Nurevşan Göktepe 3RPBL 2021-2022
BELEGGINGSLEER
® Luc Rosiers
® Zaterdag 23/10: Congres in Kinepolis Antwerpen: VFB-Happening. Vlaamse federatie van beleggers. Verplicht fysiek bijwonen,
komen examenvragen daaromtrent. Alle dia’s online kennen.
® Examen: Mondeling examen, gesloten boek. Examenvragen rond congres en leerstof. Dia’s van congres studeren.
VOORBEELDEN VRAGEN
• Bepaald obligatiefonds, marktrente stijgt koers gaat achteruit. Kunnen uitleggen waarom.
• Begrip holding uitleggen en voorbeelden kunnen geven
• Prospectus en KIID uitleggen
• Voor Congres gaat hij naam van bedrijf geven en jij moet bedrijfsactiviteit kunnen beschrijven.
LES 23/09/2021
DEEL I: BELEGGEN
HOOFDSTUK 1: Vermogensvorming
1. Sparen en beleggen
Als u een inkomen heeft, gaat u een deel consumeren en een deel sparen à Y = C + S
Wij gaan het hebben over sparen, met het gespaard deel kan je 2 dingen doen: oppotten of beleggen.
Oppotten is het materieel geld ergens bewaren, daarbij komt niets bij.
Beleggen is geld aanwenden met bedoeling aanwinst te genereren, met hetgeen dat wij beleggen willen we een extra inkomen
creëren. U wil dat uw vermogen aangroeit. Er moet een keuze gemaakt worden tussen verschillende alternatieven.
Geen enkele belegging is vrij van risico. Elke beslissing over beleggen die wordt genomen is het aanvaarden van een risico met een
kans om geld te verliezen.
In wat kan men beleggen: aandelen, obligaties, levensverzekeringen, onroerende goederen (vastgoed), spaarrekeningen, edele
stenen, grondstoffen.
Beleggen is niet hetzelfde als speculeren, speculeren is het nemen van bovenmatige risico’s met het oog op een flinke en snelle
winst.
Verschil tussen aandelen en obligaties. Een bedrijf kan zowel aandelen als obligaties uitgeven.
Aandelen Obligaties
- U bent mede-eigenaar - Schuldeiser
- Variabele dividend als opbrengst - Vaste interest
- Geen afloopdatum, loopt tot opzegging aandeel. Kan - Afloopdatum, op lange termijn
op korte termijn - Is een lening
- Bij faillissement van bedrijf kan je aandeel volledig - Minder risico, voorrang bij faillissement na fiscus,
verliezen. Aandeelhouders staan op de laatste plaats lonen en wedden van werknemers, hypothecaire
bij uitbetaling van schuldeisers, omdat ze mede- leningen, ... Obligatiehouders staan voor de
eigenaars zijn. aandeelhouders in de rij om uitbetaalt te worden.
- Winst is niet altijd gegarandeerd - Behoren bij het vreemd vermogen
- Aandelen behoren bij het eigen vermogen - Focussen op interest
- Focussen op koersstijgingen van aandelen - Op einde looptijd krijgt hij zijn kapitaal terug
- Nooit zekerheid om kapitaal terug te krijgen
Alles staat tegenwoordig op een effectenrekening.
Spaarrekeningen brengen tegenwoordig 0,11% interest dat bestaat uit 0,01% + 0,10%. 0,01% is de basisrente en de 0,10%
getrouwheidspremie.
Er bestaat ook een negatieve rente. Negatieve rentes worden aangerekend aan bedrijven die bedragen hebben staan op hun
spaarrekeningen. Bij de consument wil men dat niet toepassen, om te vermijden dat mensen al hun geld afhalen van de
bankrekening.
Vastrentende beleggingen is een ruim begrip. Je kan beleggingen onderscheiden tussen vastrentende beleggingen en niet-
vastrentende beleggingen.
Niet-vastrentende beleggingen zijn onder andere aandelen.
Vastrentende beleggingen zijn onder andere termijnrekeningen, obligaties.
