Samenvattingen biologie
Hoofdstuk 14 - Reageren
Paragraaf 14.1 - De ene spier is de andere niet
Antagonisten = Spieren die in tweetallen werken en een tegengestelde beweging
veroorzaken
→ buigspier trekt samen en de strekspier volgt.
Armspieren zitten met pezen vast aan botten in je arm en schouder:
→ Armspieren zijn skeletspieren
→ bestaat uit spierbundels
→ in spierbundel liggen lange spiervezels (BINAS 90C)
→ lange spiervezels zijn samen → vergroeide spiercellen.
→ Om spiervezel zit bindweefsel
→ In de lengterichting bevat een spiervezel honderden
spierfibrillen
→ Spierfibrillen = opgebouwd uit de eiwitmoleculen
actine en myosine
→ Samentrekking komt tot stand doordat actine- en myosine-eiwitten langs elkaar bewegen
(BINAS 90C).
Een spierfibril kan enkele mm/cm lang zijn
→ Spierfibrillen verkorten alle spiervezels in een spier
→ Bij verkorting → spier trekt maximaal samen en bolt op
Verkorte spiervezels worden weer uitgerekt als de antagonist (tegenover spier) samentrekt
→ Dit gebeurt bij opbolling of ontspanning
Willekeurige spieren = deze spieren kun je bewust aansturen
- Dwarsgestreepte spieren
Onwillekeurige spieren = deze spieren bewegen automatisch en kun je niet aansturen
- Gladde spieren, regelen werking van de organen
- Hartspier dwarsgestreept, maar onwillekeurig
,→ Tijdens een training stroomt je bloed snel en
je hart pompt snel en krachtig
- hartspierweefsel is dwarsgestreept.
Skeletspieren zijn willekeurige spieren (zelf
aanspannen en weer ontspannen) → zorgen
voor beweging
Ook spieren van slagaders helpen bij rondpompen bloed.
→ de spieren van bloedvaten zijn van een ander type dan skeletspieren:
- bestaat uit glad spierweefsel (BINAS 80E)
- zit ook in huid en rond holle organen (darmen en bronchiën)
- hebben geen streepjespatroon, duhu, het is glad.
- Gladde spieren bevatten spierfibrillen die door elkaar liggen → daardoor lijkt
het glad.
Een skeletspier bezit twee typen spiervezels:
1. langzame spiervezels
2. snelle spiervezels (trekken drie keer zo snel samen)
Langzame spiervezels:
- Houden het vol dankzij myoglobine, een spier eiwit dat zuurstof kan binden en
bewaren → vergelijkbaar met hemoglobine in rode bloedcellen.
Bij een lage zuurstofconcentratie in de spier → myoglobine geeft opgeslagen voorraad
zuurstof af.
Spiervezels met veel myoglobine zijn rood, snelle spiervezels zijn wit (BINAS 90B).
Hartspier:
- Dwarsgestreept (BINAS 80E)
- spiervezels zijn echter wel kleiner en hebben dwarsverbindingen
- Hartspierweefsel heeft de structuur van een net
- Als het hart bloed weg moet pompen trekt het hele net samen en dat geeft
een heleboel kracht. → Transport van zuurstof naar de spieren zal dus geen
problemen opleveren.
Hersenen moet je trainen voor een goede
coördinatie → een spiergeheugen.
, Paragraaf 14.2 - De ene spier is de andere niet
Pupilreflex = het reflex dat je pupillen doen als je in het licht kijkt of niet.
Veel licht? → Je pupil verkleint
Weinig licht? → Je pupil wordt groter
Om goed te zien moet je een scherp beeld op je netvlies krijgen
→ Scherp maken beeld:
1. Lichtstralen moeten heel nauwkeurig breken in je ogen
2. Licht breekt vooral op het grensvlak van lucht en water (traanvocht) op het hoornvlies
3. Het passeert vervolgens de voorste oogkamer
4. Passeert de lens
5. Passeert het glasachtig lichaam (BINAS 87C2).
De lens speelt bij de breking een speciale rol, spieren in het oog kunnen de lens boller en
platter maken → hiermee lichtstralen sterker of minder sterk breken
→ Zorgt voor scherp kunnen stellen op verschillende afstanden = accommoderen
Ooglens is elastisch → het is met lensbandjes opgehangen in het straalvormig lichaam
Straalvormig lichaam → bevat een kringspier die dat platter en boller maken regelt.
Om te zien → hersenen heel belangrijk.
1. Je oog heeft een scherp beeld op het netvlies
2. Zintuigcellen in het netvlies zetten dit beeld om in elektrische signalen = impulsen
3. Zintuigcellen geven impulsen door aan neuronen --> zenuwcellen
4. Hersenen bouwen een beeld op
Gezichtsbedrog = wanneer je hersenen iets anders van het beeld maken dan het is.
Hersenen hebben meestal meer informatie nodig om de juiste beslissing te kunnen nemen
wanneer ze een beeld zien:
- Geur
- Geluid
- Beweging
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isabeauadorf. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.16. You're not tied to anything after your purchase.