Uitgebreide samenvatting Personen- en Familierecht, 9 voor tentamen!
56 views 3 purchases
Course
Personen- En Familierecht (R_PERSFAMR)
Institution
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Book
Boom Juridische studiepockets - Familierecht
Een hele uitgebreide samenvatting van alle verplichte stof voor Personen- en Familierecht! Ik heb zelf een 9 gehaald voor mijn tentamen met deze samenvatting.
Het aantekeningen in dit document zijn duidelijk verdeeld in de 3 weken waar dit vak in wordt gegeven.
Samenvatting Personen- & Familierecht
Week 1:
H1: Inleiding
1.1. Onderscheid personen- en familierecht
Personenrecht: regelt rechtspositie van een natuurlijke persoon: begin en einde v.e. persoon (bv.
naam/geslacht, woonplaats, handelingsonbekwaamheid en bescherming meerderjarigen deel
hiervan, ook regels over vermissing en afwezigheid).
Familierecht: rechtsverhoudingen tussen natuurlijke personen op het terrein van families en relaties.
Regelt verticale relaties: ontstaan door afstamming v.d. ene persoon v.d. andere (bv.
afstamming/ouderlijk gezag), en horizontale relaties: ontstaan door affectieve relaties tussen
volwassenen (zoals huwelijk/geregistreerd partnerschap).
1.2. Bronnen van personen- en familierecht
BW 1 is kenbron van NL materiële personen- en familierecht. Ook bijzondere wetten voor specifieke
onderwerpen (bv. Jeugdwet, Embryowet etc.) Ook int. conventies als EVRM en IVRK (VN
Kinderrechtenverdrag) en rechtspraak van EHRM en HvJ zijn belangrijke bronnen.
Formele familierecht: in Rv en procesreglementen.
1.3. Aard van het personen- en familierecht
Privaatrecht: partijautonomie: partijen kunnen naar eigen inzicht afspraken maken; veel aanvullend
recht. Binnen personen- en familierecht zijn veel regels dwingend recht, merendeel v.d.
familierechtelijke verhoudingen staat niet ter vrije bepaling v. partijen. Contracteren slechts beperkt
mogelijk en heeft met name betrekking op vermogensrechtelijke aspecten v. relaties. Via
schakelbepalingen kunnen regelingen uit algemene vermogensrecht van belang zijn, voor zover
familierechtelijke verhouding zich daar niet tegen verzet (vooral contracten over
vermogensrechtelijke verhoudingen tussen voormalige partners). Wilsgebreken kunnen van belang
zijn, R&B en rechtspraak over uitleg van contracten (Haviltex-formule).
P-&Frecht basis in privaatrecht, maar ook publiekrechtelijke elementen. Jeugdzorg voornamelijk
publiekrechtelijk. Gezondheidsrecht en familierecht nauw verband. Gezondheidsrechtelijke
wetgeving bepaalt wat is toegestaan (bv. voortplantingstechnieken: hetgeen van direct belang is voor
afstammingsrecht). Gemengd rechtsgebied.
H3: Procesrecht
3.5. Bronnen van het familieprocesrecht
3.5.1. Inleiding
Regels familieprocesrecht: in wet, procesreglementen en bijzondere regels. Op
familierechtprocedures zijn algemene wettelijke bepalingen voor verzoekschriftprocedures van
toepassing (art. 261 e.v. Rv). Familiezaken ook specifieke wettelijke regels geformuleerd, bevatten
afwijkingen v.d. algemene bepalingen: deze gaan voor: art. 798-828 Rv in ‘Rechtspleging in zaken
betreffende het personen- en familierecht’. 2 afdelingen: 1 alle zaken v. personen- en familierecht,
behalve scheidingszaken, afdeling 2: scheidingszaken.
KEI: huidige verzoekschriftprocedure model gestaan voor nieuwe basisprocedure: in nieuwe
procedure heet het – digitaal in te dienen – inleidende stuk de procesinleiding (art. 30a lid 1 Rv):
vordering ingesteld (vorderingsprocedure) of verzoek ingediend (verzoeksprocedure): art. 30a lid 2
Rv. Nog steeds sprake v. algemene wett. bep. voor verzoekprocedure (261 e.v. Rv) en specifieke bep.
art. 798-828 Rv voor familierechtelijke procedures, die geen inhoudelijke wijzigingen ondergaan
onder KEI.
,Algemene en specifieke wett. bep. voor verzoekschriftprocedure praktische uitwerking in door de
gerechten zelf opgestelde uniformele landelijke procesreglementen en in professionele standaarden,
waarvan alleen de professionele standaard kindgesprekken v.d. gerechtshoven is gepubliceerd.
