Q&A wetenschapsfilosofie:............................................................................................................................ 8
HC 1&2:.................................................................................................................................................................8
HC 3&4:...............................................................................................................................................................10
HC 5&6:...............................................................................................................................................................12
HC 7&8:...............................................................................................................................................................13
Werkcolleges
Werkcollege 1 Hume:
Hume’s Treatise:
Hume zegt dat je eerst een wetenschap over de menselijke natuur moet ontwikkelen voordat je aan
andere wetenschappen kan beginnen.
“It is evident that all the sciences have a relation, greater or less, to human nature: and that
however wide any of them may seem to run from it, they still return back by one passage or
another. Even Mathematics, Natural Philosophy, and Natural religion, are in some measure
dependent on the science of MAN; since they lie under cognizance of men, and are judged of
by their powers and faculties. It is impossible to tell what changes and improvements we
might make in these sciences were we thoroughly acquainted with the extent and force of
human understanding, and could explain the nature of the ideas we employ, and of the
operations we perform in our reasoning.”
“Here then is the only expedient, from which we can hope for success in our philosophical
researches, to leave the tedious lingering method, which we have hitherto followed, and
instead taking now and then a castle or village on the frontier, to march up directly to the
capital or center of these sciences, to human nature itself; which being once masters of, we
may everywhere else hope for an easy victory. From this station we may extend our
conquests over all those sciences, which more intimately concern human life, and may
afterwards proceed at leisure to discover more fully those, which are the objects of pure
curiosity. There is no question of importance, whose decision is not comprised in the science
of man; and there is none, which can be decided with any certainty, before we become
acquainted with that science. In pretending therefore, to explain the principles of human
nature, we in effect propose a complete system of the sciences, built on a foundation almost
entirely new, and the only one upon which they can stand with any security.
Als je kennis hebt over hoe mensen kennis verwerven, dan maakt dat de kennisverwerving in andere
gebieden (wetenschappen) gemakkelijker. Je zal dan ook weten welke fouten mensen maken in hun
denken over de wereld. Je moet dus eerst aan psychologie doen, voordat je aan een andere
wetenschap begint.
Dit kunnen we koppelen aan de opvatting van Francis Bacon:
Bij Bacon zie je ook dat kennis van de menselijke psychologie, met name kennis van de idols/biases,
nodig is om foutloze verwerving van kennis mogelijk te maken.
Francis Bacon deed eigenlijk aan psychologie avant la lettre: hij liet zien dat mensen bepaalde
denkpatronen hebben die kennisverwerving in de weg staan, hij noemt deze ‘epistemologische
,vooroordelen’ idols. Hij onderschrijft eigenlijk de confirmation bias. We zien hier dus dat Bacon zegt
dat kennis van de psychologie belangrijk is voor de epistemologie. Hij maakt een onderscheid tussen
vier verschillende soorten idols:
Idols of the tribe: typisch menselijke fouten zoals het zien van orde en regelmaat waar er in
werkelijkheid geen orde en regelmaat is)
Idols of the cave: vooroordeel omdat we tot een bepaalde groep behoren,
Idols of the marketplace: denken dat iets bestaat omdat we erover kunnen praten, zoals
‘heks’, geluk, elan vital etc.
Idols of the theatre: vooroordelen omdat de autoriteiten zeggen dat ze kloppen.
We kunnen de opvatting van Humes ook koppelen aan de missie van de TiU: understanding society:
voordat je de samenleving kan begrijpen, moet je toch eerst de mens en hoe de mens denkt
begrijpen. Als de TiU dit echt wil, dan zal je, in lijn met de gedachten van Hume, alle studenten
(ongeacht de studie die ze volgen) psychologie moeten onderwijzen. Je moet immers eerst kennis
hebben van de menselijke psyche en hoe mensen kennis verwerven.
Zowel Bacon als Hume maken duidelijk dat kennisverwerving niet probleemloos is. De vraag is echter
wat is kennis? Kunnen we wel kennis verwerven? Of heeft de scepticus gelijk dat het verwerven van
kennis onmogelijk is?
Kenmerken van kennis:
1. Waarheid: maar mensen spreken niet altijd de waarheid (denk aan Diederik Stapel). Welke
dingen kunnen waar of onwaar zijn? Claims, beweringen en hypothesen, verzamelingen van
bewering: theorieën; kunnen waar zijn. Het zijn uitingen van wat iemand gelooft (wat iemand
overtuigingen zijn).
Maar wanneer is een zin/bewering/theorie waar?
Correspondentie een zin is waar als deze correspondeert met de feiten:
correspondentietheorie van de waarheid.
2. Rechtvaardiging: alleen waarheid van een zin is niet voldoende om het als kennis te
classificeren. Je moet aan kunnen geven hoe je weet dat de bewering waar is. Kennis is dus
een gerechtvaardigde & ware overtuiging (a justified & true belief).
Empiristen zijn van mening dat je aan rechtvaardiging komt door ervaringen opgedaan via de
zintuigelijke waarnemingen.
Een scepticus zoals Michel de Montaigne reageert hierop: met de claim dat ervaringen opgedaan via
zintuigelijke waarneming onbetrouwbaar zijn. Een empiristische rechtvaardiging is dus niet
acceptabel. Ook Hume vindt dit een probleem: als we nadenken over matters of fact maken we
volgens Hume gebruik van het concept ‘oorzakelijkheid’.
