100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
College aantekeningen Psychologie als Wetenschap $4.27
Add to cart

Class notes

College aantekeningen Psychologie als Wetenschap

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

College aantekeningen Psychologie als Wetenschap

Preview 4 out of 35  pages

  • January 14, 2022
  • 35
  • 2019/2020
  • Class notes
  • Van den boomen
  • All classes
avatar-seller
Psychologie als Wetenschap Hoorcolleges

Hoorcollege 1. Introductie 21-04-20

Psychologie: een samenstelling van griekse woorden psyche: ziel en logos: gedachte
 Innerlijke leven en het gedrag van mensen
 Study of mind, brain and behavior
- Mind = brain: mentale activiteit, gedachten en gevoelens volgen uit de biologische processen
en structuren in het brein  introceptie
- Behavior = al het gedrag, motorisch
 Wetenschap van gedrag en geest (subjectieve ervaring)
 Doel: het zoeken naar relaties en consistenties

Parapsychologie
 Parapsychologische verschijnselen zijn vaak te verklaren door bystanders effecten
 Parapsychologen zijn niet altijd bewust van het onderliggende mechanisme achter hun
vaardigheden, wel zijn ze vaak overtuigd van hun vaardigheden. Alleen experimenten kunnen
ze van gedachte veranderen
 Charlatans en goochelaars zijn wel bewust van het mechanisme (deceptie)

Wetenschapsziekten
 Oorzaken
- Politiek & Wetenschapscultuur
 Politiek
- Wetenschap moet competitie zijn
- Kapitalistisch model: concurrentie leidt tot efficientie, efficientie kan leiden tot
kwaliteitsvermindering, maar kwaliteit wordt gewaarborgd, ander koopt men je product niet
 Wetenschapscultuur
- Weinig/trage interne kwaliteitscontrole
- Bekendheid is ook een maat voor succes  veel publiceren/kwantiteit, veel publiceren in high
impact journal, publiceren van nieuwe bevindingen, publiceren van positieve bevindingen

Serendipiteit
 De toevalligheid van bevindingen: vaak zijn onderzoekers ergens anders naar op zoek, niet
per se van maatschappelijk belang, maar ze vinden iets bij toeval wat dat wel is
 Belang van fundamenteel onderzoek, niet alleen gericht onderzoek voor de praktijk
 De onderzoeker moet wel weten wanneer iets echt belangrijk is. Er wordt best veel gevraagd
van een wetenschapper: kennis, wetenschapsvaardigheden en valorisatie

Wetenschappelijk
 Repliceerbaarheid: kennis, wetenschapsvaardigheden en valorisatie
 Systematische aanpak: manipulaties/condities, gecontroleerde observaties
 Openheid van methoden: andere onderzoekers moeten je experiment kunnen repliceren
onder dezelfde condities

Oplossingen voor problemen
 Kleine journals inzichtelijk maken: ook negatieve resultaten publiceerbaar maken
 Meer proefpersonen meten: statistische power vergroten
 Houdingen tegenover kritiek op eigen studie
 Data inzichtelijk maken: ook data publiceren op open access servers
 Meer kennis verzamelen: onontdekte gebieden gaan samen met onenigheden en problemen
met methoden, meer kennis zorgt voor betere normen, repliceren tijdens opleiding

Hoorcollege 2. Wetenschapsfilosofie 22-04-20

Assimilatiegedrag  gedrag overnemen
Contrastgedrag  tegenovergestelde gedrag


Doelen wetenschap

,  Het vermeerderen van kennis, het beschrijven en begrijpen van de wereld
 Het bijdragen aan de welvaart en het welzijn van mens en maatschappij
 Bijdragen aan technologische vooruitgang
 Het ondersteunen van een geloof of politiek doel

Eigenschappen wetenschap
 Focust op de echte wereld
 Probeert de echte wereld te beschrijven, te verklaren en te voorspellen
 Gebruikt testbare ideeën
 Berust op bewijs
 Wordt ondersteund door een wetenschappelijke gemeenschap
 Bouwt voort op eerdere ideeën of resultaten
 Gebruikt wetenschappelijk gedrag

