Dit is een volledig zelf geschreven document voor het examen van mobiliteit- en verzekeringen. Het is opgedeeld in 8 hoofdstukken/delen. Enkel deze samenvatting voldoet om je erdoor te helpen op je examen. Mijn eindresultaat was een 16/20. Afstudeerrichting aan de ucll financie en verzekeringswezen...
Deel 1: BGWF, wettelijke
grondslag, tariferingsbureau
1. Je kan de basisprincipes van de WAM-wet opsommen en toelichten. (dia 7-9)
Doel van WAM-wet = Vergoeding slachtoffers
2. Je kan uitleggen waarom het Gemeenschappelijk Waarborgfonds werd opgericht, wie het
BGWF financiert, welke opdrachten het BGWF vervult.
Ontstaan in 1957 in het kader van de invoering van de verzekeringsplicht.
Gefinancierd door bijdragen van de WAM-verzekeraars à rato van hun
marktaandeel in die tak (10a).
De opdrachten die het BGWF vervult:
a) Informatieopdracht : Het moet de VA’s identificeren van alle voertuigen in belgië
en andere voertuigen uit de EU. Zie art 19 vanaf afdeling 2 WAM-wet
b) Vergoedingsopdracht: Zie vanaf art 19 afdeling 3 WAM-wet
c) Tariferingsbureau ’s: Het fonds zorgt voor het dagelijks bestuur van het
tariferingsbureau auto’s.
3. Je kan in concrete casussen herkennen of het BGWF een vergoedingsopdracht heeft, er de
juiste juridische grondslag voor geven en de meer gedetailleerde uitvoering van die
vergoedingsopdracht uitleggen (voorwaarden, beperkingen, wie is uitgesloten, op wie kan
verhaald worden). In de dia’s 34-36 vind je voorbeelden van zulke casussen. De oplossing van
deze toepassingen vind je op toledo.
CASES :
1) Els laat haar voertuig met een draaiende motor op straat staan om een brief te posten.
Iemand gaat met de wagen aan de haal en veroorzaakt een ongeval.
Het gaat hier over de vergoedingsopdracht van het BGWF in het kader van diefstal. Omdat
de WAM-VA de BA van de dief niet verzekert, is de WAM-WA van het voertuig niet gehouden
tot tussenkomst voor die BA. De benadeelden kunnen hun vordering tegen het BGWF
baseren op art. 19 bis-11, §1, 4° WAM-Wet.
a. Els is waarschijnlijk mede-aansprakelijk. Door haar onvoorzichtigheid is de diefstal kunnen
gebeuren. Deze mede-aansprakelijkheid wordt wellicht aangenomen indien het ongeval
meteen na de diefstal is gebeurd. De benadeelde van het ongeval dat de dief veroorzaakte
met Els haar auto, kan ofwel de BA-Auto van Els ofwel het BGWF aanspreken voor het geheel
van de schadevergoeding (stoffelijk en/of lichamelijke schade). Stel dat Els voor 50 % mede-
, aansprakelijk wordt geacht en dat het BGWF alles heeft betaald. Dan kan het BGWF achteraf
de helft van de betaalde vergoeding vorderen bij de BA-Auto van Els.
b. Indien er redelijk wat tijd is verlopen tussen de diefstal en het ongeval, zal Els niet meer
mede-aansprakelijk worden geacht. Haar BA-auto moet dan ook niet tussenkomen. De
benadeelde kan zijn volledige vergoeding van het BGWF krijgen.
Opm. de (kleine)-omnium-VA van Els zal haar voertuigschade vergoeden.
Opm. indien de benadeelde ook een omnium heeft, kan de omnium-VA van de benadeelde
eerst vergoeden. Daarna heeft de omnium-VA van de benadeelde via subrogatie de
mogelijkheid om de vergoeding te recupereren bij het BGWF (en BA-auto van Els in hypothese
a).
2) Filip vergat de premie van zijn autoverzekering te betalen en de VA heeft daarom de polis
tegen 1/6/2020 opgezegd. Op 2/2/2021 veroorzaakt zijn vriend, Guy, die met het voertuig
reed een ongeval. De tegenpartij heeft zware lichamelijke letsels en stoffelijke schade. Filip
en Guy zijn gewond, de wagen van Filip is total loss. Hans zit als passagier in het voertuig van
Filip. Guy heeft zelf geen polis BA-motorrijtuigen waarop hij een beroep kan doen.