1
, Nurevşan Göktepe 3RPBL 2021-2022
Beleggingsfondsen als beleggingsvorm is een fonds waar men terecht kan om geld te beleggen.
Een belangrijke regel bij het beleggen, SPREIDEN! De beleggingsrisico kan beperkt worden door in meerdere producten te beleggen.
In beleggingsfonds spreid je al, je brengt geld in met andere beleggers. De beheerders van de fonds gaan het geld spreiden om te
gaan beleggen in andere bedrijven. Als een bedrijf failliet gaat is dat geen drama voor je belegging.
Beleggingsfondsen kunnen bestaan uit aandelenfondsen en obligatiefondsen.
vb. Een man had in 2008 geld belegd in Fortis voor 350.000 euro. Hij heeft een aantal aandelen bijgekocht door een lening aan te
gaan bij Fortis. Al zijn aandelen waar bij fortis en werden niet verspreid. Fortis ging richting faillissement, de koers van de aandelen
is gezakt. Hij is al zijn aandelen kwijtgeraakt.
2. Beoordelingscriteria van beleggingsvormen
Beleggen in obligaties worden geklasseerd/gequoteerd van A tot E. AAA (triple A) heeft het minste risico. Het is een
momentopname, de kans is klein dat het failliet gaat maar het is nooit zonder risico.
Een spaarrekening is gedekt tot 100.000 euro bij faillissement.
Beleggingsvormen kunnen ten opzichte van elkaar beoordeeld worden door evaluatie van 5 criteria:
• Veiligheid
• Liquiditeit
• Return
• Fiscaliteit
• Kosten van beleggingsvormen
2.1. Veiligheid
De risicograad waarmee belegger wordt geconfronteerd bij keuze van een beleggingsvorm. Belegging op een spaarrekening is
veiliger dan belegging in aandelen. Basisregel voor veiligheid: hoe hoger het risico is dat wordt genomen, hoe hoger de
potentiële opbrengst.
Risico wordt omschreven als een maat voor onzekerheid. Voor de onzekerheid wil de belegger een compensatie onder de vorm
van een mogelijk hogere opbrengst, ook risicopremie genoemd.
vb. Vergelijking tussen aandelen en staatsobligaties in België
De risico is veel lager bij een obligatie. Op 10 jaar is de interest van een obligatie 1% bruto waarvan 30% roerende voorheffing
moet afgetrokken worden. Netto is dat 0,7% interest.
2.1.1. Soorten risico
2.1.1.1. Het koersrisico
Bij sommige beleggingsvormen is het moeilijk om te voorspellen wat de toekomstige waarde zal zijn.
2.1.1.2. Het debiteurenrisico
Het debiteurenrisico doet zich voor als de partij aan wie u geld uitleent niet kan betalen op het afgesproken tijdstip.
Het is een risico dat voornamelijk speelt bij het beleggen in obligaties.
Beleggers die geen risico willen lopen kiezen voor obligaties die uitgegeven zijn door de staat. De rente voor
staatsobligaties wordt genomen als risicoloze rente. Een reden om te beleggen in een meer risicovolle belegging is de
kans benutten om meer rente of opbrengst te behalen.
Ook landen kunnen in financiële problemen geraken.
2.1.1.3. Het renterisico
Bij het beleggen kan u kiezen tussen een variabele rentevergoeding of een vaste rentevergoeding. Bij een vaste rente
loopt u het risico dat als de rente stijgt er niet van kan geprofiteerd worden als u belegd hebt aan een lagere rente.
Het renterisico heeft ook invloed op het koersrisico. Als de rente stijgt, zullen de koersen van obligaties dalen en
omgekeerd (als de marktrente daalt, zullen de koersen van obligaties stijgen).
Rente is de marktrente, de rente dat op de markt heerst. Obligaties die u vroeger heeft aangekocht en die in u
portefeuille zitten. De obligaties staan in een effectenrekening. Nu kan ik nieuwe obligaties met een hogere rentevoet.
Obligaties hebben een vaste interestvoet, daardoor gaan de koersen van de oude obligaties dalen. Ze zijn minder
waard aangezien er nieuwe obligaties zijn met een hogere rentevoet.
