100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting CVLL1 $8.05   Add to cart

Summary

Samenvatting CVLL1

 12 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van 38 pagina's voor het vak Cultuurgeschiedenis Van De Lage Landen 1 aan de UA

Preview 4 out of 38  pages

  • January 14, 2022
  • 38
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Cultuurgeschiedenis van de Lage Landen :




I. Een lange aanvangsperiode

1. Kelten, Romeinen en Germanen

A. De Kelten (vanaf 5e eeuw v.Chr)
 Kwamen vanuit regio Oostenrijk naar het Noorden
 Sterk in het bewerken van ijzer en brond
 Clans gaan zich vestigen in ommuurde dorpen (oppida), vooral hooggelegen plaatsen
(verdediging)

B. De Germanen (vanaf 2e eeuw v. Chr)
 Germanen gaan zich mengen met de Kelten

C. De Romeinen (vanaf 57 v.Chr.)
 Romeinen veroveren heel Germaanse/Keltische rijk: heel Gallië (huidig Fr.) wordt bezet door
soldaten Caesar

D. Julius Caesar (100-44 v.Chr)
 Gallië wordt opgedeeld in drie delen: een thuis voor de Belgae, de Aquitani en de Celtae
 Romeinen laten wegen aanleggen, handel wordt gedreven, er ontstaan nieuwe
administratieve provincies

E. Verovering Gallia Belgica (53 v.Chr)
 Na opstand van de Eburonen wordt Gallia Belgica veroverd: tussen Rijn en Seine
o Nieuwe Keltische leenwoorden in het Nederlands: broek, ijzer, eed (orale cultuur –
eed is belangrijk)
o Rijksgrens = Rijn met daarin provincies en civitates (hoofdstad)

F. Gallo-Romeinse cultuur:
 Ruilhandel  geldeconomie: belastingen, muntslag, heirbanen voor transport
 Gewoonterecht  geschreven recht
 Dorpscultuur wordt stadscultuur, de civitas (en villa)
 Orale cultuur  Latijnse schriftcultuur, opkomst volkstaal

1

,  Latijnse leenwoorden in Germaanse talen (muur-murus)

G. Germaanse volkserhuizingen (5e eeuw) – Franken, Saksen, Friezen
 31 december 406: de Rijn is bevroren
 Er zijn voortaan Gallo-Romeinse inwoners en Germaanse migranten in de Lage Landen
 Er ontstaat migrantenstroom naar zuiden: taalgrens ontstaat bij Boulogne
 Ten zuiden taalgrens: volkslatijn wordt volkstaal
 Ten noorden taalgrens: volkslatijn niet overgenomen, nemen de taal van Germanen over
(West-Nederfrankisch – later Oudnederlands)
 Franken veroveren Gallia



2. De Merovingische periode (5e – mid. 8e eeuw)

2.1 Rijksvorming en politieke ontwikkeling

A. Clovis (466 – 511)
 Stichter Merovingische dynastie
 Succesvolle veldheer, grote expansie
 Gallia wordt Francia: Parijs = centrum
 500: gedoopt in Reims: heerser wordt gedoopt – alle familieleden automatisch ook gedoopt
 512 Lex Salica: eerste wetboek sinds Romeinen (‘de Salische wet’)

2.2 De Merovingische samenleving

B. Veranderingen t.o.v Gallo-Romeinse cultuur:
 Stadscultuur  Dorpscultuur
 Centraal bestuur  clanstructuur: berecht volgens regels van de clan
 Romeins recht wordt Salische wet
 Geldeconomie  grond als vergoeding en waardemeter, opkomst vazaliteit
 Ook: continuïteit: muntslag en belastingen, Civitares: Tongeren bv

C. Sociale groepen:
 Eliten: adel – Gallo-Romeins en Franken
 Vrije leiden
 Horige: land bewerken voor iemand in ruil voor producten – niet mobiel
 (Slaven)

Oudste Nederlandstalige zin: maltho, thi âfrîo, lito (Ik zeg je: “ik maak je vrij, laat.”)

