Internationale En Europese Criminele Politiek (C08C9A)
All documents for this subject (12)
Seller
Follow
doravandyck
Content preview
DEEL V. UNIERECHT EN STRAFRECHT
V.1. Gemeenschapsrecht en strafrecht vóór het Verdrag van Lissabon
Korte samenvatting (waarover gaat dit deel)
Hoofdvraag: Is er SR mogelijk in de eerste pijler (= klassieke verhaal/ supranationale
verhaal van de gemeenschap opgericht in ‘57: vrij verkeer goederen, personen, diensten en
kapitaal – gemeenschappelijk landbouwbeleid en vervoersbeleid
*Het ging dus niet over de derde pijler*
Had die eerste pijler (en zelfs voor er pijlers waren = voor ’92) iets te maken met SR. Had
de gemeenschap toen iets te maken met SR?
Antwoord ‘nee’ is te kort door de bocht. Er is namelijk groot belang aan nuance.
Er werd door het gebruik van die gemeenschapstrouw en verdere tussenstappen toch
gekomen tot een vorm van gemeenschapsSR. De gemeenschap werd zelf bevoegd geacht
door het Hof om zelf SR te maken (= milieuarrest). Hierdoor werd niet alle onduidelijkheid
weggenomen. De onduidelijkheid is ondertussen weg zie huidige situatie.
V.1.1. Het uitgangspunt
Herinner: piramide met drie pijlers waarbij pijler 1 supranationaal is en van groot belang voor
dit deel. Deze eerste pijler bestond eigenlijk al in 1957 maar is sinds het verdrag van
Maastricht die eerste supranationale pijler geworden. De vraag is hier echter wat heeft die
eerste pijler te maken met strafrecht.
Eu’se deskundigen (in oude structuur) voor wat eerste pijler betreft en voor Lissabon gingen
niet in op strafrecht. Strafrechtdeskundigen gingen ook niet in op Europa. Er werd gesteld dat
die Gemeenschap van toen een gemeenschap zonder strafrecht was.
Nochtans klopt dit niet. We behandelen nu vier zaken die ons doen inzien dat het complexer
en genuanceerder is dan dat.
V.1.2. De negatieve werking (t.a.v. nationaal strafrecht) van het Gemeenschapsrecht
Als je stelt dat er geen sprake is van strafrecht binnen de gemeenschap is het fout om aan te
nemen dat de lidstaten volledig hun zin zouden doen met hun nationaal strafrecht.
Door HvJ was er toen al een toezicht om de manier waarop lidstaten met hun eigen nationaal
strafrecht omgingen.
HvJ: straffen die je op een misdrijf stelt in nationale wetgeving, worden bepaald door
nationale overheid (Parlement) maar die straffen mogen niet van dien aard zijn dat ze een
indirecte belemmering vormen voor het bereiken van het doel van de Eu’se verdragen
Spreuk/ formule HvJ: een strafsanctie die disproportioneel is t.a.v. het gepleegde misdrijf kan
een maatregel van gelijke werking als een kwantitatieve invoerbeperking zijn.
Gemeenschap opgericht in ’57 met grote doelstelling van vrije markt. Vrij verkeer van
goederen mag je niet belemmeren. Hoe zou je dat kunnen doen?: invoerbeperkingen stellen
(= we willen auto’s uit Roemenië aanvaarden maar wel maar 1000 per jaar – Duitse wijn
toelaten maar slechts 10.000l per jaar). Dit is een kwantitatieve invoerbeperking. Het Hof
zegt dat als je die logica doortrekt kan een straf ook zo’n kwantitatieve invoerbeperking
zijn wanneer die straf disproportioneel is aan het misdrijf.
Voorbeeld uit zaak voor het Hof: Duitsland – rijbewijs. Je wil in Duitsland gaan werken en je
hebt een Belgische rijbewijs. Duitsland zei dat als je zich echt in Duitsland komt vestigen,
vragen ze om binnen het jaar uw nationaal rijbewijs laat omruilen voor een Duits rijbewijs.
