Termen Geschiedenis van het Publiekrecht
Based on Lesaffer, R. (2020). Geschiedenis van het publiekrecht. Acco .
Hoofdstuk 1
INF-verdrag/ Intermediate range nuclear forces: alle INF-uit europa halen
START I: Strategic Arms Reduction Treaty
CFE-Verdrag/Conventional Forces of Europe: conventionele ontwapening in Europa.
Brezjnev doctrine: socialistische landen hadden recht om zuster regime in zadel te houden
adhv geweld→ Gorbatsjov verbreekt dit met ‘geen geweld om communisme te houden’
Gemeenschappelijk Europees Huis: 3 poten: SU volledig integreren in economie van
Europa, recht op zelfbeschikking van alle landen, Organisatie voor Veiligheid en
Samenwerking in Europa ipv. Militaire troepen.
Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE): Gorbatsjov wou de CVSE
omvormen tot deze organisatie
Zelfbeschikking intern: recht van elk volk om binnen de staat de regering te kiezen
Zelfbeschikking extern: recht om een staat te vormen
‘Europe Whole and Free’: Bush’ visie voor Europa: bevat o.a. Duitse eenmaking,
Ijzeren akkoord: akkoord tussen Bush en Kohl (VS help met eenmaking maar Duitsland zal
niet neutraal zijn en NAVO binnengaan).
‘2+4’: De 2 Duitslanden beslissing onder elkaar over de vraag en timing van hun eenmaking
en de 4 bezettingsmogenheden zorgen voor de internationale voorwaarden van de
eenmaking (grenzen, militaire afspraken, etc.)
Soevereiniteit extern: onafhankelijkheid van een land
Soevereiniteit intern: monopolie om het recht te maken
Confederatie: niet een staat maar een samenwerkingsverband van soevereine staten
Westerse constitutioneel model: pluralistische democratie, rechtsstaat, verdediging van
mensenrechten en vrijemarkteconomie. De OH organiseert zijn eigen werking en beperkt
zijn eigen macht met als doel meer vrijheid voor burgers
Constitutionalisme: 3 strategieen: rechtsstaat, mensenrechten en SDM
Hoofdstuk 2
Grondslag van feodaal stelsel: beneficium en commendatio
,Suzerain: koning als opperste leenheer
Heerlijke usurpatie: de heer over het domein bepaalt aspecten van het koninklijk gezag
Horige/horigheid: vervanging van slavernij: horigen hadden bepaalde rechten zelfs op het
land van de heer maar waren wel gebonden aan die grond
Tenure
Demesne: gronden die rechtstreeks voor rekening van de heer werden bewerkt
Judicium Parium: elk persoon heeft het recht om zijn geschillen voor een rechtbank te
brengen
Gregoriaanse hervorming (door de paus):
Ballingschap van Avignon (11E): opeenvolgende pausen slaagden erin de kerk om te
vormen naar pauselijke monarchie
Legaten en nuntii: de vertegenwoordigers van de paus die controle konden uitoefenen en
optreden als rechter (dit verspreidde de rechtsmacht van de paus)
Pauselijke rechtbank=rota romana: hiermee delegeerde de paus zijn juridische taken
Inquisitoriale procedure<> Accusatoire procedure
Inquisitoriale procedure: rechter speelt een actievere rol
Accusatoire procedure: de partijen hebben het hef grotendeels in handen
Biecht (vanaf 9E na de individualisering): sacrament om zonde te laten vergeven, hiermee
krijgt een mens kans op leven na de dood
Libri Poenitentiales: in deze boeken stond er wat u moest doen om u zonden te doen
vergeven (gebruikt bij de biecht)
Interne rechtsbereik=rechtsbereik van het geweten
Welke zaken waren voor de kerkelijke rechtbanken: ratione personae en ratione peccani
Ratione personae: alles wat te maken had met een clerus
Rationae peccani: alles wat te maken had met een zonde
Novit Ille: Hierin beperkte de paus de bevoegdheid van aanspraak van de kerkelijke
rechtbanken tot contracten en verdragen die met de eed bevestigd waren.
Decretum Gratiani: gezaghebbende tekstbron van het canoniek recht (initiatief van monnik
Gratianus); de paus gaf er rechtskracht aan in zijn Liber Extra
, Liber Extra: officiele codificatie van pauselijk en kerkelijk recht
Novit Ille: Hierin beperkte de paus de bevoegdheid van aanspraak tot contracten en
verdragen die met de eed bevestigd waren.
Vrede van Augsburg: officiële verlies van godsdienst eenheid: elke vorst krijgt recht om
confessie van zijn gebied te bepalen: cujus regio, ejus religio
Debat Valladolid: debat georganiseerd door Karel V in 1550-52 over de legitimatie van de
Spaanse veroveringen in Amerika; 2 standpunten: de Sepulveda<> de Las Casas
Recuperatio-leer (herovering): christenen hebben het recht om gebieden die ooit
christelijke geweest waren terug te nemen
Dilatatio theorie (expansie) van paus Innocentius IV: de paus kan aan christelijke
vorsten het recht geven om niet-christelijke heersers omver te werpen indien dit noodzakelijk
is om het geloof verder te spreiden.
Leer van Vitoria: Recht om een aanslag tegen de natuurlijke rechten te
beantwoorden: elk subject had natuurrecht (Francisco de Vitoria)
Toepassingen:
Pauselijke bullen Romanus Pontifex: hierin kregen de Portugezen een Inchoate titel
die hen recht gaf
Inter Caetera: hierin kregen de Spanjaarden een directe titel van eigendom en
heerschappij, van Paus Alexander VI in 1493
Ius commune van de ME: feodaal recht+romeins recht+kerkelijk recht
Hostiensis: kardinaal die claimde dat niet-Christenen geen legitieme eigendom of regeringen
konden hebben
Encomienda: sommige volken zijn van natuur bestemd voor slavernij
Hoofdstuk 3
Bezit de la manière la plus absolue: eigendom
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtenstudent123456789. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.86. You're not tied to anything after your purchase.