Ondernemingsvormen
o Eenmanszaak: je kunt dan wel personeel hebben. 1 persoon is aansprakelijk
o Maatschap: twee of meer mensen aansprakelijk, het ingelegde deel ben je
aansprakelijk voor.
o Vof: twee of meer mensen aansprakelijk, alle eigenaren hoofdelijk aansprakelijk.
o Commanditaire vennootschap : vennootschap met zowel geldschieters (commandiet)
als beherdende vennoten die beslissingen nemen.
o BV: je bent dan hoofdelijk aansprakelijk en de aandelen niet vrij overdraagbaar.
o Nv; beursgenoteerd aandeelhouders. Vrij overdraagbaar dus.
o Coöperatie
o Vereniging/stichting ; maakt geen winst.
Bij een BV ben je eigenaar dus sta je op de loonlijst van een BV, wanneer je een bedrag
krijgt van de bv moet je aantoonbaar zijn. Bij een EMZ, MTS of Vof sta je niet op de loonlijst
maar moet je leven van het resultaat.
Wanneer is de BV fiscaal in het voordeel TOV de eenmanczaak
a. Als er veel sint wordt gemaakt, die in het bedrijf wort gelaten.
Verschil in bedrijf laten of uitkeren. Uitkeren is dga , directeur groot aandeelhouder.
(bij 2, 2,5 ton is het aantrekkelijk om een BV te gaan doen)
Een bv publiceert de jaarcijfers bij de kamer van koophandel. Consequenties:
o Financiering
o Continuïteit
o Aansprakelijkheid
o Fiscaal
o Publicatieplicht
Activa en passiva
Activa Passiva
Immateriële vaste activa Eigen vermogen
Vaste activa
Vlottende middelen Lang vreemd
vermogen
Financiële vaste activa Kort vreemd
vermogen
Liquide middelen/ kas bank Rekening courant
Liquiditeit
De liquiditeit is het geld in de portemonnee de inkomsten en uitgaven
Negatieve liquiditeit door een financiering uit eigen kas voor investering is niet erg.
Als de aflossingen groter zijn dan de afschrijvingen dan heeft het bedrijf
liquiditeitsproblemen.
Afsrijvingingen op de balans en winst en verliesrekening. Aflossingen is mutatie van vreemd
vermogen lang. Aflossing vinden we bij de liequiditeit. Het moet wel met mekaar in balans
zijn maar het is niet waar want niet direct dat de aflossingen groter zijn dan de afschrijvigen
dat heeft hij niet gelijk liquiditeitsproblemen. Wanneer je een slechte liquiditeit hebt, kun je
het opvangen met je spaarrekening.
Positieve liquide middelen worden zichtbaar in het eigen vermogen op de balans.
In het eigen vermogen zitten de besparing. Dus positieve liquide middelen worden niet
zichtbaar in het eigen vermogen.
, Toename van de balansenpost levende have geeft niet direct een afname van de liquide
middelen.
Het vee staat onder de vlottende activa wanneer het vlees is en materiele vaste activa
wanneer het langer dan 1 jaar is. Aanwas zit in de opbrengst (in winst en verlies). Melkgeld
is omzet en aanwas, aanwas is niks in geld.
Herwaardering van de gron op de balans zorgt voor een toename van liquiditeit.
Een herwaardering is geen geld in de portemonne (het wordt pas geld wanneer je het
verkoopt)
Het heeft geen invloed op de liquiditeit omdat het geen geld in de portemonnee is. De
herwaardering gebeurt op papier en het is alleen om het inzichtelijk te makne vna de stille
reserves.
Jaarrekening
In een jaarrekening zit een balans, resultatenrekening, liquiditeitsoverzicht en een
toelichting / vermogensverloop prive.
Balans: Bezittingen en hoe deze gefinancierd zijn
Resultatenrekening: kosten vs opbrengsten
Liquiditeitsoverzicht: ontvangsten vs uitgaven
Een balans is ene momentopname. Een winst en verliesrekening gaat over een bepaalde
periode. Afschrijvingen staan wel in de winst en verliesrekening, dus wel kosten geen
uitgaven.
Opbrengsten – kosten
Opbrengsten zijn niet perse ontvangsten en kosten zijn niet perse uitgaven. Verschillen
tussen winst en kasmutaties (mutatie liquide middelen) zitten in; afschrijvingen,
voorzieningen(soort reserveringen van geld voor toekomstig groot onderhoud) en stortingen/
onttrekkingen. de resultatenrekening en balans kennen samenhang, aan elkaar gekopppeld.
Behaalde resultaten van het jaar zijn terug te vinden in de balans(als momentopname)
• Aanwas is een opbrengst maar geen ontvangst (je krijgt geen geld)
• Erfenis is een ontvangst maar geen opbrengst.
• Een herwaardeering van grond is geen onvangst maar wel een opbrengst. Tenzij je
het verkoopt dan is het een ontvangst.
Resultaat – prive = besparing
Erfenis of kinderbijslag is privé
Melkgeld: debiteuren/vorderingen
Lang vreemd vermogen: langer dan 1 jaar
Kort vreemd vermogen: korter dan 1 jaar
Een geleasde trekker is een lening op basis van annuïteit, dus elke maand het zelfde bedrag
betalen. Het gaat om de grekker en die kan bij de materiele vaste activa.
Rekening courant is een betaalding waarop je min mag staan. Daarom bij passiva want je
kunt 10 000 euro in de min staan en dan is het een lening. Wanneer je in de plus staat noem
je het kas.
Consolideren
Bij consolideren maak je van 3 rekeningen van 1 onderneming een rekening. Wanneer je
een Maatschapsbalans, Persoonlijke onderneming en een prive rekening hebt moet je altijd
consolideren.
Als je dit herkent moet je consolideren. Want de grond bijvoorbeeld staat dan in de
persoonlijke onderneming en niet in de maatschapsbalans. Dus dan heb je niet het hele
bedrijf in beel wanneer je maar 1 rekening bekijkt. Een geconsolideerde jaarrekening geeft
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jorieke2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.