De samenvatting is gemaakt aan de hand van het boek 'Zwaartepunten van het vermogensrecht' geschreven door Prof. mr. W.H.M. Reehuis.
In deze samenvatting is van het onderdeel goederenrecht hoofdstuk 2 t/m hoofdstuk 7 samengevat. Van het onderdeel verbintenissenrecht is hoofdstuk 13 t/m 20 sameng...
2. Absolute rechten op goederen....................................................................6
2.1 Eigendom................................................................................................................. 6
2.1.2 De eigenaar komt het vrije genot van zijn zaak toe...........................................6
2.1.3 De eigenaar komt de bevoegdheid toe om over zijn zaak te beschikken...........6
2.1.4 Beperkingen aan het recht van de eigenaar......................................................6
2.1.5 Het eigendomsrecht is een absoluut recht.........................................................6
2.1.6 Het recht van de eigenaar is een absoluut subjectief vermogensrecht op een
zaak............................................................................................................................ 7
2.1.7 Eigendom is een voorbeeld van een absoluut recht op een goed......................7
2.2 Beperkte rechten...................................................................................................... 7
2.2.1 Beperkte zakelijke rechten.................................................................................7
2.2.2 Beperkte rechten die geen zakelijke rechten zijn...............................................7
2.2.3 Een beperkt recht op een goed heeft absolute werking.....................................7
2.2.4 Prioriteitsregel.................................................................................................... 7
2.2.5 De beperkte rechten vormen een gesloten systeem..........................................7
2.3 Absolute vermogensrechten.....................................................................................8
2.3.2 Absolute vermogensrechten die niet op goederen rusten..................................8
2.5 Zaken- en goederenrecht......................................................................................... 8
3. Verkrijging en verlies van goederen...........................................................8
3.2 Verkrijging onder algemene titel tegenover verkrijging onder bijzondere titel.........8
3.3 Gesloten stelsel van verkrijging en verlies van goederen.........................................8
3.4 Originaire verkrijging tegenover derivatieve verkrijging..........................................9
3.5 Het verschil tussen een zakelijk recht en een persoonlijk recht...............................9
4. Werking tegen derde publicatie..................................................................9
4.1 Algemeen................................................................................................................. 9
4.2 Registergoederen en de openbare registers betreffende registergoederen.............9
4.4 Voldoen onze privaatrechtelijke publicaties in de praktijk?....................................10
5. Bezit....................................................................................................... 10
5.2 Bezit en detentie.................................................................................................... 10
5.3 Nadere wettelijke regels voor de vaststelling van bezit..........................................10
5.4 Bezitsverkrijging en bezitsverlies...........................................................................11
5.5 Bezit te goeder trouw............................................................................................. 11
5.6 Rechtsgevolgen van bezit......................................................................................12
5.6.2 Processuele functie van bezit...........................................................................12
6. Overdracht..............................................................................................12
6.2 Beschikkingsbevoegdheid......................................................................................12
6.2.1 Het begrip beschikkingsbevoegdheid...............................................................12
6.2.2 De rechthebbende is beschikkingsbevoegd, tenzij...........................................13
6.2.3 Een niet-rechthebbende is niet beschikkingsbevoegd tenzij............................13
2
, 6.4 Levering................................................................................................................. 14
6.4.2 Wijzen van levering.......................................................................................... 14
7. Derdenbescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid............................15
7.2 Derdenbescherming door art. 3:86.........................................................................15
7.2.1 De regel van art. 3:86 lid 1...............................................................................15
7.2.2 Ratio van de regel van art. 3:86 lid 1..............................................................15
7.2.3 Voor welke goederen en leveringen geldt de regel van art. 3:86 lid 1?............15
7.2.4 Goede trouw van de derde verkrijger...............................................................15
7.2.5 De derde verkrijger moet het goed anders dan om niet geleverd hebben
verkregen.................................................................................................................. 16
7.2.6 De zaak is van diefstal afkomstig; de uitzondering van lid 3 op lid 1...............16
13. Verbintenis en verbintenissenrecht.........................................................16
13.1 Verbintenis........................................................................................................... 16
13.1.1 Het begrip verbintenis....................................................................................16
14. De bronnen van de verbintenis...............................................................17
14.2 Rechtsregel, rechtsfeit en rechtsgevolg...............................................................17
14.3 Het rechtsfeit rechtshandeling.............................................................................17
14.3.1 Begrip rechtshandeling..................................................................................17
14.3.2 Meerzijdige en eenzijdige rechtshandelingen.................................................17
14.4 De rechtsfeiten onrechtmatige en rechtmatige daad...........................................17
14.4.2 Het rechtsfeit onrechtmatige daad.................................................................17
14.4.3 Het rechtsfeit rechtmatige daad.....................................................................18
14.5 Ook blote feiten kunnen rechtsfeiten zijn.............................................................18
14.6 Schema rechtsfeiten............................................................................................. 18
15. Totstandkoming van overeenkomsten.....................................................18
15.2 Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en aanvaarding daarvan.....18
15.2.1 Aanbod en aanvaarding.................................................................................18
Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en aanvaarding daarvan (art.
