In dit document kan je mijn aantekeningen van tijdens de lessen van verslavingskunde terugvinden. Alles staat per week opgebouwd. Er staat alleen nuttige informatie in, vandaar dat er soms een week kan ontbreken. Ik heb belangrijke worden met rood gemarkeerd. Alles is erg geordend en dus makkelijk ...
Opwekkende/stimulerende middelen, meer energie en alertheid, meer zelfvertrouwen
Speed, cocaïne, XTC, koffie, roken
Week 2
Destilleren hoorde bij het leven. Drank was een basisbehoefte. Per toeval is alcohol ontstaan,
doordat er gist bij kwam. Dit is door de Arabieren ontdekt. Bier was vroeger beter dan water, het
bier werd gekookt waardoor de bacteriën eruit gingen. Door bier gingen mensen dus niet dood, en
van water wel.
Ze maakte de drank steeds sterker, dit zorgde voor problemen. Het geld werd uitgegeven aan de
drank. Vooral de arme dronken alcohol. In 1825 dronken ze 10 liter pure alcohol per persoon per
dag. Het werd vooral in kloosters gebrouwen, in armere landen waren dus ook veel meer
brouwerijen.
De overheid was tegen het stoppen van brouwerijen, dit kwam omdat het een bron van inkomsten
was.
Er zijn verschillende modellen hoe er naar verslaving is gekeken:
- Moreel model; gaat ervan uit dat verslaving ontstaat door een zwakke wil. De mensen zijn
zondig. Je bent zwak, dachten ze vooral vroeger.
1842 kwam de drankbestrijding. Oprichting Nederlandse Vereniging tot Afschaffing van
Sterke Dranken. Ze waren tegen schenken van sterke drank en voerde ze druk uit op de
politiek. Het water was namelijk schoner geworden, dus het drinken van alcohol was niet
meer nodig. De organisatie heeft er ook voor gezorgd dat drank een slechte naam kreeg.
In 1881 kwam de eerste drankwet. Dit was om geen alcohol te verkopen onder de 16 jaar.
Het heeft alleen niet bijgedragen om minder alcohol te gaan drinken. Het Leger des Heils
begon vanaf eind 19de eeuw met het bieden van praktische en laagdrempelige hulp en
steun aan paupers en ‘onfatsoenlijke’ armen; het afvalputje van de maatschappij.
- Farmacologisch model; De dronkaard was geen slecht mens die zijn ellende verdiende,
maar een patiënt die steun verdiende.
1909 oprichting van het medisch consultatiebureau alcoholisme Amsterdam. In de jaren
erna volgden andere steden. Praktische hulp aan gezinnen die in armoedige
omstandigheden leefden.
Vanaf 1910 mogelijkheden via strafrecht. Bij veroordeling van openbare dronkenschap kon
een voorwaarde worden uitgesproken: de man moest zich aanmelden bij het
consultatiebureau. Als ze zich niet wilden aanmelden werden ze in de cel gestopt.
Het blauwe front is een organisatie ook om drankgebruik tegen te gaan. Ze hebben ervoor
gezorgd dat de overheid meer macht kreeg, ze konden vergunningen afpakken om drank te
verkopen.
- Ziekte model; Drankbestrijders werden maatschappelijk werkers, verplegend personeel en
psychiaters en artsen. Hier wordt verslaving ook als een ziekte gezien, maar een ziekte van
het hele lijf.
Er zijn 4 fasen van gebruik (geldt ook voor gokken):
1. Experimenteer fase
2. Geïntegreerd gebruik
3. Schadelijk gebruik, misbruik van middelen, et verlangen naar een verdoving, vergetelheid
en vervoering (extase, roze wolk).
, 4. Verslaving, afhankelijkheid van het gebruik, het beheerst het leven en er is geen weerstand
meer te bieden. Er is invloed op alle gebieden, dus familie, relatie, etc.
Het AA-herstelprogramma: anonieme alcoholisten is een wereldwijde gemeenschap
honderdduizenden alcoholisten die zich verenig hebben om hun gemeenschappelijke
problemen op te lossen en om mede-alcoholisten te helpen bij het herstel van die
eeuwenoude, raadselachtige kwaal: het alcoholisme.
Risico op verslaving is niet enkelvoudig te verklaren. Hier volgen factoren die van invloed
kunnen zijn op verslaving:
1. Biogenetische factoren
2. Psychosociale factoren
3. Interpersoonlijke factoren
4. Culturele en maatschappelijke factoren
- Hersenziekte model; ziet verslaving als hersenziekte. Het is een neurologische ziekte.
- Bio-psycho-sociaal model; het is op verschillende manieren naar het probleem kijken. Je
kijkt vanuit biologisch, psychisch en sociaal (omgeving). Dit is een denkmodel en geen
werkmodel.
In de vorige eeuw waren het gescheiden trajecten. Je had psychiatrie en verslaving. Eind
vorige eeuw kwamen er fusies en samenvoegingen van psychiatrische zorg en
verslavingszorg. Vanaf eind vorige eeuw was er opkomst van kleinere specialistische
behandelklinieken in binnen en buitenland.
Dit model is ook wel op basis van het Minnesota-model (12 stappenmodel) + zingeving.
Aanbieden van medicatie (BIO)
Erfelijkheid: 1 op de 3 van verslaafden heeft een verslaafde ouder.
Vroegkinderlijke emotionele of fysieke verwaarlozing: kans op blijvende gevoeligheid van
hersenen voor verslavende stoffen.
Aangeboren stoornissen: als ADHD, angst- of stemmingsstoornis, autisme geven groter
risico op ontwikkeling van verslaving.
Aanbieden van therapieën (PSYCHO)
Middelen geven plezierige stemmingsverandering, euforie of extase
Middelen maken het sociale leven leuker
Middelen werken soms als medicijn bij vermindering stress en spanning of vermindering
van angst en somberheid.
Middelen veroorzaken psychische klachten zoals gebrek aan zelfvertrouwen en gebrek aan
zelfwaardering.
Aanbieden van opvoedondersteuning, dagbesteding, schuldsanering (SOCIAAL)
Gebruik van middelen, gamen en gokken hangt samen met cultuur en groep waarin
mensen/jongeren leven.
Factoren die daarbij een rol spelen:
Groepsdruk
Rol van ouders bij de opvoeding
Gemak waarmee ouders zelf gebruiken
Beschikbaarheid, bijv. internet en gamen en gokken
Zingeving
Zingeving is de reden om te leven, je hebt zin om met de dag te beginnen. Voor wie en hoe
ben ik betekenis? Dat is een vraag die veel verslaafden hebben. Als je geen zingeving hebt,
wat maakt het dan nog uit dat je verslaafd bent en jezelf kapot maakt? Daarom is zingeving
zo belangrijk.
- BPS en gecombineerd met zingevings model; Effect van middelen op
neurotransmittersystemen van de hersenen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evivanderkooij. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.83. You're not tied to anything after your purchase.