D. Kerstening
 Clovis huwt met Clothilde: katholieke Bourgondische prinses
 Missionering als middel tot politieke expansie en rijksvorming
 Mensen Christelijk maken, anders martelen



2

,E. Cultuur in het spoor van de kerstening
 Missionarissen als stichters van abdijen, bv. Amandus
 Tekstgenres: Latijn, kerkelijk ontstaansmilieu
o Heiligenlevens
o Bijbelcommentaren
o Historiografie
o Doopformulieren


3. De Karolingische periode (mid. 8e – 9e eeuw)

A. Ontstaan Karolingische rijk
 Pippiniden, Australische hofmeiers
 Peppijn I wint veldtocht tegen de Friezen
 Karel Martel houdt moslim tegen in Poitiers (732)
 Pepijn III (De Korte) steunt de paus in zijn strijd tegen de Langobarden
 Karel De Grote (747-814)
o Expansiepolitiek:
- Kersteningspolitiek ‘restauratie van West-Romeinse rijk’
- Hij wilt even groot worden als Caesar
o 800: Keizer gekroond door de paus

B. Centrifugale krachten:
 Salische erfopvolgingswet: grond wordt verdeeld op basis van erfgenamen
 Verdrag van Verdun 843: Splitsing van het rijk onder drie zonen
o Lodewijk de Vrome (dood 840)
o Verdeeld onder Lotharius, Lodewijk de Duitser en Karel de Kale

 Weinig handel, geen geldeconomie, slechte wegeninfrastructuur
 Economie blijft lokaal en autocratisch

 Feodaliteit (of leenstelsel): tendens tot vererving van het leen
o De leenheer – de leenman/vazal
o Het leen (foedum) – de dienst (trouw op militair en bestuurlijk vlak)


 9e eeuw: (855, Lotharius sterft): Lotharingen verder verdeeld bij erfoplvolging
 Noordelijk deel: ‘Lotharingen’
 10e eeuw (925): Duitse koning annexeert Lotharingen
o Gevolg voor Lage Landen:
 Schelde is grens tussen Frankrijk & Duitsland
o Ten westen van Schelde: leen van Franse koning
o Ten Oosten van Schelde: leen van Duitse koning
 Lotharingen doorsneden door taalgrens: drietalige ruimte: Frans, Nederlands/Duits, Fries
 Lotharingen: prestigieuze deel: Rome maar ook Aken spelen een grote rol
 KDG verblijft vooral in Aken

3

, C. Economisch, sociaal en bestuurlijk model
 Landbouweconomie
o Feodaliteit wordt snel erfelijk, was niet direct de bedoeling
o Hofstelsel: boer is horige van ‘hereboer’, bewerkt grond in ruil voor vruchtgebruik

 Verwevenheid vorst en kerk:
o Theocratisch ideaal: klerikale elite bestuurt

 Politiek van unificatie – één Christelijke rijk: centralisatie politiek
o Eén wetgeving: Salische wet
o Eén godsdienst
o Eén monastieke leefregel: Regel van Benedictus
o Eén Bijbeltekst: Vulgaat: bijbelvertaling in het Latijn
o Uitbouw hofschool en kloosterscholen met één onderwijsprogramma en één
lettertype, de Karolingische minuskel: artes liberales/de vrije kunsten
(School is privilege)

D. Karolingische renaissance
 Karel de Grote en opvolgers patroneren cultuurproductie, i.s.m hun clericale raadgevers
 Inspiratie: christendom en antieke cultuur

 Nieuwe cultuurcentra: hofscholen, kloosterscholen met gestandaardiseerd lesprogramma
 Nieuwe boekcultuur; grote boekproductie:
o Productiecentra: scriptoria van abdijen aan het hof
o Genres: bijbels, bijbelcommentaren, liturgische werken, schoolboeken, poëzie;
brievencollecties
 Nieuwe architectuur: vnl. tussen Maas en Rijn



D.1. Einhard
 Opgeleid in abdijschool
 Wordt lid van entourage van KDG
 Auteut van Vita Karoli Magni (leven v. KdG)
 Bouwheer van o.a. palts van Aken
 Gehuwd met dochter van de bisschop van Worms

D.2 Alcuinus
 Ierse monnik
 In dienst bij KdG als raadgever
 Leiding hofschool
 Herziet en standaardiseert de Vulgaat
 Auteur van Latijnse Bijbelcommentaren, muziektraktaten, liederen, gedichten,…

D.3 Godescalc-evangelistarium (boek)

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller catovervoort. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.05. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.05
  • (0)
  Add to cart