100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Economische orde & politiek samenvatting hoofdstuk 10 t/m 12 $5.90
Add to cart

Summary

Economische orde & politiek samenvatting hoofdstuk 10 t/m 12

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het vak economische orde & politiek van hoofdstuk 10 t/m 12

Preview 3 out of 25  pages

  • No
  • Hoofdstuk 10 t/m 12
  • January 12, 2022
  • 25
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 10.1 – Rol van geld in de economie

Onder geld verstaan we een algemeen aanvaard ruilmiddel. Als handel in goederen en diensten
plaatsvindt met behulp van geld, is er sprake van indirecte ruil. Het ruilen van goederen tegen
goederen heet directe ruil.
Geld vervult 3 functies in de economie:
1. Ruilmiddel: geld is een wettig betaalmiddel; je voldoet je schulden in het Eurogebied door in
euro’s te betalen.
2. Rekeneenheid: middel om de prijs van goederen en diensten in uit te drukken en te
vergelijken.
3. Oppotmiddel en spaarmiddel: middel om in te beleggen (koopkracht straks) of middel van
financiering (koopkracht nu).

De prijs voor het (uit)lenen van geld is de rente.
 De korte rente is de prijs voor het kort (uit)lenen, de lange rente voor het lang (uit)lenen van
geld.
 Normaliter is de korte rente lager dan de lange rente.

Waarom is er geld?
Geld vermindert de kosten van de transactie in een economie.
 Van directe ruil naar indirecte ruil]
 Informatie over (relatieve) prijzen bepaalt de keuze van het aanwenden van schaarse
goederen
 Vele financierings-/beleggingsmogelijkheden

Chartaal geld: tastbaar geld, munten en bankbiljetten
 Euromunten zijn een vordering op de overheid;
 Eurobiljetten zijn een vordering op het Eurosysteem

Giraal geld: ontastbaar geld, tegoeden van banken (pinpas, creditcard of online betalingen)
 Digitaal geld is een vordering op een commerciële bank in het eurogebied.

Het Eurosysteem bestaat uit de Europese Centrale Bank en de Centrale Banken van de EU-lidstaten
die de euro hebben ingevoerd.




1

,Hoofdstuk 10.2 – Aanbod van geld

De hoeveelheid geld in omloop is de som van het chartaal en digitaal geld in handen van
particulieren, ondernemingen en andere instellingen inclusief overheid in het Eurogebied. Dit is de
binnenlandse (primaire) liquiditeitenmassa (M1).

M1 op een moment is het totaal aan betaalmiddelen in handen van ingezetenen van het eurogebied,
niet zijnde geldscheppende instellingen. (Hoeveel chartaal en giraal geld in handen is van het publiek,
het publiek omvat alle ingezetenen van een land die niet tot de geldscheppende instellingen
behoren. Het geld van de deze instellingen wordt niet meegeteld omdat dit een dubbeltelling op zou
leveren.
Geldscheppende instellingen zijn het Eurosysteem en de commerciële banken in het eurogebied.

Daarnaast is er nog de secundaire liquiditeitenmassa (M2). Dit zijn alle vorderingen van ingezetenen
van het eurogebied op geldscheppende instellingen met een looptijd van maximaal 2 jaar. Het is
’bijna’ een betaalmiddel.

De som van M1 en M2 wordt M3 genoemd.

Het totale aanbod van geld bestaat dus uit:
M1 (primaire liquiditeitenmassa):
 Chartaal geld
 Rekening-courant tegoeden bij banken

M3 (primaire + secundaire liquiditeitenmassa):
 M1 +
 Spaarrekeningen met een looptijd < 2 jaar (M2)

De binnenlandse liquiditeitenmassa (M3) verandert door:
1. Geldschepping en geldvernietiging in het Eurogebied;
2. Kortlopende leningen door centrale overheid bij banken (in de EU verboden);
3. US-Dollars bij de bank wisselen tegen euro’s (geldschepping) of euro’s bij de bank wisselen
tegen US-Dollars (geldvernietiging) door ingezetenen van het eurogebied.

Algemene banken zorgen voor giraal geld, de centrale bank (ECB en nationale centrale banken in de
EMU) brengt de bankbiljetten in omloop en de overheid geeft (formeel) munten uit.

Substitutie is het omzetten van giraal geld in chartaal geld en omgekeerd.

Maatschappelijke geldhoeveelheid is het chartale geld en girale geld in handen van het publiek. Bij
toename is er sprake van geldschepping, bij afname van geldvernietiging.

Centrale banken hanteren richtlijnen voor de gewone banken over de hoeveelheid geld die ze in kas
moeten hebben als dekking voor de uitstaande rekening-couranttegoeden. De verhouding tussen de
hoeveelheid kasmiddelen van de bank en de girale tegoeden van de rekeninghouders wordt het
liquiditeitspercentage genoemd.

Chartaal en giraal geld zijn primaire liquiditeiten, er kan direct mee betaald worden.
Secundaire liquiditeiten zijn kortlopende vorderingen van het publiek op geldscheppende instellingen
die gemakkelijk in grote hoeveelheden zonder koersverlies in primaire liquiditeiten zijn om te zetten.


2

, Het gaat om tegoeden die voor maximaal 2 jaar zijn vastgezet. Voorbeelden zijn kort spaargeld en
kortlopende termijndeposito’s.
Als het publiek secundaire liquiditeiten (niet-geld) omzet in primaire liquiditeiten (geld), is er sprake
van transformatie. Deze 2 samen vormen de M3.




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller michelle123x. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.90
  • (0)
Add to cart
Added