- Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ werd toegepast op alle terreinen van de
samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
- Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse
verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme)
- Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de
daarmee verbonden transatlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme
- De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten,
grondrechten en staatsburgerschap
Verlichtingsdenkers
Baruch Spinoza (1632-1677)
Spinoza kwam in Amsterdam door zijn vader, en hij vond dat er geen persoonlijke god was en werd
daarom uit zijn Joodse gemeenschap gezet. Hij is een pantheïst: God openbaart zich in de mensen, in
de natuur en in de dieren. Ook vind hij dat er geen scheiding is tussen kerk en staat.
Emmanuel Kant (1724-1804)
Kant is voorstander van de verlichting en probeert empirisme en rationalisme te verzoenen.
Empirisme: is onderzoek doen doormiddel van experimenten en zintuigelijke warnemingen, het
wordt ook wel de inductieve methode genoemd. Rationalisme: is wetenschappelijk denken in het
hoofd en daarna uittesten. Hij schrijft een boek genaamd ‘’kritiek van het zuivere verstand’’ en vind
dat mensen ethisch moeten handelen.
Kleine voorbeelden
- Francis Bacon, een empirist.
- Descartes: ik denk dus ik ben, een voorbeeld van rationalisme. (1596-1650)
- Van Leeuwenhoek verbeterde de microscoop en ontdekte bacteriën en spermacellen. (1632-
1723)
- Christiaan Huygens was natuurkundige en ontdekte de slingerklok. ( 1629-1695)
- Boerhuure was een goede arts (1668)
Thomas Hobbes (1588-1679)
hij vindt dat de mens een wolf is voor de medemens, als je de mens zijn gang laat gaan wordt die
gevaarlijk. Hij wil graag een absoluut vorst.
John Locke (1632-1704)
John Locke is een gematigde verlichtingsdenker
, Hij heeft een optimistisch mensbeeld en zegt dat elk kind wordt geboren als onbeschreven blad, de
opvoeding maakte een kind goed of slecht. Hij wou een constitutionele monarchie en een
constitutioneel stelsel erbij. Hij vind dat er een sociaal contract is.
Sociaal contract: het volk moet gehoorzaam zijn aan de vorst en aan de wetten, het volk geeft
hiermee dus een deel van zijn vrijheid op. De vorst moet zorgen voor goed bestuur en voor
bescherming van het volk.
Montesquieu (1689-1755)
Montesquieu vind dat er geen absoluut vorst moet zijn, maar dat er drie onafhankelijke machten
meten zijn, de trias politica. De uitvoerende macht blijft in handen van de vorst, de wetgevende
macht is van een gekozen volksvertegenwoordiging en de rechterlijke macht is handen van
onafhankelijke rechters.
Frans Voltaire (1694-1778)
Voltaire was een gematigde verlichtingsdenker
Voltaire was een voorstander van het Deïsme: god heeft de wereld geschapen maar houd zich er nu
niet meer mee bezig. Voltaire wou gelijkheid voor de gegoede burgerij met de belastingen en met de
politiek. Alleen voor de gegoede burgerij! Niet voor het gewone volk!
Hij vond de constitutionele monarchie goed en vond verdraagzaamheid op geloof heel belangrijk. Hij
was een soort raadgever voor vorsten van verlichtte absolutisten of moderne despoten
Diderot (1713-1784)
Diderot was een radicale verlichtingsdenker
Hij heeft de eerste encyclopedie geschreven en was ook adviseur/raadgever. Hij was een atheïst:
gelooft in geen god. Hij wil gelijkheid voor iedereen.
Jean Jacques Rousseau (1712-1778)
Rousseau was een radicale verlichtingsdenker
Hij neemt het sociaal contract over van John Locke en hij vind dat de meerderheid van het volk
beslist. Het is dus niet democratisch want er wordt gewoon naar de meerderheid geluisterd en de
rest niet. Hij schreef over het onderwijs, omdat hij vind dat een kinderen een vrije opvoeding moeten
hebben zodat ze kunnen leren van hun nieuwsgierigheid.
Adam Smith (1723-1790)
Smith was grondlegger van het economisch liberaal denken. Hij heeft een boek de Wealth of nations
geschreven en onderzoekt welvaart in bepaalde gebieden. Hij was voorstander van absolute vrije
handel en tegenstander van het protectionisme en het Franse mercantilisme: Frankrijk subsidieerde
export en voerde invoerheffingen in op buitenlandse producten. Deze denkbeelden werden in 1791
doorgevoerd in een wet.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ambervanhalen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.