Jeugdcriminaliteit En Jeugdbescherming (200600036)
Summary
Samenvattingen + studievragen bij alle literatuur van Jeugdcriminaliteit en Jeugdbescherming ()
40 views 1 purchase
Course
Jeugdcriminaliteit En Jeugdbescherming (200600036)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Book
Studieboeken Criminologie
Hier vind je overzichtelijke samenvattingen van de hoofdstukken van Jeugdcriminologie van Ido Weijers en alle verplichte artikelen horend bij de cursus Jeugdcriminaliteit en Jeugdbescherming (). Ook alle studievragen zijn hier beantwoord!
Jeugdcriminaliteit En Jeugdbescherming (200600036)
All documents for this subject (10)
Seller
Follow
pamabels
Reviews received
Content preview
Literatuur
Weijers (2020): HOOFDSTUK 1: Jeugdcriminaliteit: wetenschap, media en politiek
- Dalende misdaadcijfers hele westerse wereld, maar media:
1. Disproportionele hoeveelheid aandacht aan high impact crimes:
straatroof, geweld.
2. Associatie tussen Marokkaanse jeugd en straatterreur → PVV.
- Jeugdcriminaliteit: sociale constructie
- Politiecijfers beperkt:
1. Meldingsbereidheid
2. Beleidsprioriteiten
3. Dark number
4. Zichtbaarheid (straatcriminaliteit,) prioriteiten (geweldscriminaliteit) daders
met negatieve prognose (migratieachtergrond) → overrepresentatie.
- Zelfrapportages beperkt:
1. Beperkt aantal delicten
2. Daders moeilijk bereikbaar
3. Geen goed beeld ernst delicten (schade + slachtoffers)
4. Lage betrouwbaarheid bij geweldsdelicten.
- Slachtofferenquêtes beperkt:
1. Geen informatie leeftijd dader
2. Meldingsbereidheid publiek
3. Bereidheid politie om proces-verbaal op te maken
- Prestatieparadox: beter werk politie, meer criminaliteit in cijfers.
- Jaren ‘80: Meer aandacht sociale achtergrond criminaliteit → Bindingstheorie van
Hirschi: goede bindingen jongeren met sociale systemen als vangnet van sociale
controle, remt jeugddelinquentie.
- Jaren ‘90: Aandacht oververtegenwoordiging daders met migratieachtergrond.
- Risicofactoren en ontwikkeling jeugdcriminaliteit geïdentificeerd.
- Maar oppassen voor net-widening: criminalisering van kattenkwaad →
toegenomen door selectieve gevoeligheid.
- Leeftijdsgroep 12-18 in westen door evolutie gegaan:
- Ene kant: langer afhankelijk door meer studeren, geen zelfstandig inkomen.
- Andere kant: serieuzer genomen, mening telt mee.
Studievragen bij hoofdstuk 1: Jeugdcriminaliteit: wetenschap, media en politiek
1. Hoewel er al een aantal jaren een dalende trend zichtbaar is in jeugdcriminaliteit, kan
de media toch een gevoel van urgentie creëren. Welke biases zijn hierin zichtbaar?
- Disproportionele hoeveelheid aandacht high impact crimes.
- Associatie tussen Marokkaanse jeugd en straatterreur.
2. Leg uit wat er bedoeld wordt met de ‘prestatieparadox’.
- In periodes dat de politie beter presteert, lijkt de criminaliteit toe te nemen
doordat de criminaliteitscijfers stijgen.
35
, 3. Leg de notie ‘veilige plaats’ uit.
- Doordat er bij veel jeugdigen een opeenstapeling van risicofactoren
plaatsvindt, is het van belang dat er in tenminste één domein sprake is van
continuïteit om delinquent gedrag te voorkomen, bv goede vriend, sterke
band ouders, goed kunnen leren.