Het gaat hier over de vergoedingsopdracht van het BGWF voor schade veroorzaakt door een
onverzekerd voertuig . De benadeelden kunnen hun vordering tegen het BGWF baseren op
art. 19 bis-11, §1, 8° WAM-Wet.
- Schade van tegenpartij: lichamelijke en stoffelijke schade vergoed door BGWF
- Schade van Hans: lichamelijk schade vergoed door BGWF (sowieso omdat hij als
passagier een ‘zwakke weggebruiker’ is; moest hij ook stoffelijke schade hebben, dan zou
die ook vergoed worden omdat hij zelf niet BA is voor het ongeval).
- Schade van Guy (bestuurder van het onverzekerd voertuig): geen vergoeding door BGWF
want hij is BA voor het ongeval
- Schade van Filip: geen vergoeding door BGWF want hij is eigenaar van het onverzekerd
voertuig.
- Het BGWF kan de betaalde vergoedingen terugvorderen van Filip die zich niet heeft
gehouden aan de verzekeringsplicht.
3) Ik moest uitwijken voor een hert dat plots voor mijn auto liep. Hierdoor ben ik tegen een
afsluiting gebotst. Zowel mijn auto als de afsluiting zijn beschadigd.
Het gaat hier over de vergoedingsopdracht van het BGWF voor schade veroorzaakt door een
voertuig wanneer geen enkele VA tot de vergoeding daarvan verplicht is omdat de
bestuurder vrijuit gaat wegens een toevallig feit . De benadeelden kunnen hun vordering
tegen het BGWF baseren op art. 19 bis-11, §1, 3° WAM-Wet.
Als deze omstandigheden inderdaad als een toevallig feit worden beschouwd, dan zal het
BGWF de schade aan de afsluiting vergoeden.
De stoffelijke schade aan mijn voertuig wordt niet vergoed door het BGWF. Als ik een
omnium heb, zal dit wel vergoed worden. Stel dat ik gewond ben, dan zal mijn letselschade
niet door het BGWF vergoed worden. Een verkeersongevallenpolis waarin ik als bestuurder
verzekerd ben voor bijvoorbeeld mijn medische kosten en blijvende invaliditeit kan hier wel
tussenkomen.
,4) Ik wandelde met mijn fiets aan de hand toen ik werd aangereden door een voertuig dat na
de aanrijding is doorgereden. Wie zal mijn letselschade en mijn fietsschade vergoeden?
Het gaat hier over de vergoedingsopdracht van het BGWF voor schade veroorzaakt door een
niet-geïdentificeerd voertuig. De benadeelden kunnen hun vordering tegen het BGWF
baseren op art. 19 bis-11, §1, 7° en op art. 19 bis-13, §3 WAM-Wet.
a. Stel dat iemand de nummerplaat noteerde van het voertuig dat mij heeft aangereden. In
het Veridass-bestand kan achterhaald worden welke BA-VA het voertuig met die
nummerplaat verzekert. Stel dat er inderdaad op die manier een WAM-verzekering die nog
loopt wordt gevonden, dan moet die WAM-VA tussenkomen en niet het BGWF.
b. Stel dat het voertuig niet geïdentificeerd kan worden, dan moet het BGWF mijn
lichamelijke schade vergoeden. Mijn stoffelijke schade wordt enkel vergoed indien er sprake
is van ernstige lichamelijke schade, zoals omschreven in art. 19 bis-13, §3 WAM-wet.
5) Jos botst met zijn elektrische fiets tegen Yvette. Yvette reed op een gewone fiets. Jos is
aansprakelijk maar heeft geen WAM-verzekering voor zijn elektrische fiets genomen.
Het gaat hier mogelijk over de vergoedingsopdracht van het BGWF voor schade veroorzaakt
door een onverzekerd voertuig . De benadeelden kunnen hun vordering tegen het BGWF
baseren op art. 19 bis-11, §1, 8° of 9° WAM-Wet.
a. De fiets van Jos kan ‘autonoom’ max. 25 km/u rijden. Jos is vrijgesteld van de plicht om een
WAM-verzekering te nemen (art. 2bis WAM-wet). Hij kan zijn BA voor ongevallen met die
fiets verzekeren via een BA-privéleven. Heeft hij dat gedaan, dan zal die verzekering de
derden vergoeden voor hun lichamelijke en stoffelijke schade. Hier kunnen we zeker van zijn,
want in een BA-Privéleven mag dit soort schadegevallen niet uitgesloten worden.