6:217 lid 1 BW). Van aanbod is sprake wanneer de verklaring de voornaamste
elementen van de inhoud van de eventueel te sluiten overeenkomst bevat, zodat
een ja van de wederpartij voldoende is om de overeenkomst tot stand doen te
komen....................................................................................................................... 18
15.2.2 Het begrip ‘aanbod’........................................................................................19
15.2.3 Het begrip ‘aanvaarding’................................................................................19
15.3 Wil, verklaring en gerechtvaardigd vertrouwen....................................................19
15.3.2 Bescherming van de wederpartij die gerechtvaardigd heeft vertrouwd.........20
15.3.4 Een bijzonder geval: wilsontbreken ten gevolge van geestelijke stoornis......20
, 16.2.5 Misbruik van omstandigheden........................................................................21
16.2.6 Uitoefening beroep op een wilsgebrek...........................................................21
16.2.7 Bevestiging.................................................................................................... 22
16.5 De inhoud............................................................................................................. 22
16.5.1 Contractsvrijheid............................................................................................ 22
16.5.2 Bepaalbaarheid..............................................................................................22
16.5.3 Strijd met de goede zeden of openbare orde.................................................22
16.5.4 Strijd met de wet............................................................................................22
16.5.5 Onredelijk bezwarende bedingen in algemene voorwaarden.........................22
17. Uitleg en uitvoering van overeenkomsten...............................................23
17.2 Wat is de inhoud van de partijafspraak................................................................23
17.2.1 Taalkundige uitleg is beperkt.........................................................................23
17.2.2 Uitleg en vertrouwensleer..............................................................................23
17.3 Aanvulling door wet, gewoonte en redelijkheid en billijkheid...............................23
17.4 De redelijkheid en billijkheid.................................................................................23
17.4.1 Algemeen....................................................................................................... 23
17.4.2 Aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid..................................23
17.4.3 Beperkende werking van redelijkheid en billijkheid........................................23
17.4.4 Onvoorziene omstandigheden........................................................................24
17.5 Wie stelt de inhoud van de overeenkomst vast?..................................................24
18. Nakoming en andere wijzen van tenietgaan van verbintenissen...............24
18.1 Inleiding................................................................................................................ 24
18.2 Nakoming............................................................................................................. 24
18.2.1 Algemeen....................................................................................................... 24
18.2.2 Wie moet tegenover wie nakomen?...............................................................25
18.2.3 Wat is de inhoud van de nakoming?...............................................................25
18.2.4 Wanneer en waar moet worden nagekomen?................................................25
18.3 Andere wijzen van tenietgaan van verbintenissen...............................................25
18.3.4 Vernietiging.................................................................................................... 25
18.3.5 Ontbinding..................................................................................................... 25
19. Rechten van de schuldeiser bij niet-nakoming 1: nakoming en
schadevergoeding.......................................................................................26
19.2 Recht op nakoming.............................................................................................. 26
19.3 De gevolgen van het niet-nakomen van verbintenissen.......................................26
19.4 Vereisten voor het ontstaan van een verplichting tot schadevergoeding.............26
19.5 Tekortkoming....................................................................................................... 26
19.6 Toerekenbare en niet-toerekenbare tekortkoming...............................................27
19.7 Aan de schuldenaar toerekenbare tekortkomingen/wanprestatie........................27
19.7.2 Krachtens diens schuld aan de schuldenaar toerekenbare tekortkomingen...27
19.7.3 Krachtens de wet aan de schuldenaar toerekenbare tekortkomingen............27
19.7.4 Krachtens rechtshandeling aan de schuldenaar toerekenbare tekortkomingen
.................................................................................................................................. 27
19.7.5 Krachtens verkeersopvatting aan de schuldenaar toerekenbare
tekortkomingen......................................................................................................... 28
19.8 Nakoming is blijvend onmogelijk of nog mogelijk.................................................28
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nonnaaxo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.71. You're not tied to anything after your purchase.