Op het einde van je loopbaan heb je recht op pensioen, dit vanaf 65 jaar. Je kan ook vroeger stoppen
met werken, maar dan zal je pensioen later iets lager liggen.
Pensioen bouw je op tijdens je loopbaan. Hoeveel je krijgt hang af van:
Statuut: precieze berekening is anders veel werknemers, ambtenaren en zelfstandigen. Ook de
gezinssamenstelling speelt een rol.
Hoeveel: hoeveel je verdient hebt, er wordt een loongrens bepaalt voor elk statuut. Er is een
minimum voor de laagste lonen.
Hoelang: hoelang je gewerkt hebt.
Minder werken, stoppen met werken, deeltijds werken, … heeft invloed op je pensioen. Op het
bruto-pensioen dat je maandelijks ontvangt betaal je belastingen. Op hogere pensioenen betaal je
meer, zo krijg je je netto pensioen.
1. Wat is pensioen?
Verzekering voor verlies aan verdienvermogen door ouderdom. Het wettelijk pensioen is hier een
voorbeeld van (1e pijler). Naast het wettelijk pensioen zijn er nog 2 pijlers; aanvullend pensioen en de
vrijwillige pensioenverzekering. (+ 3e en 4e pijler: eigen vermogen en woning)
2e: Het aanvullend pensioen: belofte van de WG’er om bepaald percentage van uw loon in een fonds
te storten. Eens je 65 wordt, wordt er een deeltje gestort uit dat fonds. Dit wordt niet georganiseerd
uit de sociale zekerheid. Dit is een keuze van de werkgever of een bepaalde sector.
3e: Vrijwillige pensioenverzekering: klassieke fiscale pensioensparen = je gaat naar de bank en bij de
bank zelf een pensioenspaarfonds afsluit. Wg’er is niet betrokken. Je kan dus pensioen sparen los van
je werkgever.
4e: Eigen vermogen: het geld dat je opspaart gedurende je loopbaan.
5e: Eigen woning: die ervoor zorgt dat je een bepaalde kost moet uitsparen (je moet niet huren).
2. Wie betaalt het wettelijk pensioen?
Sociale verzekering! Wie werkt en dus sociaal verzekerd is, RSZ betaalt en dus bijdraagt aan de
pensioenen krijgt later een pensioen.
Kapitalisatie = uw rsz wordt opzijgezet tot aan uw pensioen. Jouw pensioen wordt dus betaald met
de rsz die je tijdens je loopbaan hebt betaald.
Repartitie = geld wordt herverdeeld. Rsz die je betaalt hebt, gaat naar het huidig pensioen van
anderen.
Belgische systeem is een repartitie systeem! Je betaalt dus RSZ voor het pensioen van anderen. Het
kapitalisatie systeem heeft bepaalde problemen: het is niet solidair, het is moeilijker om het geld te
verdienen als iemand bv ziek is, .. het is zeer moeilijk om het index vast te maken.
Repartitie systeem heeft ook zijn eigen problemen: de bevolking vergrijst; het aantal mensen die
werken wordt kleiner dan het aantal mensen dat een pensioen opnemen. Mensen leven langer,
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller baukeverspecht. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.13. You're not tied to anything after your purchase.