100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Psychobiologie UvA jaar 2 - Emotie, Motivatie en Interne Regulatie (5102EMIR9Y) - samenvatting deeltentamen 1 $5.39   Add to cart

Class notes

Psychobiologie UvA jaar 2 - Emotie, Motivatie en Interne Regulatie (5102EMIR9Y) - samenvatting deeltentamen 1

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van de college aantekeningen van het 2e deeltentamen van het vak Emotie, Motivatie en Interne Regulatie (5102EMIR9Y)gegeven tijdens het 2e jaar van de bachelor Psychobiologie aan de Universiteit van Amsterdam.

Preview 3 out of 23  pages

  • January 12, 2022
  • 23
  • 2016/2017
  • Class notes
  • Harm krugers
  • All classes
avatar-seller
Emotie, Motivatie en Interne Regulatie deeltentamen 1
Autonome Zenuwstelsel en HPA-as
Stress: subjectieve ervaring dat de fysiologische/psychologische balans of homeostase, kan verstoord
worden door een (geanticipeerde) gebeurtenis of stimulus. Er zijn veel oorzaken van stress. Geen
individu is gelijk in zowel de oorzaken van en reacties op stress. Er is een fysiologische (chemische) en
cognitieve reactie nodig voor stress. Stressvolle situaties onthoud je altijd erg goed.
- Adequaat reageren op stressvolle situatie.
- Evenwicht (homeostase) handhaven of herstellen.

Systemen die worden geactiveerd door stress:
- Hypothalamo-Hypofyse-Bijnier-as (HPA-as): leidt tot afgifte van cortisol. Dit is een langzame
reactie.
- Sympatisch autonoom zenuwstelsel: leidt tot afgifte van (nor)adrenaline. Snelle activatie na
stress, maar ook bij angst, schrik, boosheid.

Effect van stress hormonen:
- Lichamelijke respons  hart gaat sneller kloppen, ademhaling versneld en oppervlakkig,
spieren gespannen en zweten met een droge mond.
- Reductie van pijnperceptie.
- Beter zicht en verhoogd bewustzijn, alert.
- Het brein voorbereiden om beslissingen te
maken en te zoeken naar mogelijk gevaar.

Autonome zenuwstelsel:
- Parasympatisch zenuwstelsel: acetylcholine
 speekselklieren, longen, hart,
lever/alvleesklier, maag, darmen, blaas.
- Sympatisch zenuwstelsel: acetylcholine en
noradrenaline  speekselklieren, longen,
hart, lever/alvleesklier, maag, darmen,
blaas. Op het niveau van de organen is het
noradrenaline.

Receptoren (nor)adrenaline: G-eiwit gekoppeld.
- Alpha1: glad spierweefsel samentrekken.
- Alpha2: glad spierweefsel samentrekken en
inhibitie van transmitter release.
- Bèta: hard spierweefsel samentrekken en
glad spierweefsel ontspannen.
Sympatisch zenuwstelsel maakt gebruik van nicotine receptor (preganglionic) waarna noradrenaline
kan binden aan de Alpha en Bèta receptoren (postganglionic). Parasympatisch zenuwstelsel maakt
gebruik van de nicotine receptor (preganglionic) waarna acetylcholine kan binden aan de muscarine
receptor (postganglionic).

Centrale autonome netwerk projecties: sensorische informatie gaat naar nucleus solitarius. Brein is
een belangrijke plek voor integratie. De nucleus solitarius projecteert naar de hersenstam en
ruggengraat  reflexen. En naar de midden- en voorhersenen  integratie neuro-endocriene
systeem en gedrag. Dit gaat indirect via nucleus parabranchialis (rostraal, thalamus, hyothalamus,
amygdala, cortex). Projecties vanuit hersengebieden direct naar autonome preganglionaire vezels
naar hersenstam en ruggengraat.

1

,Hypothalamus: staat in contact met bijna elke regio van de hersenen. Hierdoor is de hypothalamus
betrokken bij alle aspecten van de emoties bij voortplanting, autonome zenuwstelsel en de
hormoonhuishouding. Kritieke controle van autonome zenuwstel en endocrien systeem en zorgt
voor de release van stresshormonen. Input uit:
- Ruggenmerg vanuit exterosensoren, intersosensoren, propriosensoren.
- Retina vanuit vezels van de nervus opticus.
- Limbisch en olfactorisch systeem
- Receptoren om de temperatuur en de ionenhuishouding bijhouden (thermo en osmo).
De paraventriculaire kern is belangrijk voor de afgifte van hormonen en de neuroendrocriene motor Regulatie
zone voor motorprocessen.

Projecties tussen hypothalamus en hypofyse:
- Magnocellulaire neuronen  neurohypofyse (posterior) 
peptides (VAS en OXY).
- Parvocellulaire neuronen  veneus portaal systeem 
transport peptides en dopamine  adenohypofyse
(anterior)  binding endocriene cellen  stimulerend (CRH)
en remmend. CRH (hypothalamus) stimuleert de afgifte van
ACTH (adenohypofyse) en dit stimuleert aanmaak van
cortisol (bijnierschors).