Copernicus
 Observaties  alle planeten draaien om de zon  heliocentrische wereldbeeld
 Hoe vaker een observatie  hoe eerder het waar is

Deductie
 Logica gebruiken  algemene  specifieke
 Premisse  premisse  conclusie
 Validiteit en waarheid
 Francis Bacon  1e premisse moet waar zijn  we moeten observaties doen om erachter te
komen of de 1e premisse waar zijn
 Immanuel Kant  we kunnen alleen deductie gebruiken  er bestaat geen realiteit los van
onze observaties  onze geest creëert de realiteit  transcendentaal idealisme  Popper is
het hiermee eens  we kunnen wel zeggen dat iets niet waar is
 Logisch kloppend, leidt niet tot meer kennis  logische correctheid

Inductie
 Observaties  conclusie
 Specifieke  algemene
 Positivisme: de opvatting dat wetenschap draait om observaties en dat dit de enige methode
is om wetenschap te bedrijven
 Realisme: er is een wereld en er is onze waarneming ervan. De wereld bestaat los van onze
waarheid en we kunnen hem kennen
 Metafysisch realisme: er bestaat een externe, van onze geest en waarneming onafhankelijke
wereld
 Epistemologisch realisme: wij kunnen objectieve kennis krijgen van de externe werkelijkheid
 Kan nooit een zekere conclusie opleveren, want kan nooit alle observaties doen om te
bewijzen dat een uitspraak waar is
 Russell  inductie geeft geen garantie voor de toekomst  als iets niet falsifieerbaar is dan is
het niet wetenschappelijk
 Logisch niet kloppend, leidt tot meer kennis  bruikbaarheid

Falsificatie
 Probeert theorieën te weerleggen ipv te verfiëren
 Popper brengt het doen van observaties in overeenstemming met de filosofie: we kunnen
observaties doen en logische valide deducties doen
 Kan in principe bewijzen at iets niet waar is, maar berust op observaties
 Observaties zijn theorie-afhankelijk en subjectief, daarmee is het dus maar de vraag of
falsificatie mogelijk is
 Theorieën blijven overeind ondanks falsificaties

Demarcatie
 Het scheiden van twee delen
 Wat is wetenschap en wat niet?
 Popper: een theorie of uitspraak is wetenschappelijk als hij falsifieerbaar (of iets kan worden
vastgesteld) is
 Wet van Weber is falsifieerbaar en algemeen

,  Gebruik deductie, gebruik inductie, gebruik falsificatie, gebruik een programma, gebruik een
paradigma
 Feyerabend: de wetenschap heeft geen alleenrecht op kennis  demarcatie is onzin: alles
mag  wetenschap berust op geloof  anarchie

Adler
 Menselijke actie worden gedreven door hun minderwaardigheidscomplex  niet falsifieerbaar

Weber
 Een waarneembaar verschil, bijvoorbeeld tussen twee groottes is niet absoluut maar relatief
 Zintuigen registreren relatieve verschillen
 Het waarneembare verschil : intensiteit = constant

Grote omwentelingen
 Aristoteles: een appel valt op een bewegend schip een eind van de mast  falsificatie
 Newton: een appel valt op een bewegend schip recht naar beneden  goed

Ad hoc
 Waarom een bewijs niet geldt
 Je verwerpt een theorie niet omdat je het tegenbewijs niet serieus neemt

Popper
 Individuele observaties zijn subjectief, we moeten publieke, toetsbare observaties doen
 We moeten toewerken naar basis-observaties

Shepard & Metzler
 Reactietijd neemt toe met de grootte van de mentale rotatie
 Bewijs voor de beeld-theorie en falsificatie van de symbolische theorie
 Pylyshyn: nee, de afstand die afgelegd moet worden in het netwerk is groter bij een grotere
rotatie, daarom is de reactietijd langer

Programma’s door Lakatos
 Positieve heuristiek: wat wel te doen  onderzoek dat theorie versterkt
 Negatieve heuristiek: wat niet te doen  onderzoek dat harde kern aantast

Wetenschap
 Is er een harde kern?
 Is er een samenhang?
 Zijn er leidraden voor onderzoek?
 Worden nieuwe ontdekkingen gedaan?
 Bruikbaarheid?