Heeft Jos geen BA-Privéleven gesloten, dan zal het BGWF de benadeelden vergoeden (art. 19
bis-11, §1, 9° WAM-wet).
b. De fiets van Jos kan autonoom meer dan 25 km/u rijden. Jos had een WAM-verzekering
moeten nemen voor zijn ‘fiets’. Hij heeft dit niet gedaan. Yvette wordt vergoed door het
BGWF en het BGWF heeft een verhaal tegen Jos. Jos wordt zelf niet vergoed door het BGWF.
(art. 19 bis-11, §1, 8° WAM-wet).
, 6) Ilse moet uitwijken voor een wiel van een vrachtwagen dat op een drukke verkeersweg ligt.
Hierdoor veroorzaakt ze een aanrijding. De tegenpartij heeft lichamelijke en stoffelijke
schade. Ook Ilse is gewond en heeft schade aan haar voertuig. De vrachtwagen kan niet
worden geïdentificeerd.
Het gaat hier over de vergoedingsopdracht van het BGWF voor schade veroorzaakt door een
niet-geïdentificeerd voertuig . De benadeelden kunnen hun vordering tegen het BGWF
baseren op art. 19 bis-11, 7° en op art. 19 bis-13, §3 WAM-Wet.
Deze case lijkt op een toepassing voor de vergoedingsopdracht i.v.m. toevallig feit. Als we
inderdaad deze vergoedingsbasis zouden gebruiken, dan moest het BGWF zowel de
lichamelijke als de stoffelijke schade van de tegenpartij vergoeden. De schade van Ilse wordt
dan niet vergoed.
Maar je kan ook stellen dat het gaat om een geval van schade veroorzaakt door een niet-
geïdentificeerd voertuig, nl. de vrachtwagen. Het BGWF neemt in dit soort schadegevallen
het standpunt in dat dit de grondslag is voor haar tussenkomst. Dit heeft belangrijke
gevolgen. Bij afwezigheid van belangrijke lichamelijke schade zal de stoffelijke schade niet
vergoed worden. De ‘beperkte’ lichamelijke schade wordt wel vergoed door het BGWF. De
lichamelijke schade van Ilse wordt wel vergoed door het BGWF.
7) Ik wachtte aan het rode licht toen ik ben aangereden door een auto – die zo bleek achteraf –
gestolen was. De dader is uitgestapt en gevlucht. Wat nu?
Het gaat hier over de vergoedingsopdracht van het BGWF in het kader van diefstal. Omdat
de WAM-VA de BA van de dief niet verzekert, is de WAM-WA van het voertuig niet gehouden
tot tussenkomst voor die BA. De benadeelden kunnen hun vordering tegen het BGWF
baseren op art. 19 bis-11, §1, 4° WAM-Wet.
De WAM-VA van het voertuig moet niet tussenkomen want de auto is gestolen, de
bestuurder-dief is BA en enkel de dief is BA. Mijn schade wordt vergoed door het BGWF. Stel
dat ik verzekerd ben door mijn eigen omnium en ongevallenverzekering. Dan zullen mijn VA’s
hun vergoeding bij het BGWF kunnen verhalen op basis van subrogatie.
8) Toen Koen en Katrien bij hun auto kwamen na een gezellig dinertje op restaurant in Leuven,
stelden ze vast dat iemand een flinke deuk in hun auto maakte. Er is geen spoor van de
dader. Wie zal hen vergoeden?
Het gaat hier over de vergoedingsopdracht van het BGWF voor schade veroorzaakt door een
niet-geïdentificeerd voertuig. Dit is een toepassing van art. 19 bis-11, §1, 7° en op art. 19
bis-13, §3 WAM-Wet.
Er is geen lichamelijke schade. Het schadegeval gebeurde in België. Het BGWF moet de
stoffelijke schade aan hun auto niet vergoeden. Enkel een omnium (volledige omnium met
waarborg ‘eigen schade’) kan hen helpen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kobeV. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.73. You're not tied to anything after your purchase.