Cortisol: gaat omhoog als we actief zijn en als we gaan slapen nemen
de levels af (circadiane ritmiek). Dit wordt veroorzaakt door een
ultradiane ritmiek waarbij we overdag pieken hebben waarbij ACTH
en cortisol worden afgegeven. Circadiane ritmiek wordt veroorzaakt
door het gemiddelde van de ultradiane ritmiek. Cortisol gaat
makkelijk door de bloed hersenbarrière heen (hypofiel) en werkt
volgens verschillende receptoren.
- Mineralocorticoid receptoren: hoge affiniteit voor cortisol 
21 Emotie
langzame effecten, consolidatie en voorbereiding op toekomstige gebeurtenissen. Zit in het
membraan (non-genomisch) en in het cytosol (genomisch). In dit geval beïnvloed het de
transcriptie van genen.
- Glucocorticoid receptoren: lage affiniteit voor cortisol, zodat het snel effecten kan geven 
alert, aandacht, arousal. Zit in het membraan en in het cytosol.
Trier social stress test: een paar mensen zitten tegenover je aan een tafel en jij moet aftellen van
een bepaald getal met bepaalde stappen. Tijdens de test gaan de ACTH en cortisol levels omhoog.

Humane Anatomie
Longitudinale as: van craniaal (superieur) naar caudaal (inferieur).
Sagittale as: van ventraal (anterieur) naar dorsaal (posterieur).
Transversale as: van lateraal naar mediaal naar lateraal.

Frontale (coronale) vlak: door je oren heen.
Sagittale vlak: door je neus heen.
Transversale vlak: door je schouders heen.




2

, Orgaansystemen:
- Huid: huid, haar, (zweet)klieren en nagels.
o Functie: bescherming, regulatie van de temperatuur en gaswisseling.
- Skelet: botstukken  bot, kraakbeen en beenmerg.
o Functie: bescherming en steun, aanhechting pezen, spieren en ligamenten, bloedcel
vorming en calcium- en fosfaathuishouding.
o Axiaal skelet: schedel (cranium) en wervelkolom (columna vertebralis). De
wervelkolom heeft 7 halswervels (vert. cervicales), 12 borstwervels (vert.
thoracales), ribben (costae) en borstbeen (sternum). Ook 5 lendenwervels (vert.
lumbales), 5 heiligbeenwervels (vert. sacrales) en 2-5 stuitwervels (vert.
coccygeales).
o Appendiculair skelet (boven): schoudergordel bestaat uit sleutelbeen (clavicula) en
schouderblad (scapula). De bovenarm is het opperarmbeen (humerus). De onderarm
bestaat uit het spaakbeen (radius) en ellepijp (ulna). De hand bestaat uit de
handwortelbeentjes (carpalia), middenhandsbeentjes (metacarpalia) en
vingerkootjes (phalangen).
o Appendiculair skelet (onder): bekkengordel bestaat uit de bekken (pelvis) en
heiligbeen (sacrum). Het bovenbeen bestaat uit de dijbeen (femur). Het onderbeen
bestaat uit de scheenbeen (tibia) en de kuitbeen (fibula). De voet bestaat uit de
voetwortelbeentjes (tarsalia), middenvoetsbeentjes (metatarsalia) en teenkootjes
(phalangen).
- Gewrichten:
o Continue (onbeweeglijke) beenverbindingen.
 Bindweefselverbinding (juncture fibrosa): fibreuze verbinding tussen twee
botstukken  schedelnaden en verbindingen tussen twee botstukken
(membrana interossea).
 Kraakbeenverbinding (junctura cartilaginea): kraakbenige verbinding tussen
twee botstukken (symphysis pubis) groeischijven.
o Discontinue (beweeglijke) beenverbindingen.
 Synoviale gewrichten (junctura synovialis)  schouder, heup en knie. Het
gewrichtskapsel bestaat uit de membrana fibrosa (buiten) en membrana
synovialis (binnen). De gewrichtsspleet is gevuld met synoviaalvocht. Aan het
uiteinde van de botstukken zit gewrichtskraakbeen. In het gewricht zitten
nog intra-articulaire structuren (banden).
- Spieren: skeletspieren.
o Functie: beweging, lichaamshouding en warmteproductie.
o Origo (oorsprongplaats): aan het proximale onbeweeglijke beenstuk.
o Insertie (aanhechtingsplaats): aan het distale beweeglijke beenstuk.
o Agonisten: initiëren een beweging.
o Synergisten: ondersteunen een beweging.
o Antagonisten: gaan een beweging tegen.
- Intermezzo bewegingsapparaat: alle delen van het menselijk lichaam die betrokken zijn bij
de uitvoering van bewegingen (armen, benen, schouder- en heupgordel, rug en nek,
zenuwen en bloedvaten).
o Rotatie: draaiende beweging om as in een bepaald vlak (gewricht tussen
pijpbeenderen).
 Bewegingen om een transversale as in het sagittale vlak  flexie en extensie.
 Bewegingen om een sagittale as in het frontale vlak  abductie (van het
lichaam af) en adductie (naar het lichaam toe).
 Bewegingen om een longitudinale as in het frontale vlak  endo- (naar
binnen) en exorotatie (naar buiten).
 Bolgewricht: beweging om 3 assen (schouder en heup).

3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisrosmalen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.39
  • (0)
  Add to cart