Procesreglementen zijn recht in zin van art. 79 RO.
Bijzondere regelingen voor familiezaken: bv. Leidraad deskundigen in civiele zaken en
werkdocumenten die gerechten hanteren.
3.5.3. Scheidingszaken
Art. 815-828 Rv: specifieke bepalingen voor scheidingszaken na huwelijk en geregistreerd
partnerschap.
Ook deze bepalingen geen inhoudelijke wijzigingen onder KEI.
Onder meer alimentatie, gezag en omgang/verdeling v.d. zorg en opvoedingstaken ook als
nevenvoorziening in kader van scheidingsprocedure aan de orde kunnen komen (827 Rv): bepaalde
specifieke bepalingen voor andere zaken overeenkomstige toepassing op scheidingszaken krachtens
schakelbepalingen (art. 818 lid 6, 820 lid 5, 827 lid 2 Rv): bv. horen v. kinderen ex art. 809 Rv.
Procesreglementen ook van belang bij praktische uitwerking regels v. scheidingsprocesrecht.
Scheidingszaken: Procesreglement Scheiding rechtbanken en Procesreglement
verzoekschriftprocedures familiezaken gerechtshoven.
H6: Het aangaan van huwelijk en geregistreerd partnerschap
6.1. Inleiding
Huwelijk was belangrijkste instituut van familierecht en enige weg dom gezin te stichten. Huwelijk
enige geaccepteerde vorm voor affectieve relatie tussen volwassenen en dat hun kinderen een
wettige status verschafte. Nu in NL kiezen tussen 2 formele relatievormen: huwelijk en
geregistreerd partnerschap, maar ook informele relatievorm: zoals ongehuwd samenwonen en
latrelaties = Maatschappelijk geaccepteerd, kinderen dezelfde juridische status, al zijn regels van
afstammingsrecht en gezagsrecht niet hetzelfde. Ontwikkeling van loskoppelen van huwelijk/gezin
terug te vinden in int. mensenrechtenverdragen. Art. 9 Handvest v.d. Grondrechten v.d. EU:
koppeling van art. 12 EVRM 1950 losgelaten: recht om gezin te stichten gekoppeld aan recht om te
trouwen nu mogelijkheid om gezin te stichten zonder te trouwen.
Rechtsgevolgen van geregistreerd partnerschap verschillen weinig van die van het huwelijk,
verschillen steeds minder groot. Juridische status van informeel samenwonende partners verschilt
wel veel van partners in formele relatie.
6.2. De betekenis van het huwelijk
Wet beschouwt het huwelijk alleen in zijn burgerrechtelijke betrekkingen (1:30, lid 2 BW): andere
aspecten privésfeer v.d. betrokken personen. In NL wordt alleen aan burgerlijk huwelijk juridische
betekenis toegekend: huwelijk gesloten door ambtenaar v.d. Burgerlijke Stand volgens de regels v.d.
wet. Huwelijk volgens godsdienstige regels geen juridische gevolgen, en godsdienstige plechtigheden
mogen niet plaatsvinden vóór de registratie v.h. burgerlijk huwelijk (art. 1:68 BW).
Als het toch gebeurt: bediener van erediensten strafbaar (art. 449 Sr): stamt uit Code civil, nu
betekenis doordat partijen zich door de voorgeschreven volgorde aan wettelijke voorschriften inzake
de huwelijksbeletselen moeten houden: anders konden partijen kiezen om slechts religieus huwelijk
aan te gaan niet alle godsdiensten een lagere huwelijkse leeftijd of geen vrije wil.
Huwelijk kenmerken v.e. overeenkomst als instelling. Hiernaast is het een aparte burgerlijke staat.
Sluiten huwelijk veel kenmerken van overeenkomst, maar verschilt: vrije wil en wilsverklaring, maar
niet nietigheid, want aard v.h. huwelijk verzet zich daartegen. Verschil: inhoud van huwelijk is
geïnstitutionaliseerd: rechten en verplichtingen van echtgenoten, m.u.v. huwelijksgoederenregime,
,net als de andere rechtgevolgen v.h. huwelijk dwingendrechtelijk zijn bepaald en niet door partijen
bij huwelijksvoltrekking kunnen worden overeengekomen/kunnen worden veranderd. Vloeit voort
uit aard v.h. huwelijk; duur en affectieve karakter. Huwelijk aangegaan voor duur van het leven, door
mensen die in affectieve relatie samenleven, omvat tal van aspecten v. persoonlijke en
vermogensrechtelijke aard. Daarom echtscheiding slechts bij aanwezigheid v.d. wettelijke gronden
uitgesproken door daartoe bevoegde overheidsinstantie (in NL alleen rechter): niet met wederzijds
goedvinden.
