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.