Boven pari = meer dan 100% betalen
2
,Nurevşan Göktepe 3RPBL 2021-2022
À pari = koopt aan 100%, de koers staat aan 100%
Onder pari = minder dan 100% betalen
2.1.1.4. Het valutarisico
Bij beleggingen in vreemde valuta, die moet u namelijk eerst aankopen. Als de waarde van de vreemde munt
vermindert, zal dat een impact hebben op de opbrengst van de belegging.
Het valutarisico wordt gelopen door ontwaarding van de munt. Bij het beëindigen van de belegging zullen de vreemde
valuta terug omgezet worden in EUR. Als de vreemde valuta worden verkocht aan een meer nadelige koers dan bij de
aankoop, is er sprake van muntontwaarding en een lagere opbrengst of zelfs verlies.
2.1.1.5. Het inflatierisico
Inflatie of geldontwaarding betekent dat de koopkracht van het geld vermindert. Producten en diensten worden
duurder waardoor u met hetzelfde geld minder kan aankopen. Inflatie oefent zijn invloed uit op de return van een
belegging die de belegger in reële termen overhoudt.
Als inflatie begint toe te nemen en de intrestvergoeding op belegging blijft constant, houdt de belegger minder over.
2.1.2. Het marktrisico en het specifiek risico
Naast de macro-economische risico’s worden 2 soorten risico’s onderscheiden:
• Het marktrisico
• Het specifieke risico
Het marktrisico en het specifieke risico doen zich vooral voor bij het beleggen in aandelen en alle afgeleide producten.
Marktrisico is het algemene risico dat altijd aanwezig is. Aandelen zullen gemiddeld genomen in waarde dalen als de beurs
in een neerwaartse trend zit, het gaat om macro-economische factoren die hun invloed laten gelden.
vb. Risico op oorlog, wijziging van de rente, algemene economische conjunctuur, ..
Specifieke risico is risico dat één specifieke onderneming ondervindt en dus ook de koers van het aandeel van die
onderneming zal beïnvloeden. Een specifieke gebeurtenis kan een enorme impact hebben op de winstontwikkeling van
die onderneming en ook op de aandelenkoers.
vb. Verandering van directie, geruchten van overname, faillissement, tegenvallende winstcijfers van de onderneming
2.1.2.1. Het marktrisico: verschillende factoren
A. Het rentepeil
Het marktrisico wordt beïnvloed door verschillende factoren.
De hoogte van de rente. De algemene regel is dat als de rente daalt of laag is, de economie wordt ondersteund en de
heropleving kan beginnen. Lage rente zal aanzetten tot extra investeringen, lenen kost niet veel geld.
De economische groei als gevolg van een renteverlaging heeft een positief effect op de koersen van de aandelen.
Als de rente stijgt of hoog is, heeft dat een remmend effect op de economie. Als de economische groei te hoog oploopt
kan dat voorvallen, er wordt gesproken van een oververhitting van de economie die dan ook afgekoeld moet worden
door de rente op te trekken. Bij een sterke economische groei zal sprake zijn van inflatie of stijging van het prijspeil.
Een te hoge inflatie moet bestreden worden, anders holt de koopkracht van de consument uit. Hoge intrestvoeten
remmen investeringen af zodat economie trager of niet zal groeien, waardoor meestal de beurskoersen zullen dalen.
B. De vennootschapsbelasting
De wijziging van de vennootschapsbelasting. Een hoger vennootschapsbelasting zal leiden tot minder winsten voor de
bedrijven. Minder winst leidt tot lagere waarderingen voor bedrijven en lagere beurskoersen. Een verlaging van het
belastingpercentage leidt tot meer winsten, wat een positief effect heeft op de beurs.
C. Beurs- en conjunctuurcyclus
Er kan een sterke samenhang gevonden worden tussen de conjunctuur en de prestaties op de beurs.