Weijers (2020): HOOFDSTUK 2: Een historisch perspectief op jeugdcriminaliteit
- 19e eeuw:
1. Hinderlijk, onaangepast gedrag minder gecriminaliseerd → geweld ‘hoort
erbij’ + rol van staat minder prominent.
2. Ander karakter overheidsbemoeienis met jeugdcriminaliteit: tot begin 20e
eeuw gewone rechtbank voor minderjarigen.
- Later sterke toename zorg + bemoeienis kind: slecht milieu als risicofactor
delinquentie → inspringen om te voorkomen: verlicht maakbaarheidsoptimisme.
- Na 1945 nieuwe categorieën:
1. Collaborateurs of incivieken + kinderen
2. Kinderen + ouders getroffen door oorlogsellende
3. Maatschappelijk verwilderde jeugd door oorlogservaringen
- Drang naar onafhankelijkheid → nieuwe culturele uitingen en
massavorming: rondhangen op straat, in café: gezien als afwijkend
gedrag + ingrijpen kinderbescherming.
- Vanaf jaren ‘70: diversie: zo veel mogelijk vermijden van justitiële bemoeienis van
jeugdigen. Naoorlogse trend, onderdeel van ‘vier D’s’: decriminalisering,
de-institutionalisering, due process, diversie.
- Preciezen: geen bemoeienis van justitie → ‘echte’ diversie, maar snel
losgelaten in praktijk.
- Rekkelijken: alternatieve sanctie (bv taakstraf) is justitiële afhandeling.
Studievragen bij hoofdstuk 2: Een historisch perspectief op jeugdcriminaliteit
1. In zowel België als Nederland legt men met nieuwe wetgeving aan het begin van de
20e eeuw de aandacht sterk op preventie. Echter in beide landen vult men dit anders
in. Geef kort de verschillen tussen deze twee landen aan. Noem een voor- en nadeel
van de invulling die België geeft aan de preventie.
- NL: Focus van kinderrechtspraak op belang van het kind, dus geen
vergelding en afschrikking, maar hen helpen.
- BE: Heel strafrechtelijk kader werd losgelaten. Het werd hierdoor mogelijk om
niet alleen op delinquent gedrag, maar op allerlei onwenselijke en zorgelijke
gedragingen te reageren met justitiële interventies.
- Voordeel: ook aanpakken van kattenkwaad, hangjongeren waardoor
er minder overlast plaatsvindt.
- Nadeel: criminalisering van kattenkwaad en net-widening.
36
, 2. Eind jaren ’60 ontstaat een vorm van tolerantie in Nederland ten aanzien van
bepaald gedrag (delinquent gedrag, wegloopgedrag, riskante gewoonten) dat onder
de noemer ‘subcultuur’, ‘jeugdcultuur’ valt. Dit is overigens een internationaal
verschijnsel dat wel wordt aangeduid als de ‘permissive society’. Sommigen zien dit
als oorzaak van een toename van jeugdcriminaliteit in de afgelopen decennia. Geef
je oordeel en licht dat toe.
- Delinquent gedrag, wegloopgedrag en riskante gewoonten werden meer
getolereerd als onderdeel van een subcultuur, maar heeft mogelijk
bijgedragen aan de toename van jeugdcriminaliteit de daarop volgende
periode, onder andere doordat deze jongeren in deviante groepen terecht
konden komen en hun binding met maatschappelijke conventies verloor. Ze
spendeerden minder tijd met hun familie of op school en door dit gebrek aan
bindingen met de samenleving, wordt de stap naar delinquentie kleiner.
3. Sinds de jaren ’70 van de vorige eeuw is op het gebied van strafrechtelijke
afdoeningsmodaliteiten een ontwikkeling op gang gekomen die wordt geduid met de
term ‘diversie’. Verklaar de oorspronkelijke doelstelling van deze ontwikkeling en geef
aan in hoeverre de uitwerking in beleid correspondeerde hiermee.
