Voedingsstoffen
Je hebt 6 soorten voedingsstoffen die het lichaam nodig hebben. Voedingsstoffen en
voedingsmiddelen zijn NIET hetzelfde. De 6 voedingsstoffen zijn:
• Eiwitten
• Koolhydraten
• Vetten
• Water
• Mineralen
• Vitaminen
De belangrijkste functies van deze voedingstoffen zijn bouwstoffen en brandstoffen.
Voedingsvezels = stoffen die afkomstig zijn uit plantaardig voedsel. Deze zijn niet door de
mens verteerbaar maar bevorderen wel de darmwerking.
Eiwitten
• Functie: Vooral bouwstoffen. Daarnaast zorgen ze ook voor transport van stoffen, cel
communicatie en als enzymen.
• Als ze te veel worden opgenomen, worden ze niet opgeslagen maar worden ze als
brandstof gebruikt.
• Essentiele aminozuren/eiwitten zijn eiwitten die het lichaam zelf niet of onvoldoende
kan vormen en die dus aanwezig moeten zijn in het voedsel dat opgenomen wordt.
Koolhydraten (‘suikers’)
• Functie: Vooral als brandstoffen. Daarnaast is het ook een bouwstof, bijvoorbeeld in
het DNA en in het celmembraan.
• Als ze te veel worden opgenomen, worden ze opgeslagen als glycogeen of vet.
Vetten (lipiden)
• Functie: Vooral als brandstoffen. Daarnaast ook als bouwstof, denk aan de
fosfolipiden waaruit de wand van het membraan uit bestaat.
• Als ze te veel worden opgenomen, worden ze opgeslagen onder de huid of rondom
organen.
• Essentiele vetzuren moeten in het voedsel aanwezig zijn omdat wij ze in het lichaam
niet kunnen vormen.
• Verzadigde vetzuren komen vooral van dierlijke vetten en deze verhogen het risico
op cholesterol, op de wand van de bloedvaten. Dit zorgt ervoor dat de bloedvaten
dichtslippen.
• Onverzadigde vetzuren zijn plantaardige vetten en verlagen cholesterol.
1
, Water
• Functie: Bouwstof in lichaamscellen. Ook is het een oplosmiddel, een
transportmiddel en het bepaald de osmotische waarde.
• Organismen bestaan voor het grootste deel uit water.
Mineralen (zouten)
• Functie: Vooral een bouwstof, denk maar aan calcium. Dit is tussenweefsel stof in
beenderen.
• Sommige mineralen zijn spoorelementen. Deze heb je maar een hele kleine
hoeveelheid nodig. Deze zitten in voedsel. Het is vaak een bestanddeel van een
enzym of een hormoon. Denk aan ijzer. Dit is nodig om zuurstof te binden aan
hemoglobine.
Vitaminen
• Functie: Vooral bouwstoffen. Vitaminen zijn onder andere ook een bestanddeel van
enzymen.
• Een tekort of een overschot aan vitaminen is schadelijk.
• Vitaminen en provitaminen zijn essentieel. Hiermee wordt bedoeld dat ze in het
voedsel aanwezig moeten zijn omdat het lichaam ze zelf niet kan aanmaken.
• Vitamine K kan wel in het lichaam gevormd worden. Dit wordt gedaan door bacteriën
in onze darm.
Spijsvertering
Het spijsverteringsstelsel is eigenlijk een lang kanaal van mond tot endeldarm. Organen die
op dit kanaal uitkomen zijn de galblaas en de alvleesklier. Het hele kanaal is in totaal zo’n 10
meter lang en zorgt voor de vertering van voedsel. In de mond kauw je het voedsel tot kleine
stukjes.
In de mondholte vindt voedselonderzoek plaats. De smaak, tast en temperatuur worden
getest. Speekselklieren scheiden het enzym amylase af. Dit is een stof die zorgt voor de
eerste vertering van zetmeel in het voedsel. Daarnaast zorgt het speeksel er ook voor dat
het voedsel smeuïg wordt.
Het vermalen eten wordt doorgeslikt en gaat via de slokdarm naar de maag. Daar wordt het
voedsel gekneed en vermengd met maagzuur. Het maagzuur zorgt met name voor de
vertering van eiwitten. Het maagzuur zorgt ervoor dat bacteriën doodgaan. Daarnaast maakt
de maag het stofje intrinsic factor. Dit stofje bindt aan vitamine b12 en zorgt ervoor dat
verder in het spijsverteringskanaal vitamine b12 kan worden opgenomen.
In kleine porties gaat de voedselbrij dan naar het bovenste deel van de dunne darm. Dit is de
twaalfvingerige darm. In dit deel van de darm komen twee wegen spijsverteringssappen bij
het voedsel. De lever produceert gal en dit wordt opgeslagen in de galblaas. Vanuit de
galblaas wordt dit vrijgegeven naar de twaalfvingerige darm voor de vertering van vetten. De
alvleesklier scheidt stoffen af die in de twaalfvingerige darm helpen bij de vertering van
koolhydraten, eiwitten en vetten.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller veerle2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.27. You're not tied to anything after your purchase.