Conjunctuur Recessie Herstel Hoogconjunctuur Vertraging
BEURS Bodem Rally Top Correctie Bodem
Vertrouwen
Consument Verbetering Stijgend Dalend Dalend
3
, Nurevşan Göktepe 3RPBL 2021-2022
Ondernemer Bodem Stijgend Top Dalend
Conjunctuur Recessie Herstel Hoogconjunctuur Vertraging
Rente
Centrale bank Dalend Stabiel Sterk stijgend Piek
Rentecurve Licht positief Steil Vlakker Vlak/invers
De evolutie van de beurslijn en conjunctuurlijn wordt in verband gebracht met het consumentenvertrouwen en het
ondernemersvertrouwen en met de stand van de rente.
Als het ondernemersvertrouwen in de economie op een dieptepunt staat, merken we meestal een lichte verbetering
van het consumentenvertrouwen. De conjunctuur kent op dat ogenblik het dieptepunt van de recessie.
Tijdens de periode van een herstellende conjunctuur zal zowel het vertrouwen van de consument als dat van de
ondernemer stijgend zijn. Als de conjunctuur zijn top bereikt, begint het wantrouwen bij de consument terwijl het
vertrouwen van de ondernemers een piek bereikt.
Bij een vertragende economie zal zowel bij consument als ondernemer het vertrouwen afnemen.
Het ondernemersvertrouwen loopt achter op het consumentenvertrouwen, want ondernemers zullen de productie
pas verhogen en investeren als de vraag naar goederen en diensten van de consument begint te stijgen.
D. Politiek
Politieke problemen hangen samen met een minder goede ontwikkeling van de economische activiteit en dus ook met
de prestaties op de beurs. Specifieke politieke beslissingen oefenen een invloed uit. Fiscale maatregelen kunnen
ervoor zorgen dat een land of regio minder aantrekkelijk wordt voor investeerders en beleggers.
E. Inflatie
De inflatie is een factor die veel invloed heeft. Inflatie gaat meestal gepaard met moeilijke tijden voor de beurs.
Deflatie is een algemene prijsdaling waardoor de koopkracht toeneemt. Bij dalende prijzen stellen consumenten hun
aankoopbeslissing vaak uit waardoor consumptie sterk kan terugvallen.
Een lichte inflatie gaat gepaard perfect samen met gezonde economische groei en is ideaal voor een stabiele, maar
groeiende economie en een gezonde toestand op de beurs.
F. Markante gebeurtenissen in de wereld
Gebeurtenissen in de wereld kunnen een grote invloed uitoefenen, al is die invloed van korte of voorbijgaande aard.
Het voeren van oorlogen heeft ook gevolgen, toch gaat dat eerder samen met een periode van voorspoed op de beurs.
Periodes van oorlogen gaan regelmatig hand in hand met periodes van beursstijgingen, door de massale investeringen
die er moeten gebeuren om een leger op de been te brengen en te onderhouden.
LES 3
2.1.2.2. Het specifieke risico
Factoren en gebeurtenissen die alleen de beurskoers van een bepaalde onderneming beïnvloeden, die hebben niet
onmiddellijk invloed op de andere ondernemingen.
A. Stijgende kosten
Als de kosten van een bepaalde grondstof stijgt of daalt kan dat een effect hebben op de aandelen van die
onderneming.
B. Overnames en fusies
In het Engels “Aquisitions and Mergers”.
Plannen voor (of geruchten over) overnames of fusies tussen ondernemingen. Er moeten extra kosten worden
gemaakt om een overname te doen. Het is ook niet zeker dat dat de overname het verwachte succes oplevert. Er
heerst onzekerheid. De beurskoers van overnemer daalt bij het aankondigen van overnamebod. De aandelenkoers
van de vennootschap die wordt overgenomen (de prooi) kent meestal een stijging. Een speculatie over een overname
kan al voldoende zijn om de beurskoers te doen oplopen.
2.1.3. Diversificatie
Het specifieke risico kan zoveel mogelijk geneutraliseerd worden door het spreiden over verschillende beleggingsvormen
(= strategische diversificatie) en binnen elke beleggingsvorm het belegde geld nog verder te verdelen over verschillende
aandelen en niet alleen aandelen van één bedrijf (= detaildiversificatie).
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nurevangktepe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.23. You're not tied to anything after your purchase.