= Verrichtingen van een onderneming die (buitenlandse) handel voert.
1. Waarom Handel?
• Elke maatschappij kent de tegenstelling tussen de oneindigheid van de behoeften
enerzijds en de eindigheid (beperktheid) van de beschikbare middelen anderzijds
• Oneindigheid behoeften en eindigheid beschikbare middelen vereist het maken
van keuzen
• Doel: maximale hoeveelheid goederen (arbeidsverdeling zal zorgen voor
productie )
(1) Meer productiemiddelen
(2) Technologische vooruitgang
(3) Arbeidsorganisatie wijzigen
Arbeidsverdeling en specialisatie: iedereen heeft 1 bepaalde taak autarkie
(iedereen doet alles)
Arbeidsverdeling en specialisatie op basis van talenten → specialisatie loont
Door arbeidsverdeling en specialisatie hebben de individuele producenten een
overschot v/d goederen die ze produceren
Hierdoor moet er dus verhandelt worden
2. Betalingstechnieken
= technieken inzak betaling bij handel (nodig want producten komen van overal)
Tijdstip betaling:
• Verkoper: voorafbetaling (voor levering goederen)
• Koper: achterafbetaling (na ontvangst goederen)
=> volgt uit gebrek aan vertrouwen
Vooral probleem bij IH
Oplossing:
→ virtuele levering via documenten
, 2 belangrijke documenten:
• Connossement:
→ Bij vervoer over zee
→ Ondertekend door kapitein
→ Verklaart dat hij de goederen (beschreven in document) heeft ontvangen
→ Verbindt zich om de goederen te vervoeren naar de afgesproken haven
=> geeft de koper zekerheid dat goederen onderweg zijn
• Factuur:
→ Document dat een betalingsverplichting van een klant aan een leverancier
weergeeft
→ Bevat ook omschrijving goederen naar soort, hoeveelheid, gewicht,
kwaliteit, prijs
=> geeft koper info over wat wordt geleverd tegen welke prijs
A. Documentair incasso
→ Vergemakkelijkt de handel
→ Alleen bij IH
→ Betrokken partijen
o Exporteur
o Importeur
o Bank exporteur
o Bank importeur
o Kapitein
Nadeel verkoper:
→ koper kan betaling weigeren, maar goederen zij dan wel al verzonden.
Voordeel verkoper
→ verkoper krijg geld vooraleer goederen bij koper worden geleverd£
Voordeel koper:
→ koper is zeker dat verkoper zijn verplichtingen is nagekomen
B. Documentair krediet
→ Bank van koper garandeert dat verkoper zal betaald worden als hij kan aantonen dat
hij al zijn verplichtingen is nagekomen. Dit bewijs wordt geleverd door de documenten
→ Bank koper is meer te vertrouwen dan koper zelf (door regulering en toezicht banken)
Voordeel verkoper:
overeenkomst tussen
Exporteur wacht op belgische importeur en kbc
document van de waarin ze overeenkomen :
kbc zal betalen wanneer de
bank (zekerheid om
documenten inorde zijn
geld te krijgen) (ookal zou de schrijnwerker
failliet zijn)
= betalingsbelofte
neemt risico: importeur het geld niet
betaalt --> bank zal enkel overeenkomst
maken als bank vertrouwen heeft in koper
,3. Financieringstechnieken:
= verrichtingen van een onderneming om zich te financieren
Tijdstip betaling?
• Verkoper: voorafbetaling (=voor levering goederen)
• Koper: achterafbetaling (=na ontvangst goederen)
=> elke partij wil eigen risico beperken
o Als koper betaald bij verzending goederen
→ Leidt tot probleem voor koper
→ Moet direct betalen (geen andere mogelijkheid)
→ Opbrengst verkoop (verwerkte) producten pas later wanneer koper goederen heeft
→ Nood aan krediet
o Als koper betaald bij verkoop (verwerkte) goederen
→ Leidt tot problemen voor verkoper
→ Moet lang wachten op betaling
→ Heeft het geld misschien dringend nodig
→ Nood aan krediet
A. Discontokrediet
= krediet gebaseerd op geaccepteerde (=met handtekening) wissel
(= document met betalingsverplichting op toekomstige datum)
→ Wissel wordt voor vervaldag verdisconteerd (=verkocht) aan de bank
(Schuldeiser bewaart de wissel)
A.1. Cedentendiscontokrediet
= clientendicontokrediet
→ Verkoper vraagt krediet aan
→ Kan niet wachten op betaling koper
→ Leverancier geeft uitstel van betaling
→ Leverancier draagt kredietkosten
, Bewijzen dat het effectief over een lening gaat
→ Vandaag geld krijgen en later geld terugbetalen
A.2. Leveranciersdiscontokrediet
→ Krediet aangevraagd door koper
→ Koper moet contant (=direct) betalen
→ Koper is kredietnemer en draagt kredietkosten
Waarom toch wissel: hulpmiddel om
krediet tot stand te brengen
Betalingstermijn wissel: looptijd van
Wissel eigenlijk niet nodig want het krediet
moet contant door de koper betaald
worden (dus geen datum van betaling) (Nominale) waarde wissel: schuld
koper bij verkoper
(1)
(2)
Krediet: je krijg direct geld (1) en moet je
1-5 wordt direct gedaan later terugbetalen (2)
→ (1) en (2) zijn gelijk
Discontokosten= vergoeding aan de
bank om die wissel te kopen → (1): indirect want eigenlijk geeft de bank
het geld aan de koper en betaald de koper de
verkoper
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aliciacoulier. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.