100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home

Summary

Samenvatting Inleiding methodeleer (zelf 8.5 gehaald)

 83 views  7 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van het boek Research Methods in Psychology van Beth Morling de 4e editie, de video’s en hoorcolleges (). Op de laatste twee bladzijdes staat nog (extra) uitleg over dingen die ik lastig vond. Zelf heb ik een 8,5 gehaald voor het tentamen. Ik hoop dat je er iets aan hebt e...

[Show more]

Preview 4 out of 47  pages

  • January 12, 2022
  • 47
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Methodeleer:
Module 1:
Hoofdstuk 1:
Er zijn producenten en consumenten in onderzoek.
Empirisch onderzoek: omvat bewijs van observaties of van instrumenten waarmee je meet.
Replicatie: studie wordt opnieuw uitgevoerd om te kijken of de resultaten hetzelfde zullen
zijn. Onderzoekers evalueren hun theorieën op basis van gewicht van bewijs: collectie van
studies.
Socioloog Merton heeft vier normen die onderzoekers moeten volgen:
- Universalisme: je hebt geen onderzoekerspositie nodig voor wetenschap
- Gemeenschappelijkheid: onderzoekers moeten hun werk transparant delen met
andere onderzoekers en het publiek.
- Ongeïnteresseerdheid: wetenschappers moeten geen persoonlijk belang hebben bij
het onderzoek. Ze accepteren de data en ze moeten niet bevooroordeeld zijn voor de
resultaten.
- Georganiseerde scepsis: wetenschappers twijfelen aan alles –> ze vragen altijd om
bewijs.
Onderzoek kan zichzelf corrigeren: ontdekken van eigen foute theorieën en ze corrigeren.


Basic onderzoek: algemene kennis uitbreiden i.p.v. een specifiek probleem. (Soms later
toegepast in de echte wereld). Denk aan structuur visuele systeem, capaciteit menselijk
geheugen.
Bv. Welke delen van het brein zijn actief wanneer ervaren mediatoren mediteren?
Vertalingsonderzoek: lessen uit basic onderzoek gebruiken/ testen in de echte wereld zoals
in het ziekenhuis. Is een soort ‘brug’ tussen basic onderzoek en toegepast onderzoek.
Bv. In een laboratoriumonderzoek, kan mediteren studentes cijfers verbeteren?
Toegepast onderzoek: bij een praktisch probleem, onderzoekers werken in de context van
de lokale live/ echte wereld. (Toegepaste problemen)
Bv. Heeft onze school nieuwe meditatie programma studenten geholpen beter te
focussen tijdens de wiskundelessen?


Journalisten overdrijven de resultaten vaak of nemen de details niet mee.
Wetenschappers publiceren in een journal. Hun artikels zijn peer-reviewed (andere
onderzoekers beoordelen anoniem het onderzoek.)

,Video 1.1:
Empirische cyclus: wetenschappelijke methode
- Observatie
- Theorie d.m.v. Inductie
- Voorspelling d.m.v. deductie (hypothese -> moet toetsbaar zijn)
- Toetsing
- Evaluatie (wat betekent uitkomst voor theorie?)
Dit gebeurt in een cirkel dus van evaluatie weer naar observatie en zo verder. Deze
cyclus heet ook wel de cyclus van de Groot.
Video 1.2:
Sommige theorieën kun je niet toetsen, deze zijn onweerlegbaar. Dan is de theorie niet
falsificeerbaar. Het is niet mogelijk om bewijs te vinden tégen de theorie. Er zijn geen
observaties die niet in overeenstemming zijn met de theorie. Dit zijn geen wetenschappelijke
theorieën. Want je kan niet aantonen wat klopt.
Dus observaties tégen theorie moeten mogelijk zijn, dan is het falsificeerbaar. Dit betekent
dat het mogelijk moet zijn maar het hoeft niet per se gedaan te worden. Of een theorie
falsificeerbaar is kun je beepalen vóórdat de gegevens binnen komen.
- Bv. zwaartekracht (het kan mogelijk zijn om observaties tegen de voorspelling te
doen maar er zijn zoveel observaties voor theorie dat het in balans is)
Video 1.3:
Voorspelling formuleren: concreet/ specifiek -> wie, wat, wanneer etc.
De theorie is algemeen.
Als de voorspelling uitkomt is de theorie niet weerlegd maar niet bewezen! (Theorie
aanhouden totdat iets beters langskomt). Dit omdat alternatieve verklaringen niet
meegenomen worden en je één concrete voorspelling nagaat terwijl er bij een theorie heel
veel voorspellingen horen.
Als voorspelling niet uitkomt is er een probleem en niet dat de theorie is weerlegd. Studie is
fout gegaan of voorspelling klopt niet. -> Aanpassingen doen máár je kunt niet oneindig je
theorie aanpassen -> risico dat theorie niet falsificeerbaar wordt.
Bij een voorspelling gaat het dus nooit om bewijzen maar om wel of niet verwerpen. Theorie
kun je niet verwerpen, hypotheses wel maar voorzichtig.