Hume stelt dat we gebeurtenis A de oorzaak van gebeurtenis B als er wordt voldaan aan de volgende
eisen wordt voldaan:
1. Priority: gebeurtenis a komt voor gebeurtenis B
2. Contiguity: gebeurtenis A vindt plaats nabij (in plaats en tijd) gebeurtenis B
3. Noodzakelijkheid: gebeurtenis B mag niet toevallig na gebeurtenis A optreden.
Juist het 3e punt, noodzakelijkheid is voor empiristen problematisch. Je kan niet waarnemen dat er
een noodzakelijk verband is tussen 2 gebeurtenissen. Je moet dus concluderen dat gebeurtenis A de
oorzaak van gebeurtenis B is. Hume stelt dat we zo in elkaar zitten dat, wanneer we een constante
conjunctie waarnemen, we de conclusie van noodzakelijkheid trekken. Dit is echter inductief
redeneren (case – result – rule) (these beans are from this bag – these beans are white – alle beans
from this bag are white – Charles Peirce). Inductief redeneren is problematisch: het is een ongeldige
manier van redeneren, de waarheid van de conclusie volgt niet uit de waarheid van de premissen.
Het zou zo kunnen zijn, maar het zou ook zo kunnen zijn dat er ook blauwe bonen in de zak zitten.
Inductie als rechtvaardiging van overtuigingen waar we van denken dat gebeurtenis A de oorzaak is
van gebeurtenis B is, schieten we dus tekort.
, We willen dus kennis hebben over de wereld/matters of fact, daar hebben we kennis over
oorzakelijke verbanden voor nodig. Om kennis over oorzakelijke verbanden te hebben, hebben we
kennis van noodzakelijke verbanden nodig noodzakelijke verbanden zijn echter niet
waarneembaar een empirist kan er dus geen kennis van hebben (want een empirist stelt dat we
alleen kennis kunnen verwerven door ervaringen opgedaan via de zintuigelijke waarneming)
scepticisme volgt.
Onze psyche heeft als oplossing voor het nodig hebben van kennis over oorzakelijke en daarmee dus
ook van noodzakelijke verbanden een oplossing ‘bedacht’: bij het zien van constante conjuncties
concluderen we tot een oorzakelijk verband dit is inductief redeneren inductie is een ongeldige
vorm van redeneren scepticisme volgt.
Als we geen kennis van de wereld kunnen hebben, dan zullen psychologen dus niets te weten over
de menselijke psyche. We kunnen dan ook niets over onze samenleving te weten kunnen komen.
Betekent dit alles dat we dus allemaal sceptici moeten zijn? Of zijn er andere mogelijkheden?
Werkcollege 2: Logisch positivisme en Karl Popper
Centrale vraag: wat is wetenschap?
Demarcatiecriterium: een criterium dat het een van het ander scheidt, in deze context is een
demarcatiecriterium een criterium dat wetenschap van pseudowetenschap onderscheidt.
Het eerste demarcatiecriterium van de Logisch Positivisten (LP): verifieerbaarheid. Een bewering is
verifieerbaar als je kan aangeven wat de condities zijn waaronder je kan vaststellen dat de bewering
waar is, dat wil zeggen de feiten beschrijft zoals de feiten zijn. Bij de LP gaat het dan om
betekenisvolheid en wetenschappelijkheid: alleen zinnen die betekenisvol en wetenschappelijk die
verifieerbaar zijn.
Factual statements must be open to verification. If a statement cannot be empirically verified, it is
meaningless. […] When one knows which statements are meaningful and which aren’t, one also
knows which alleged sciences are real and which aren’t.
Toepassing van het demarcatiecriterium verifieerbaarheid:
1. Astrologie volgens ‘Libra’: ‘zij die door studie en ervaring weten hoe zeer ons gehele leven, ons
doen en laten, beïnvloed wordt door de krachten die in de Cosmos werken, vragen die zich altijd
weer en weer af, hoe het mogelijk is dat een wetenschap als de astrologie, die zich bezighoudt
met de studie der kosmische krachten, betrekkelijk zo weinig beoefenaars en zo veel
tegenstanders kent.
Men zegt dus expliciet dat het een wetenschap is op basis van die constellaties en
geboortedata kan men zaken voorspellen (een horoscoop) voor bepaalde personen en zo
een persoonlijke chart (persoonsbeschrijving) van iemand maken.
Astroloog Browne zegt over het sterrenbeeld ‘Waterman’: ‘Aquarius, natural born teachers,
more comfortable with groups than with one-to-one relationships; love to dance, love water
and ocean, […] slow to anger but furious when they get there; very ingenious, hate injustice.’
i. Wetenschappelijk volgens het eerste demarcatiecriterium van de LP?
Deze uitspraken zijn niet voor alle gevallen te controleren: het is praktisch ondoenlijk
om aan alle Watermannen te vragen of ze bijvoorbeeld inderdaad van dansen houden,
of ze zich meer comfortabel voelen in groepen dan in een-op-een relaties etc. het
zijn dus onwetenschappelijke uitspraken volgens het verifieerbaarheidscriterium.
o Kritiek van astrologen: je moet niet naar horoscopen kijken, maar naar echte
astrologie. Maar geldt dit dan ook voor de boeken (zoals dat van Libra) over
astrologie (en niet enkel voor een horoscoop in de krant) waarin
wetenschappelijkheid wordt geclaimd?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BdJ. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.17. You're not tied to anything after your purchase.