Staat: organisatie die met voorrang boven andere organisaties effectief gezag uitoefent over een
gemeenschap van mensen op bepaald gebied.
A. Gemeenschap van mensen: gemeenschappelijke cultuur en taal
B. Rechtsgemeenschap: door dwang te handhaven
a. Effectief centraal gezag
b. Geweldsmonopolie: dwangmiddelen te handhaven
C. Territoriale grenzen
Volkenrechtelijke erkenning door andere Staten is niet noodzakelijk, helpt bij wereldbeeld en
handelspositie van een staat.
Soevereiniteit: oppermacht die de staat uitoefent
Politiestaat: staat zonder rechten voor e burger
VS.
Rechtsstaat disciplines;
1. Legaliteitsbeginesl: ingrijpen van de staat is alleen op wettelijke basis mogelijk
2. Scheiding//spreiding der machten
3. Onafhankelijke rechter
4. Grondrechten: fundamentele rechten van burgers tegenover de overheid
5. Democratiebeginsel: regering bestuurt land met controle van de volksvertegenwoordiging
Subdisciplines rechtsstaat;
I. Politiek staatsrecht
II. Decentralisatie recht
III. Grondrechten
I. Politiek staatsrecht
A. Parlement
a. Kiesrecht
b. Bevoegdheid
c. Organisatiewijze
d. Rechtspositie: reglement der orde 2de Kamer
B. Regering: koning + ministers
a. Bevoegdheden
b. Positie
II. Gedecentraliseerde eenheidsstaat: centraal gezag, waarin autonome bevoegde de
autonome bevoegdheid hebben om gezag uit te oefenen.
1
IRS
,Vrije Universiteit 2021
Het koninkrijk der Nederlanden
<2010 - 3 landen binnen het Koninkrijk
1. Aruba
2. De Nederlandse Antillen
a. Bonaire
b. Curaçao
c. Saba
d. Sint-Eustatius
e. Sint-Maarten
3. NL
>2010 - 10/10/2010
1. Aruba
2. Curaçao
3. Sint-Maarten
4. Nederland
a. 12 Nederlandse provincies
b. Caribische provincies;
A. Bonaire
B. Sint-Eustatius
C. Saba
- Art. 2 Statuut
Confederatie/Statenbond: bestuurseenheid van samenwerkende onafhankelijke soevereine Staten
Federatie: volkenrechtelijk identiteit, waar deelstaten een grote hoeveelheid autonomie hebben,
maar belangrijke bevoegdheden behoren tot een centraal gezag.
H2. Hoofdrolspelers
1. Regering: Koning + ministers
2. Kabinet: ministers + Staatsecretarissen
3. De koning
4. Ministers
5. Staatssecretaris
6. De Staten-Generaal: 1ste & 2de Kamer
7. De Raad van Stat
I. De regering: samengesteld orgaan, die bestaat uit de Koning en ministers
Art. 42 Gw
II. Koning = staatshoofd: hoogste gezag in een land
Taken;
1. Benoemen & ontslaan van ministers – art.43 Gw
2. Formele betrokkenheid bij alle beslissingen van de regering;
a. Indienen/ bekrachtigen van wetsvoorstellen
b. Benoemen van de burgermeester en rechters
Kabinet der Koning: ambtelijk ondersteuning van de koning bij staatsrechtelijke taken (1914)
2
IRS
, Vrije Universiteit 2021
III. Ministers
Minister-president: de eerste onder gelijke (ministers)
Taken;
1. Voorzitter ministerraad
2. Onderwerpen aanbrengen
3. Vertegenwoordiger van NL in de Raad van ministers (EU)
4. Verantwoording over de Koning
Minister zonder portefeuille: staat niet aan het hoofd van een departement
- Zelfde verantwoordelijkheid als een minister met portefeuille
Ministerraad: beraadslaging van alle ministers over algemeen regeringsbeleid
Art. 45 Gw & art. 4 Rvo
- Elke vrijdag
1. Belangrijkste kabinet punten
2. Wetsontwerpen (bij akkoord)
3. Verdragen goedkeuren
4. Benoemingsvoorstellen
IV. Staatssecretaris
Taken;
1. Besluiten van de Koning ondertekenen
2. Wetsvoorstellen indienen
- Deelnemer kabinet
Geen deelnemer ministerraad
Als een minister van het departement opstapt, MOET staatssecretaris ook opstappen
Andersom niet
V. De Staten- Generaal = parlement
1ste Kamer;
- Worden verkozen door Provinciale Staten = getrapte verkiezingen
o 75 leden
o Vergaderen op dinsdag (1x per week)
o Behandelen de wetsvoorstellen
2de Kamer;
o 150 leden
o Fulltimebaan
Fractie: leden van een politieke partij die samenwerken in het vertegenwoordigen bnnnen het
orgaan.
Coalitiepartijen/regeringspartijen: politieke partijen (fracties) die het kabinet ondersteunen
(meerderheid parlement)
Oppositiepartijen: neemt geen deel uit van het kabinet
Bij veroordeling van een 2de Kamerlid, blijft hij/zij vertegenwoordiger (Wilders, na Marokkanenzaak)
Rechter kan veroordelen tot onzer kiesrecht (art. 56 Gw jo. Art.28 lid 1 Sr)
3
IRS
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller imaansohail. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.04. You're not tied to anything after your purchase.