Opvattingen over aard v.h. huwelijk veranderen sterk in loop v.d. tijd. Romeinse tijd: huwelijk
vormvrij, geen religieuze connotatie. Canonieke middeleeuwse recht: huwelijk sacrament dat niet
door echtscheiding ontbonden kan worden. Na reformatie sacramentele karakter weg, huwelijk:
‘eervolle staat’, in uitzonderlijke gevallen ontbonden. Ideologen v.d. verlichting: geen religieuze
betekenis meer en was een overeenkomst: makkelijk ontbonden als beide partijen dat willen (onder
toezicht v.d. overheid).
Groeiende populariteit ongehuwd samenleven en veel echtscheidingen: ‘dood van het huwelijk’.
Maar nog steeds meest voorkomende samenlevingsvorm in NL, daalt wel.
6.3. Belangrijke ontwikkelingen
Veel veranderingen aan huwelijk.
Traditionele levenslange huwelijk tussen man en vrouw, met ongelijke rolverdeling van man als
hoofd, maakte plaats voor makkelijke ontbindbaar en vaak korter durend huwelijk tussen juridisch
gelijke echtgenoten van verschillend of gelijk geslacht. Huwbare leeftijd = 18. Aantal verboden
graden van verwantschap is geminimaliseerd tot absoluut minimum: bloedverwanten in rechte lijn
en broers en zussen. Noodzaak van toestemming van bep. derden is voor meerderjarige
wilsbekwame personen afgeschaft.
2001: NL 1e land huwelijk opengesteld voor partners van gelijk geslacht: ‘homohuwelijk’. Waren
aanzienlijke verschillen met ‘heterohuwelijk’: ontbreken van afstammingsrechtelijke gevolgen bij
homohuwelijk. Ook int. aspecten, met name erkenning in buitenland is bel. verschil: wel zelfde
juridische instituut? Na inwerkingtreding op 1 april 2014: Wet Juridisch ouderschap voor de
vrouwelijke partner van de moeder: verschil in afstammingsrechtelijk gevolgen m.b.t. lesbische
echtgenoten deels opgegeven. Int. homohuwelijk snel aan het verspreiden: nu gaat het echt om
hetzelfde juridische instituut.
Blijft controversieel in veel delen van de wereld en onder bep. bevolkingsgroepen. In Letland:
‘huwelijksbeschermende’ wetswijzigingen: staan in de weg. En Schalk and Kopf v. Austria: EHRM
2010: Grote Kamer v.h. Hof wijst verzoek af van Oostenrijks homopaar dat had aangevoerd dat het
niet voorzien in een enige vorm v.e. formele relatie voor paren van gelijk geslacht strijd met de art. 8
en 14 EVRM oplevert. Hof in Oliari and Others v. Italy 2015: op lidstaten wel positieve verplichting
om in enige vorm van formele relatie voor paren van gelijk geslacht te voorzien, niet naleven wel in
strijd met art. 8 en 14 EVRM. En wel/niet openstellen van huwelijk voor paren van gelijk geslacht nog
steeds binnen de marges van appreciatie v.d. lidstaten.
6.4. De rechtsgevolgen van het huwelijk
Huwelijk veel gevolgen op verschillende gebieden. Door aangaan van het huwelijk krijgen de partners
van rechtswegen o.a. alle wettelijke rechten/verplichtingen van echtgenoten (titel 6 boek 1 BW) en
geldt – voor echtgenoten die daar niet bij huwelijkse vwden van hebben afgeweken – het wett.
regime v.d. algehele gemeenschap van goederen (titel 7). Echtgenoot v.d. moeder van een kind
wordt van rechtswege juridisch ouder. 1 april 2014: hetzelfde voor echtgenote van de moeder, mits
kind is verwekt door zaad van onbekende donor. Ongeacht geslacht oefenen echtgenoten van
rechtswege het gezamenlijk gezag uit over hun minderjarige kinderen. Tussen ene echtgenoot en
bloedverwanten v.d. andere ontstaat aanverwantschap. Ook bel. gevolgen voor alle onderwerpen v.
, familierecht: naamrecht, adoptierecht, etc.
6.5. Internationaal kader
Art. 12 EVRM: ‘mannen en vrouwen van huwbare leeftijd het recht te huwen en een gezin te stichten
volgens de nat. wetten die de uitoefening v. dit recht beheersen.’. Art. 9 Handvest v.d.