Kuhn: paradigma’s en cycli
 Wetenschap doorloopt cyclus: crisis leidt tot revolutie
en een nieuw paradigma
 Paradigma’s hebben: grondbeginselen, wetten en
aannames, vast instrumentarium en voorschriften
 Sociologie: wetenschappers worden opgevoed
binnen het paradigma

Hoorcollege 3. Filosofie naar de Wetenschap 28-04-20

Psychologie en het brein
 Edwin Smith Papyrus, egyptenaren weten veel over brein
 Hart was de zetel van de ziel (Hegemonikon)
 Gevoelens, denken etc. van het hart niet het brein
 Mummies: hart bleef in het lijf. De lever, nieren, longen, maag etc. werden of teruggeplaatst of
in potjes naast de mummie gezet. De hersenen werden met een haak via de neus
uitgepeuterd en weggegooid
 Brein, hersenen = materieel Ziel, geest = niet materieel

,  Cognitieve neurowetenschappen: hoe werken de hersenen als het de cognitie aangaat,
wetware
 Traditionele psychologie: geest beter maken (software), thans ook kennis nodig over de
wetware

Trepanatie
 Trypanon (boor)
 Lijkt al prehistorisch in Frankrijk en Zuid Amerika gedaan
 Men overleefde het soms
 Ook gevonden met gouden platen

Hersenen
 Alcmaeon van Croton: hersenbeschadiging leidt tot  problemen met cognitie en
waarnemingsproblemen  het zat dus onder de schedel
 Cell Doctrine: twee anatomen van de Medische School van Alexandrië ontdekten de ventrikels
in het brein  Herophilos en Erasistratos
 3 cellen doctrine: info van zintuigen, cognitie, geheugen  Leonardo da Vinci
 Naast ventrikels hart nog steeds een prominente functie
 Knobbeltheorie  Franz Josef Gall met student Spurzheim  lokaliseren van functionele
hersengebieden
 Frenometer: geautomatiseerde computer van het meten van die knobbels in de hersenen

Conclusie
 Eerst: zoeken naar locaties in de hersenen als zetel
 Later: zoeken naar gelokaliseerde en gespecialiseerde hersenfuncties
 Nu: het is een netwerk met gebieden die in hoge mate gespecialiseerd zijn

Oude grieken
 Plato  leerling van Socrates  inductief redeneren, gegeneraliseerde conclusie op basis
van een beperkt aantal observaties  lichaam en geest zijn gescheiden
 Plato’s allegorie van de grot  schaduw van voorwerpen
 Aristoteles  leerling van Plato  deductief redeneren, specifieke conclusie afgeleid uit
algemene principes/observaties  zintuigen zijn objectief, goede wetenschap is gestoeld op
waarneming  ziel is deel van lichaam

Rene Descartes 1596-1650
 Leefde en werkte in Utrecht
 Zijn theorieen zijn door de Universiteit en stad in de ban gedaan, pas 23 maart 2005 officieel
gerehabiliteerd
 Cognito ergo sum = ik denk dus ik besta
 De enige bron van zekerheid ben je zelf  deductief  rationalisme en dualisme
 Wetenschap: alleen voor wat ruimte inneemt, wat analyseerbaar en mathematiseerbaar is
 Bewustzijn neemt geen ruimte in, kennis van bewustzijn is daarom van een hogere orde 
metafysica
 Geloofde in innate ideas  gedachten die aangeboren zijn  nativisme

Spinoza 1632-1677
 Leerling en criticus van Descartes
 Leefde en werkte in Amsterdam
 Zijn boeken waren 200 jaar lang verboden
 Lichaam en geest zijn twee aspecten van of perspectieven op, eenzelfde eenheid
 Dubbel-aspect theorie
 Rationalist

Dualisme
 Lichaam vs geest (Aristoteles vs Plato)
 Materie vs immaterieel
 Bestudeerbaar vs niet bestudeerbaar
 Complex gedrag op basis van reflexen, dus zonder ziel ook mogelijk, kijk naar dieren
 Lichaam is een machine

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annabel2000. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.27. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.27
  • (0)
Add to cart
Added