,Module 2:
Hoofdstuk 2:
Persoonlijke ervaring is geen goede bron:
- Het heeft geen vergelijkingsgroep. Je kijkt alleen naar jezelf. Je moet ook meerdere
dingen hebben geprobeerd om te kunnen vergelijken wat werkt.
- Er zouden ook andere alternatieven kunnen zijn die voor het resultaat hebben
gezorgd.
Onderzoek is beter dan ervaring omdat je er een controlegroep op kan zetten.
Gedragsonderzoek is waarschijnlijk (probalistic): de resultaten verklaren niet alle gevallen
ten alle tijden. De resultaten zijn bedoeld voor bepaalde gevallen. Er kan een sterke
waarschijnlijkheid zijn maar dat betekent nog niet dat de voorspelling perfect is.
Intuïtie kan bevooroordeeld zijn:
- Accepteren van een conclusie omdat het logisch lijkt.
- Beschikbaarheidsheuristiek (availability heuristic): dingen die makkelijk in ons
opkomen bepalen onze manier van denken. (Sommige dingen vallen meer op
waardoor je daar eerder aan denkt)
- Informatie die we niet hebben nemen we niet mee. Dingen die er wél zijn vallen
meer op → present-present bias; reflecteert ons gebrek om andere
vergelijkingsgroepen te overwegen. Het valt meer op als de handeling de gewenste
uitkomst heeft.
- Confirmation (bevestiging) bias: alleen kijken naar informatie die we wíllen krijgen.
- Bias blind spot (bevooroordeelde blinde vlek): mensen denken vaak dat ze niet
bevooroordeeld zijn. Hierdoor vertrouwen we onze foute redenering nog meer.
Autoriteiten zijn niet altijd betrouwbaar. Wanneer ze hun conclusies gebaseerd hebben op
goed uitgevoerd onderzoek, en niet op ervaring of intuïtie, kan het mogelijk zijn de autoriteit
te accepteren.
Wetenschappelijke bronnen:
- Journals:
o Empirische artikel: voor de eerste keer de resultaten.
o Review artikel: samenvatten en samenvoegen meerdere studies op een
onderwerp. → meta-analyse.
- Boeken of een bewerkt boek (meerder hoofdstukken geschreven door meerdere
mensen.)
Manieren van zoeken: PsycINFO zoekt alles zoals google alleen dan binnen de psychologie.
Google scholar. Sommige artikels zijn paywalled en sommige hebben open toegang.

, Opbouw artikel:
- Abstract: samenvatting
- Introductie (over onderwerp, theorie, vorige studies)
- Methode
- Resultaten
- Discussie
- Referenties
Lezen → wat is het argument (resultaat)? En wat is het bewijs hiervoor?
Checken hoe goed de studie is naast het verhaal en of het verhaal wel klopt met de studie/
resultaten. Disinformatie → motivatie (propaganda, politiek, passie), typen (helemaal fout of
fout met beschrijven). Voorkomen door kritisch lezen.



Hoofdstuk 3:
Variabele: iets dat varieert, het moet minstens twee opties hebben. Een constante is iets dat
kan variëren maar in de studie gelijk blijft.
Gemeten variabele: wordt gewoon gemeten. Gemanipuleerde variabele: onderzoeker
controleert de variabele/ bepaald de mate van de variabele. Sommige variabele zijn alleen te
meten omdat het niet gemanipuleerd kan worden of omdat dit niet ethisch is.
Conceptuele variabele: als onderzoekers over theorieën discussiëren of journalisten erover
schrijven. Operationele variabele: bij het testen van empirisch onderzoek →
operationaliseren: zodat je het kunt meten/ manipuleren.
Drie criteria bij causale claims: 1) er moet een correlatie zijn tussen twee variabele: relatie
van nul kan niet. 2) de causale variabele moet eerst komen en dan pas de uitkomst
variabele. 3) geen andere verklaring kan zorgen voor de relatie.
Statistische validiteit bij frequentieclaim: point estimate/ schatting: vaak een percentage.
Betrouwbaarheidsinterval: min/max van een schatting.
Drie criteria voor verband/ causation:
- Covariantie: in welke mate twee variabele samengaan.
- Tijdelijke voorrang (temporal precedence): de causale variabele moet eerder komen
dan de variabele die daardoor wordt veroorzaakt. (Bv. Sociale media veroorzaak
onrust → eerst social media en dan onrust en niet andersom.) Dus de twee variabele
moeten niet tegelijk gemeten worden.
- Interne validiteit: elimineren alternatieve verklaringen.
Onafhankelijke variabele: die je verandert/ manipuleert. Afhankelijke variabele: dat je
meet.
Random toewijzing van mensen bij onderzoek zodat alles zo gelijk mogelijk is.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maartje21. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $0.00. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

51036 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
Free  7x  sold
  • (0)