Gezonde voeding: onbewerkt voeding (rechtstreeks uit de natuur) hoe langer de ingrediëntenlijst
op de verpakking, hoe meer er bewerkt is. Hoe korter de lijst, hoe minder bewerkt. Veel E-nummers
bij de ingrediënten betekent veel bewerking
Voor het sporten dien je koolhydraten in te nemen – na het sporten zijn dat eiwitten
Een mens kan 3 dagen zonder water, 30 dagen zonder eten.
- Iedere mens heeft dagelijks met voeding te maken
- Door goede, natuurlijke voeding wordt een mens fitter, krijgt meer energie en versterkt
immuniteit
- Belangstelling van voeding is supergroot. Heeft voordelen en nadelen (veel meningen)
- Methodes: intermitting fasting, detox-kuur, 80-20regel: 80% van wat je eet moet goed zijn
(groenten, fruit) en 20% mag je kiezen wat je eet, voedselzandloper, …
Micronutriten & macronutriten (= energie) vitaminen en mineralen geven geen energie maar
zorgen voor de immuniteit van ons lichaam
,1 Voedingspatronen
1.1 Voedingspatronen en voedingsgedrag
Voedingspatroon = de wijze waarop een individu, een groep of een volk zich gewoonlijk voedt
Geeft antwoord op de vraag: wie eet wanneer wat in welke hoeveelheid, waar en hoe?
Allerlei factoren beïnvloeden het voedingspatroon en voedingsgedrag.
In België en Nederland: gebruik van 2 x broodmaaltijd & 1 x warme maaltijd (voor ons een
traditioneel voedingspatroon maar voor sommigen niet andere culture achtergrond)
Inzicht hebben in bestaande voedingspatronen & factoren die leiden tot bepaald voedingsgedrag om:
- Gezondheidsrisico’s bij bepaalde individuen en groepen te kunnen signaleren
- Voedingsadvies te kunnen geven en mensen te begeleiden
1.2 Factoren die een rol spelen bij het ontstaan van een
voedingspatroon en voedingsgedrag
Omgevingsfactoren
Geografische, klimatologische factoren (seizoensgebonden), technologische, economische en
politieke factoren bepalen welk voedsel beschikbaar is
o Reden waarom we best volgens de seizoenen eten (4 G’s)
Goed voor milieu
Goedkoper
Gevarieerder
Gezonder
- Economische factor tendens: hoeveelheid dierlijke voedingsmid. stijgt als inkomen toeneemt
- Geografische en klimatologische factoren (welk voedsel is van nature beschikbaar?)
o Poolstreek : geen landbouw mogelijk vlees en vis
o Gematigd klimaat: dierlijk & plantaardig voedsel
o Eten volgens klimaat weer speelt grote rol
- Technologische ontwikkelingen:
o Voedselaanbod uitgebreid door: productie, bewerking, transport, opslag
- Economische en politieke factoren (prijs van voedingsmid. wordt beïnvloed door
overheidsbeleid)
o Als welvaart stagneert gevolg: mensen bezuinigen op voeding door goedkopere
producten te kiezen & minder fruit gaan eten
Sociaal-culturele factoren
Factoren die bepalen welk voedsel eetbaar is en welke betekenis voedsel heeft in omgang met elkaar
(bv. geloof, rituelen, …)
Culturele verschillen: geen bepaald vlees eten, bereiding van voedsel, voedingsregels, vasten, ..)
Bv. joodse religie: bereiden in grote mate voedsel – eten moet koosjer zijn (vlees en melk mogen niet
vermengd worden) (ook voorbeelden islam en katholieke kerk zie pag 9)
,Sociale factoren:
- Vorm van gastvrijheid (aanbieden van eten en drinken)
- Statusfunctie (je kunt het betalen)
- Sociale functie (tijdens congres maaltijd = ontmoetingsmoment)
- Machtsmiddel (beloning of straf voor kind, mag geen snoepje)
Persoonsgebonden factoren
Fysiologische en psychologische factoren wat is de voedselbehoefte & betekenis voeding voor
iemand
Basissmaken = zout, zoet, bitter, zuur en umami
Mens heeft aangeboren voorkeur voor zoek en afkeer van bitter
Voedsel wordt gebonden met liefde, troost en veiligheid (bv. jezelf trakteren op iets lekkers als er iets
vervelends gebeurd is)
1.3 Het ontstaan van het huidige voedingspatroon (1850-1980)
Hoe zijn voedingsgewoonten ontstaan?
- Grote veranderingen na Industriële Revolutie
(machinaal vervaardigde goederen/grote fabrieken/industrie)
Belangrijke factoren hierbij waren:
- Groeiende welvaart
- Gewijzigde woon- en werkomstandigheden
- Vernieuwingen in landbouw en veeteelt
- Ontstaan van een voedingsindustrie
- Opkomst van de moderne voedseldistributie
- Kwaliteitscontrole door de overheid
1.3.1 Groeiende welvaart
Evolutie: Aardappelen goedkoop dus veel gegeten meer inkomen, dus meer brood en soms stukje
vlees nog meer inkomen, dus overvloediger aanbod van luxere voedingsmiddelen consumptie
brood, aardappelen en melk daalt meer vlees, groenten, kaas, fruit & suiker- en vetgebruik stijgt
Veel voedsel aanwezig minder zuinig geworden meer bewerkte producten
1.3.2 Gewijzigde woon- en werkomstandigheden
Tweede helft 19e eeuw:
- Van platteland naar stad om in fabriek te werken
- Grote gezinnen in een- of tweekamerwoningen
- Voedsel bereiden beperkt
- Werkdagen lang & woon-werkafstand was groot dus deden ze een boterham mee
- Lichamelijke conditie was slecht & veel zuigelingensterfte
Eind 19e eeuw:
- Verbeterde woonsituatie = ruimte voor lunch op werk
- Hygiënische omstandigheden in huis verbeteren zuigelingensterfte daalt
, 1.3.3 Vernieuwingen in landbouw en veeteelt
1880: graanhandel stortte in door invoer van grote hoeveelheden goedkoop Amerikaans graan &
veeteelt in problemen door concurrentie uit buitenland en opkomst margarine-industrie
1900: meer samenwerkingen dus schaalvergroting grote landbouwmachines, fabrieken, …
20e eeuw: landbouw veel intensiever en grootschaliger overheid: regulerende rol
1.3.4 Het ontstaan van een voedingsindustrie
Groei van steden & opkomst van industrieel bewerkt voedsel (nadeel: smaak, kleur en geur
veranderen) toevoeging van conserveermiddelen (E-nummer van 200-299) om voedsel langer
houdbaar te maken
1.3.5 De opkomst van de moderne voedseldistributie
18de eeuw: Kopen op de markt / via de boer / rechtstreeks van de producent
19de eeuw: Kopen in kleine winkels / slager / bakker / groenteboer…
1957: Eerste supermarkt Delhaize in België
1.3.6 Kwaliteitscontrole door de overheid
19de eeuw:
• Strafoplegging wanneer sprake was van toevoegen van overbodige stoffen
• Overheid neemt volledige verantwoordelijkheid (regelgeving wordt belangrijk). Keurmerken
ontstaan.
• Meer en meer keurmerken (vroeger deden ze er melk of water bij en nu controleren ze daar
goed op)
1.4 Het huidige voedingspatroon
Sinds 1980 is alcohol-vlees-suikerrijke voedingsmiddelen gestegen / groenten en fruit gedaald
toename welvaartsziekten/ chronische ziekten (door te weinig beweging)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amberlecour72. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.54. You're not tied to anything after your purchase.