,Deel 1: Algemene inleiding
Hoofdstuk 1: Inleiding tot anatomie en fysiologie
Fysiologie: bestudeert de functie van her lichaam
Anatomie: bestudeert de structuur van het lichaam
1.1 Geschiedenis
Moderne fysiologie: ontstaan in de 19e eeuw
16-17e eeuw:
Vesalius: moderne anatomie (overleden mensen bestuderen)
William Harvey: werking bloedsomloop
19e eeuw:
Eerste doorbraak in de fysiologie: Claude Bernard grondlegger moderne fysiologie
Vivisectie, levende dierenproeven
Insuline 1920 diabetes kon behandeld worden
Levensverwachting stijgt door IR, hygiëne en geneeskunde
1.2 Gedragsneurowetenschap
- Ons gedrag hangt af van onze hersenen
- Fysiologie van het gedrag
- Materialistische en monisme visie (i.t.t dualisme)
o De geest en elk aspect v gedrag verklaren via moleculen, werking zenuwstelsel, hormonen,…
o Beperkt door huidige status van kennis over de hersenen
- Descartes: reflexen: reacties op uitwendige stimuli die tot uiting komen via het zenuwstelsel
o Dualisme (lichaam – geest): pijnappelklier
- Galvani: processen in het lichaam via elektrische prikkels
o Aangestuurd via spieren zoals hersenen, hart,…
- Müller: doctrine van specifieke zenuwenergie
o In zenuwkabels: signalen elektrische prikkel (info van hersenen naar ogen is visueel)
- Flourens: experimentele ablatie
o Als je wil weten wat de functie is, kan je het wegnemen en kijken wat er gaat gebeuren (vb in
hersenen)
,1.3 De verschillende organisatieniveaus
- Chemisch niveau: atomen verbinden zich met elkaar tot moleculen met
complexe vorm
- Celniveau: cellen, er is interactie tussen moleculen grotere structuren
ontstaan
- Weefselniveau: weefsel bestaat uit cellen van hetzelfde type om een
specifieke functie uit te voeren
- Orgaanniveau: bestaan uit twee of meer versch weefsels
- Orgaanstelselniveau: organen werken samen in stelsels
- Organismeniveau: alle orgaanstelsels in het lichaam werken samen (mens)
- Minder dan 1 mm kunnen we niet zien (eicel grootste cel, zaadcel kleinste cel in ons lichaam)
1.4 Bouw van een cel p.58-59
- 4 basale concepten
o Bouwstenen van alle planten en dieren
o Kleinste functionerende eenheden vh leven
o Gevormd door deling van eerder bestaande cellen
o Homeostase wordt gehandhaafd
1.4.1 Biochemie
- Cellen bestaan vnl uit H2O en koolstofhoudende moleculen: CHNO en P
o Enkelvoudig – complex
o Suiker – koolhydraten
o Vetzuren – vetten
o AZ- eiwitten
o Nucleotiden – DNA/RNA
o Energierijke fosfaten (fosforverbindingen bevatten veel energie)
- DNA RNA eiwitten
o Iedere cel gaat op zoek naar specifieke genen die hij nodig heeft om eiwitten te vormen
(legoblokjes)
o Eiwitten: 20 AZ, kunnen enzymen, transporters, hormonen, antilichamen, structuureiwitten,…
zijn
, 1.4.2 Cytoskelet
- zorgt voor de vorm van de cel
- dieren bewegen zich voort, planten niet (belang van filamenten)
- bestaat uit:
o microtubuli: geven de cel sterkte en stevigheid en verankeren de organellen.
Zorgen voor axonaal transport
o filamenten: in skeletspiercel om beweging te krijgen
microfilamenten: actine (eiwit). Reageren in spiercellen
met dikke filamenten die uit myosine bestaan
intermediaire filamenten: verstevigen cel en hechten zich
aan het plasmamembraam
1.4.3 Mitochondriën en celademhaling
- mitochondriën produceren ATP (energie) en CO2 uit brandstoffen en zuurstof
- Ze hebben 2 membramen
o Binnenste membraam: cristae en buitenste membraam
- Levende cellen breken ATP af en reduceren tot ADP energie komt vrij
- Citroenzuurcyclus/Krebs cycle: koolhydraten, vetten en eiwitten CO2 + H2O + ATP
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ecatelin. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.