Grondrechten v.d. EU: Bepalen geslacht van de personen die met elkaar mogen trouwen over aan
lidstaten. In NL ook gelijk geslacht sinds 2001 (art. 1:30 lid 1 BW). ‘Geslacht’ = m.b.t. huwelijkssluiting
door transgenders hun nieuwe geslacht: Goodwin vs. UK: EHRM 2002: Hof bepaalde dat
postoperatieve transseksuelen het recht hebben om in de hoedanigheid van hun nieuwe geslacht te
trouwen. NL 1 juli 2014: Wet transgenders: eis van geslachtveranderende operatie en sterilisatie
voor de verandering van geslacht komen te vervallen.
6.6. Het aangaan van een huwelijk
6.6.1. Onderscheid absolute en relatieve vereisten
BW stelt versch. eisen aan personen die met elkaar willen trouwen.
1. Mogen geen huwelijksbeletselen zijn. Daarbinnen: onderscheid tussen ‘absolute’ (art. 1:31-1:40
BW) en ‘relatieve’ inwendige/’materiële huwelijkse vereisten’ (art. 1:41 BW). 2. Voor
totstandkoming v.e. geldig huwelijk: ook ‘uitwendige’/ ‘formele huwelijkse vereisten’
(vormvoorschriften) van art. 1:43-1:49a en 1”58-1:68 BW in acht worden genomen.
6.6.2. De absolute inwendige huwelijkse vereisten
Absolute inwendige huwelijkse vereisten: ‘absoluut‘: gelden voor iedere persoon, ongeacht met wie
deze wil trouwen. Moet huwbare leeftijd van 18 hebben (art. 1:31 BW). Sinds 5 december 2015:
sluiten huwelijk onder 18 in NL geheel onmogelijk.
Keuze hogere leeftijd te maken met langere periode van socialisering dan vroeger: huidige tijd
jongeren pas op 17-18 jarige leeftijd klaar met verplichte middelbare onderwijs. En steeds later
trouwen.
Toestemming van partijen – vrije wil van partijen – is vereist voor sluiten v.e. geldig huwelijk.
Geestvermogens zodanig gestoord dat deze niet in staat is om haar wil te bepalen/betekenis van
haar wilsverklaring te begrijpen (art. 1:32 BW): ontbreken van vrije wil. Ambtenaar v.d. Burgerlijke
Stand die algemeen kenbare stoornis waarneemt, moet weigeren huwelijk te sluiten.
Huwelijk toch gesloten: kan nietig worden verklaard o.g.v. art. 1:73 BW. Beestelijke stoornis valt niet
samen met ondercuratelestelling: ook als daarvan geen sprake is, maar persoon o.i.v. geestelijke
stoornis verkeert: geen huwelijk mogelijk. Omgekeerd, persoon wegens lichamelijke/geestelijke
toestand onder curatele, kan heldere periode hebben waarin hij wil kan bepalen: toestemming v.d.
kantonrechter nodig (art. 1:38 BW). Wegens drank-/drugsmisbruik onder curatele: trouwen met
toestemming v. curator/vervangende toestemming v.d. kantonrechter (art. 1:37 BW).
Vrije toestemming van partijen = toestemming onder dwaling/ongeoorloofde dwang gegeven.
Dwaling: dwaling in de persoon v.d. aanstaande echtgenoot/in de aard v.d. afgelegde verklaring (art.
1:71 lid 2 BW). Onder dwang: ‘onrechtmatige ernstige bedreiging’ (art. 1:71 lid 1 BW).
Huidige definitie hiervan restrictiever dan definitie in vermogensrechtelijke regeling v.d.
wilsgebreken in art. 3:44 BW. 5 december 2015: definitie dwang art. 1:71, lid 2 verruimd: elke vorm
van fysieke en psychische dwang, ook wanneer deze niet gepaard gaat met een onrechtmatige
ernstige bedreiging.
Wilsverklaring v. partijen: volgt uit hun ‘jawoorden’ tijdens huwelijksvoltrekking.
Sinds 5 december 2015 worden extra zware eisen gesteld aan aanstaande echtgenoten die in de 3e
(oom/nicht) of 4e graad (neef/nicht) met elkaar verwant zijn: moeten vóór voltrekken van huwelijk
tegenover de ambtenaar v.d. BS een beëdigde verklaring afleggen dat zij het huwelijk niet onder
dwang aangaan (art. 1:41a BW). Onder bloedverwanten vaker sprake van dwanghuwelijk.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gbos01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.19. You're not tied to anything after your purchase.