Chemie
Hoofdstuk 1: Bouwstenen van de materie
Materie= alles wat massa heeft en ruimte inneemt
Corpuscule= minstens 2 atomen waartussen een chemische binding
bestaat
Fysische verschijnselen= omzettingen waarbij enkel de fysische
eigenschappen van de materie wijzigen, geen verandering in de
moleculaire samenstelling.
Chemische verschijnselen= omzettingen waarbij de samenstelling
van de materie wijzigt, er ontstaan nieuwe stoffen.
Wetten:
Wet van lavoisier: bij een chemische reactie is de som
van de massa’s van de reagerende stoffen gelijk aan de
som van de massa’s van de reactieproducten
Wet van Proust: bij een chemische reactie is er een
constante verhouding tussen de massa’s van de reagerende
stoffen
Wet van Gay-lussac: bij een chemische reactie tussen
gassen bestaat er een constante en eenvoudige verhouding
tussen de volumes van de reagerende stoffen en
reactieproducten bij een constante druk en temp.
Atoomtheorie van Dalton:
1. Stoffen zijn opgebouwd uit kleine ondeelbare deeltjes,
atomen.
2. Atomen zijn samen gecombineerd tot moleculen.
3. Bij een chemische reactie verandert de wijze waarop de
atomen aan elkaar gebonden zijn.
, Subatomaire deeltjes:
Thomson= katodestralen uit een elektronenstroom
bestonden en kon de verhouding lading op massa van de
elektronen bepalen.
Millikan= oliedruppel-experiment de waarde van de
elektrische lading van het elektron bepalen en
bijgevolg ook de massa ervan.
Rutherford= radioactieve straling de ijle structuur van
het atoom aantonen.
8nevengroepen=b= transitiemetalen
Een rij= een periode
Isotoop= atoomsoort met evenveel protonen maar een
verschillend aantal neutronen in de kern.
Radioactief verval
Soms zijn atoomkernen onstabiel-> natuurlijk radioactief
verval dat gepaard gaat met ioniserende straling
- α -straling: positief geladen kernen
- β -hoogenergetische negatief geladen kernelektronen
- γ -hoogenergetische elektromagnetische golf(meest
doordringend en meest schadelijk)
Bindingen:
Covalente bindingen= krachten die de atomen samenhouden
tot stand gekomen door het delen van een
gemeenschappelijk elektronenpaar.
Zuivere covalente binding= tussen F en F, N en N
Gepolariseerde covalente binding= met partiële ladingen.
Ionaire bindingen= krachten die de atomen samenhouden van
elektrostatische aard
Elektronegatieve waarde= elk atoom oefent in een molecule een
zekere aantrekkingskracht uit op het bindend elektronenpaar.
, Eerste cijfer= aantal bindingen
Tweede cijfer= aantal vrije elektronenparen
Apolair= symmetrisch
Polair= niet symmetrisch
Ionen
Kation: positief ion, geeft elektronen af + afhankelijk van
ionisatie-energie
Anion: negatief ion, neemt elektronen op + afhankelijk van
elektronenaffiniteit
Ionaire stoffen (zouten) hebben een hoog smeltpunt maar lossen
goed op in water waarbij ze zich in ionen splitsen
Zwakke intermoleculaire krachten:
Vanderwaalskrachten/ londonkrachten: tussen alle
moleculen en worden veroorzaakt door de
elektronenverdeling in de molecule voortdurend verandert,
hierdoor ontstaan er continu ladingen
Vanderwaalskrachten/ keesomkrachten: in polaire moleculen
door de aantrekking van tegengesteld geladen delen.
Sterker dan londonkrachten
Waterstofbruggen: tussen H en F,N en O
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amberdevos74. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.05. You're not tied to anything after your purchase.