Dit is in overeenstemming met Eu’se richtlijn. Het was dus toegelaten. Duitsland heeft in
nationale wetgeving aangegeven dat wanneer je dit niet doet of te laat was, dat daar een gvs-
straf op stond. Dit was niet toegelaten volgens het Hof. Er zou een sanctie aan gekoppeld
mogen worden maar de strafsanctie moet wel in verhouding staan met uw misdrijf. Het zou de
, mensen schrik aan jagen en mensen verhinderen om zich in Duitsland te vestigen volgens het
Hof.
Gemeenschapsrecht stelt grenzen/ beperkingen aan de vrijheid van de nationale wetgever om
mijn zijn strafrecht te doen wat hij wil. Die vrijheid is dus niet onbeperkt.
V.1.3. De positieve werking van het Gemeenschapsrecht
Het Gemeenschapsrecht kan onrechtstreeks aan de bron liggen van het nationaal strafrecht.
Voorbeeld: richtlijn pre Lissabon voorzag nooit strafsancties. Dit neemt niet weg dat een
lidstaat zelf nooit strafsancties kon voorzien. Als je die (in dit geval) eerste pijler ging
omzetten in nationaal recht, kan je strafsancties koppelen aan enkele zaken om er zo zeker
van te zijn dat je het resultaat heelt.
Voorbeeld: verordening moet je niet omzetten want die is rechtstreeks toepasselijk. Je kan
hier wel aanvullende maatregelen aan toevoegen die strafsancties kunnen uitmaken.
V.1.4. De Gemeenschapstrouw
Art. 10 van oude EEG-verdrag – huidige art. 4 Unieverdrag
Gemeenschaps-/ Unietrouw is een sleutel die op vele deuren past.
Hof gebruikt art. 10 om de deur naar het Europees strafrecht te openen in een aantal stappen
(V.1.5)
V.1.5. De rechtspraak van het Hof van Justitie
1ste stap: arrest-Von Kolson&Kamam 1984. Het is een Duitse zaak die betrekking heeft op
een Eu’se richtlijn over de gelijke behandeling van mannen en vrouwen in het arbeidsproces.
Duitsland had die richtlijn (juist en op tijd) omgezet in nationale wetgeving. Ze waren echter
nog een stap verder gegaan want die richtlijn omvatte geen sanctie (ook geen burgerlijke).
Duitsland had hier wel sancties opgezet. Als een bedrijf of WG die regels over gelijkheid niet
respecteert, zal het schadevergoeding moeten betalen een die gediscrimineerde persoon in
kwestie.
Von Kolson&Kamam waren toch niet akkoord. Hof zegt dat die richtlijn inderdaad geen
sanctie voorziet. Hof zegt dat dat niet wegneemt dat lidstaat geen sancties kan bepalen alleen
dat moeten die sancties wel passend zijn. Hof ontwikkelt in Von Kolsom&Kamam waarin die
niet-strafrechtlijke sancties moeten voldoen.
Sanctie moet een daadwerkelijke/ doeltreffende bescherming bieden aan de sollicitant
Sanctie moet een afschrikwekkende werking hebben t.a.v. WG
Hof zegt in het licht van deze voorwaarde dan Duitsland niet goed bezig is. De
schadevergoeding was zo laag dat het een symbolische vergoeding is. De twee
bovenstaande voorwaarde gelden niet.
Voor de niet-strafrechtelijke sancties volgt uit VK&K dan de beleidsvrijheid van de lidstaten
beperkt wordt. Ze is nog steeds groot maar niet onbegrensd.
2de stap: Griekse maïs 1989. Maïs die vanuit Griekse haven werd uitgevoerd naar België. Dit
betekent dat het gaat over vrij verkeer van goederen. België mag daar dus geen belastingen op
heffen. België deed dit ook niet maar bleek dat de Commissie (als moeder van de verdragen)
stelt een onderzoek is dat er iets niet klopte met die Griekse maïs. Het blijkt dat dat geen
Griekse maïs is maar uit Joegoslavië, wat geen lid was van de gemeenschap. Joegoslavië is
geen lid en is dus maïs van een derde land. Hier moesten dus invoerrechten/ invoertaksen op
geheven worden. Dit had Griekenland al moeten doen. Deze invoertaksen is een stuk
financiële inkomt van de gemeenschap. Commissie wordt boos op Griekenland. Er waren
aanwijzingen dat Griekse douaneambtenaren omgekocht waren door Joegoslavië. Griekenland
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller doravandyck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.