- Wat is de productiviteit
- Hoe wordt het BBP berekent
- Hoe werkt een markt
- Wat zegt Keynes
Wij zoomen in op de gemengde economie, die de basis vormt van onze welvaartstaat. Belangrijke
taak voor de overheid.
Rol van de overheid in de vrije markt?
Overheid= scheidsrechter van de vrije markt.
Voorwaarden scheppen voor een goed-functionerende markt:
- Groot aantal spelers op de vraag- en aanbodsmarkt
- Homogene producten
- Vrije toegang tot de markten
- Alle marktpartijen zijn perfect geïnformeerd
Taak van de overheid in de gemengde economie?
- Overheid zorgt voor sociale en ecologische correcties
- = sociaal beleid en milieubeleid
- Overheid zorgt voor uitbouw van goede collectieve voorzieningen
- Overheid beheert de ‘commons’
Hoe komt welvaart tot stand?
Analyse van de wereldwijde economische groei: ‘the great acceleration’
Deel 2: Hoe wordt deze welvaart verdeeld
Focus op de (her) verdeling van de welvaart.
1
, - De primaire inkomensverdeling
- De secundaire inkomensverdeling
- De tertaire herverdeling
We bekijken ongelijkheid en inkomensverdeling, en de rol van de welvaartsstaat als sociaal
herverdelingsinstrument.
Overheidsfinanciën
Deel 3: armoede, het resultaat van een ongelijke verdeling
- Wat is armoede?
- Waarom is er armoede in een van de rijkste samenlevingen?
• Verklaringsmodellen
- Hoe groot is de armoede?
Armoede:
- Wat betekent het in armoede te leven? De leefwereld van mensen in armoede
- Waarom is het armoederisico hoger bij mensen met een migratie-achtergrond?
- Waarom is er meer armoede in steden?
Slotles:
- Wat zijn de uitdagingen voor de welvaartsstaat
Hoofstuk 1: Wat is economie en hoe denken economen?
Economie = economische wetenschappen
Economie gaat over het menselijke handen en keuzes maken.
The economy:
Economie als werkelijkheid:
= the economy
- Behoeftebevrediging staat centraal (wat? : gestuurd door centrale vraag)
- Produceren, verdelen en aanwenden van middelen die voor de behoeftebevrediging in
aanmerking komen (hoe?)
Vb. koffiedrinken
- Wordt geproduceerd
- Naar hier gebracht
- Hier gedronken
= productie, hoe komt het bij de verbruiker (consument)
2
,Onderzoeken waarom keuzes gemaakt worden → waarom koffie en geen thee
Economics
Economie als menswetenschap (keuzes die mensen als consument of producent maken)
= economics
Invalshoek is het schaarsteverschijnsel (de beperking van de mogelijkheden ( kiezen want beperkt
budget)) = de beperking van de mogelijkheid om alle behoefte te bevredigen.
Dus:
- Streven naar behoeftebevrediging
- Daarvoor omgaan met schaarse middelen (kiezen aan wat je je beperkt budget uitgeeft)
- Streven van mensen naar welvaart (consument en producent streeft naar welvaart →
behoeften worden groter)
- Individueel en collectief (land/regio) (behoeften zijn individueel en collectief)
Economie is een jonge wetenschap
Adam Smith (1723 – 1790): ‘an inquiry into the nature and cause of wealth of nations.’
Periode van: verlichting, Industriële revolutie en uitbreiding van de wereldhandel.
Hoofdstuk 2: De kern van het economisch probleem: schaarste verplicht tot
kiezen
2.1 Schaarste
- Behoefte = vraag tekorten
- Productie = aanbod voortbrengen van de middelen tot behoeftebevrediging (onderwijs)
(goederen die op de markt worden gebracht)
Wanneer mensen een product niet kopen (er is geen behoefte meer) dus wordt het product ook niet
meer geproduceerd. Bv. Klompen: mensen kopen geen klompen meer dus worden er ook geen
klompen meer geproduceerd.
- Spanningen tussen behoeften en middelen = schaarsteverschijnsel of welvaartstekort
- Relatief begrip: zowel in tijd als in ruimte verschillende vfr. Middeleeuwen en
ontwikkelingslanden (water, muskietnet, internet,…) (het kan verandern → opa had geen
behoefte aan een smartphone) (kan ook met het seizoen veranderen → winterjas)
- De toename van middelen volstaat niet om het schaarsteprobleem op te lossen
2.2 Economisch handelen is kiezen
De schaarste van de beschikbare middelen verplicht ons om te kiezen. Kiezen gebeurt op basis van
voorkeuren, preferenties of prioriteiten.
- Schaarste:
3
, • Niet gelijk aan een absoluut tekort (cfr. Supermarkten (liggen vol, schaarste is dat we
met een budget niet alles kunnen kopen en dus moeten kiezen)
• )
• = legt beslag op de ingezette middelen, deze kunnen niet meer voor andere
doeleinden aangewend worden (keuze vrije tijd en arbeid; hout van de
schrijnwerker)
- Keuzes worden niet alleen gemaakt op individueel en gezinsniveau, maar ook collectief. Bv.
Bij het opmaken van een begroteing voor gezin, scoutsgroep, bedrijf, nationale regering.
- Ook niet-monetaire factoren (niet alleen over centen) spelen hierbij een belangrijke rol (vrije
tijd, psychologische voldoening, status, cultuur, uitstraling)
- Opportuniteitskosten = de waarden van de gederfde baten van het beste alternatief dat niet
gerealiseerd werd ‘kiezen is verliezen’
Dus: kiezen volgens het optimalisatie-principe
= Met de schaarse middelen een zo groot mogelijk bevrediging van de behoeften (vb. generische
medicatie, ruimtelijke ordening)
= Doelmatig handelen om de welvaart te optimaliseren
= Maximaliseren van de baten én minimaliseren van de offers.
Je weegt de kosten af met de baten → heb je honger? Dan gaat eten je een grote baat brengen.
Baten maximaliseren en kosten minimaliseren → wijn kopen die in reclame staat (gaat keuze
beïnvloeden).
3. Behoeften
Economie is de wetenschap die het menselijke handelen bestudeert in zijn streven naar behoeffte
bevrediging en daarvoor schaarse middelen inzet.
3.1 Soorten behoeften
- Individuele behoeften: primaire (behoud van het leven en zekerheid) en hogere (leven
aangenamer maken) behoeften (Maslow)
- Collectieve behoeften: de gemeenschap bepaalt hoeveel middelen voor de bevrediging van
welke behoeften worden ingezet en wie hiervoor moet betalen (belastingen, legerdienst,
burgerdienst)
3.2 Kenmerken van behoeften
- Verzadiging, maar terugkerend in de tijd
- Veelvuldig en onbeperkt (mens = vat zonder bodem)
- Rangorde in belangrijkheid verschillend per individu (voorkeuren of preferenties)
- Niet alleen individueel maar ook collectief
- Veranderlijk in tijd en ruimte (technologie, cultuur, welaart, lokale omstandigheden)
4. Economische goederen
Economische goederen = schaarse middelen om behoeften te bevredigen
Materieel (goederen) of immaterieel (diensten) (dokter)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Emilymey. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.56. You're not tied to anything after your purchase.