- Diversie: Het zoveel mogelijk vermijden van justitiële bemoeienis bij
jeugdigen. Dit idee is ontstaan na de Tweede Wereldoorlog als onderdeel van
de vier D’s, maar de pure vorm ervan werd snel losgelaten in de praktijk. Wel
werd een gematigde vorm doorgezet waarbij er alternatieve sancties worden
opgelegd, bijvoorbeeld een taakstraf.
Weijers (2020): HOOFDSTUK 3: Ontwikkeling in jeugdcriminaliteit in het begin van de
21e eeuw
- Politiestatistieken: aangehouden verdachten → beperkt: geen verdachte, geen
aangifte, geen proces-verbaal.
- Zelfrapportage: onderrepresentatie jongeren met Marokkaanse achtergrond.
- Meerdere bronnen combineren:
1. Iedere bron brengt deel verdachten/daders in beeld.
2. Overeenkomsten en verschillen tussen bronnen: inzicht
ontwikkelingen jeugdcriminaliteit.
- Meest gerapporteerde delicten:
1. Vermogensmisdrijven: op school, werk, (winkel)diefstal <10 euro
2. Geweld: zonder of met kleine verwondingen
3. Verstoren van openbare orde, vernieling
- Algemene trend: Afname aantal verdachten en daders van criminaliteit sinds 2007,
ongeacht leeftijd + afname slachtofferschap. In NL en internationaal.
- Mogelijke verklaringen:
1. Succes van beleid, maar moeilijk hard te maken.
2. Toename aantal politieagenten
3. Toename gevangenispopulatie
4. Afname crackepidemie
5. Legalisering abortus VS jaren ‘70
6. Toename van consumentenvertrouwen
7. Afname alcoholconsumptie
37
, 8. Groei inkomen
9. Beter computergestuurde politie-inzet
10. Toegenomen beveiliging van woningen en voertuigen → daling
vermogenscriminaliteit.
Studievragen bij hoofdstuk 3: Ontwikkeling in jeugdcriminaliteit in het begin van de
eenentwintigste eeuw
1. Om de ontwikkeling van jeugdcriminaliteit beter in kaart te brengen wordt vaak een
combinatie van verschillende bronnen gebruikt. In dit hoofdstuk wordt gesproken
over zowel zelfrapportage als politie- en justitiestatistieken. Wat zijn beperkingen van
het gebruik van deze bronnen?
- Politiecijfers
1. Aangiftebereidheid
2. Beleidsprioriteiten
3. Dark number is hoog: 6-7% delinquente jeugdigen in aanraking met
politie.
- Zelfrapportage beperkingen:
1. Beperkt aantal delicten
2. Daders moeilijk bereikbaar
3. Geen representatie ernstige delicten
4. Onderrapportage, vooral bij etnische groepen
5. Discrepantie ouders en kind
- Slachtofferenquêtes beperkingen:
1. Weinig informatie daders
2. Moord of slachtofferloze delicten niet vertegenwoordigd
3. Seksuele delicten slecht vertegenwoordigd
4. Geen gegevens slachtoffers < 15 jaar
2. Er wordt een aantal veel genoemde verklaringen voor gedaalde (jeugd)criminaliteit
gegeven. Wat is de conclusie van de auteurs?
- Combinatie van de onderstaande verklaringen:
1. Succes van beleid, maar deze claim is moeilijk hard te maken
2. Toename aantal politieagenten
3. Toename gevangenispopulatie
4. Afname crackepidemie
5. Legalisering abortus VS jaren ‘70
6. Toename van consumentenvertrouwen
7. Afname alcoholconsumptie
8. Groei inkomen
9. Beter computergestuurde politie-inzet
10. Toegenomen beveiliging van woningen en voertuigen → daling
vermogenscriminaliteit.
Weijers (2020): HOOFDSTUK 11: De rol van het gezin in ontwikkeling van antisociaal
gedrag
- Vier niveaus van functioneren binnen gezin:
38
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pamabels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.82. You're not tied to anything after your purchase.