= onderdeel van economische wetenschappen
- Vraag en aanbod
- Ruil
Product: alles wat waarde heeft voor de consument , waarde = behoeftebevrediging
- Tastbaar goed: zoals cd of dvd
- Diensten: digitale versie zoals spotify ( niet tastbaar )
- Idee: informatie verspreiden vb: ketnet move tegen pesten
- Ervaring: een concert of festival
- Wat dan ook…: voorspellende zoals astronauten
Marketeer: consumptiegedrag beïnvloeden
Socialisatieproces: bij het proces van socialisatie worden waarden , opvattingen en gedragingen uit de
sociale omgeving geïnternaliseerd. Zoals de move tegen pesten -> zorgen dat er niet gepest word en er
iets aan willen doen.
Peers: personen die een vergelijkbare leeftijd , status , belang of belangstelling hebben en
gemeenschappelijke gedragingen vertonen -> gelijkaardige consumptiegedrag (ene gaat sporten andere
gaat iets gaan drinken , dat zijn verschillende groepen en dus verschillende peers)
Consumenten: vragen producten
Organisaties: bieden producten aan
Kopersmarkt: wordt getypeerd door veel keuzemogelijkheden aan producten voor consumenten, omdat
het aanbod de vraag overtreft -> zoals veel reclame en veel tonen van reclame , marketing heel nuttig
hierin.
De omgeving is een dynamisch proces
Definitie marketing: alle activiteiten van een aanbieder met de bedoeling een waardenobject tegen een
bepaalde prijs bij de vrager te krijgen.
Welke vragers of aanbieders?
- Particulieren
- Commerciële en niet commerciële organisaties
- Steden
- Overheden
Marketingactiviteiten moeten maximaal positieve waarden leveren aan de maatschappij en niet negatief,
de toekomst mag er geen negatieve zaken aan hebben. Vb: Volkswagen had hun dieselmotoren niet
aangepast alleen hen software aangepast waardoor er nu nog steeds veel fijnstof inzit. Dat is korte
termijn denken.
Meaningfull marketing ….
,Oorsprong van de term marketing: 1902 (in de VS)
- 1850: start 1ste industriele revolutie -> ambachtelijke productieprocessen werden
geautomatiseerd: vb de stoelen en andere dingen werden handgemaakt , nauw contact tussen
koper en verkoper
De automatisatie werden schaalvoordelen , onovertroffen welvaartsstijging (door fabriekwerk
zekerheid dat ze een vast loon hadden ipv onzekerheden zoals op het land werken en hopen op
goed weer)
- Eind 19e eeuw: start 2de industriele revolutie -> overschotten , fabrieken krijgen hun producten
niet meer verkocht. Failliet van klassieke en neoklassieke theorieën. Er was overschot dus
mensen moesten zich verplaatsen (to market) zodat je ze kan verkopen , je moet ze op de markt
krijgen en andere kopers aantrekken om het overschot weg te werken. De wet van vraag en
aanbod.
Marketing = samenvoeging van “to market” en “ getting”
- 1950-1960: intrede marketing aan de Europese/ Belgische universiteiten
Als gevolg van de massaproductie kreeg het ruilproces essentieel andere gedaante:
- Structurele en permanente scheiding tussen vraag en aanbod
- Grotere koopkracht in de markt: de middenklasse word groter , er kan veel gekocht worden
- Spectaculaire stijging aanbod -> kopersmarkt
- Voor het eerst sprake van een kopersmarkt
- Nood aan productdifferentiatie : jouw product moet opvallen in de markt -> in prijs , kwaliteit…
- Er ontstaat een onzuivere markt met prijsverschillen (markt met productdifferentiatie , prijs
gevolg van aantal producten)
- Meer transport-voorraadvorming
- Meer communicatie over het verschil van producten
- Nood aan verkooptechnieken (zoals : verpakking)
- Nood aan marktonderzoek
De 4 P’s: product(differentiatie) , plaats , promotie en prijs
Product: alles wat waarde heeft voor de consument
Waarde= behoeftebevrediging
- Tastbaar goed
- Dienst
- Idee
- ….
Vb: AH stapt over naar scharrelkip in 2023 -> idee , ze steunen het idee van diervriendelijkheid
Vb: Jumbo opent kletskassa’s tegen eenzaamheid -> dienst , een verbeterde dienst , ervaring van ik tel
mee , gezellig
Ex: Waarom is er een structuriele scheiding gebeurt tussen vraag en aanbod? Massaproductie , industriële
revolutie: teveel productie in de fabrieken = kopersmarkt -> omgeving waarin marketing activiteiten nodig
zijn. Marketeer moet zorgen dat jouw product gekozen word.
Marketingmix tussen de 4p’s
, - De kloof tussen vraag en aanbod overbruggen
- Ideale mix nastreven
- 4p blijft populair-> mnemotechniek of geheugenkunst , duidelijke structuur
De 4c’s -> vertrekt van bij de klant
- Customer solution
- Cost to customer
- Communication
- Convenience
Vb: levi’s -> herkenbaar door een specifieke handeling van jeans maken, heel stevig (productdifferentiatie)
1.4: De conceptuele evolutie van marketing sinds haar ontstaan tot vandaag.
1) marketing in de eerste helft van de twintigste eeuw: inspelen op de materiele behoeften.
- nieuwe , goedkopere productmethodes
- welvaartsstijging begin 20e eeuw
- ontstaan van de consumptiemaatschappij -> de materiele behoeften van consumenten waren dominant
ze kwamen centraal te staan , in Europa onderbreken de 2 wereldoorlogen de welvaartstoename , er
ontstaan 3 types van marketingopvattingen.
Marketingopvatting: dogmatische visie als basis
3 types marketingopvattingen:
- Productiegerichte marketing (oudste): massabewerking van de markt (goederenstroom) ,
massaproductie vb: T-Ford , texas instruments (rekenmachine) , gestandaardiseerde producten
(geen differentiatie) , geen marktsegmenten , goedkoop mogelijk , voor iedereen
- Productgerichte marketing: de focus ligt op het maken van het allerbeste product: vb (minerva
auto’s -> niet aan de lopende band & duur , alleen de rijken konden deze kopen) ook ambiorix
schoenen een vb hiervan , geen oog voor de kostprijs. Het werkt dus alleen op een voldoende
grote markt om niet failliet te gaan
- Verkoopgerichte marketing: vandaag zoveel mogelijk verkopen , persoonlijke KT-doelen , geen
aandacht voor de tevredenheid van de klant. Vb hiervan -> ijsjes verkopen of Eifel torentjes in
parijs (mensen aanspreken en zoveel mogelijk verkopen) , Hello Fresh (moeilijk om te stoppen bij
je abonnement)
2) marketing tweede helft 20e eeuw: inspelen op individuele materiele en immateriele behoeften.
De manier van consumeren veranderd
- Producten worden steeds meer statusbevestigend
‘Conspicuous consumption’: eigen status verhogen of benadrukken (als je vroeger een auto of tv had had
je een bepaalde status dat was speciaal)
Inside-out wordt outside-in: vertrek vanuit de externe kenmerken ipv interne
Inside-out= vanuit gedachtegang vd producent
Outside-in= eerst de klant beter bestuderen
Klantgerichte marketing:
- De klant staat centraal
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittvanacker. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.25. You're not tied to anything after your purchase.