Een volledige samenvatting van het vak 2.3 Histroy and Methods of Psychologie inclusief de colleges
43 views 8 purchases
Course
2.3 History And Methods Of Psychology
Institution
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Met deze samenvatting heb ik een 9.3 gehaald. Het is een volledige samenvatting inclusief colleges, hiermee heb je gegarandeerd alle nodige informatie tot jouw beschikking.
Probleem 1
Plato
Bedacht epistemologie; studie naar kennis. Dit vormde later de cognitieve psychologie.
Kennis kent twee belangrijke karakteristieken (Socratische benadering):
1. Iets is waar als het te alle tijden geldt en op elke plaats.
2. Kennis moet rationeel gerechtvaardigd kunnen worden (beredeneerbaar).
Plato was rationalist, perceptie is niet de weg naar kennis. Hij zag dat de wereld constant in
ontwikkeling is, maar hij wilde een onveranderbare waarheid. Kennis kan dus niet v/d constant
veranderende wereld komen.
Perceptie v/d wereld is uniek voor elke persoon, observatie wordt getint door persoonlijke
ervaring. Ware kennis van objecten kan dus niet.
Beredeneren is de weg tot ware kennis, realiteit.
Mathematics and theory of the Forms
In geometrische vormen zag Plato échte kennis en waarheid, door logisch te redeneren kom je
namelijk altijd tot de waarheid. Hij stelde echter dat wiskunde incompleet en imperfect is omdat het
gebaseerd is op assumpties, het valt niet te beredeneren. Hij bedacht de Vormen.
Een mooi object is een afspiegeling v/d Vorm beauty. Een goede daad is een afspiegeling v/d
vorm justice.
Echte kennis i/h hebben van kennis v/d Vormen, niet van fysieke dingen.
Metafysisch realisme: De Vormen bestaan echt als niet fysieke objecten. De vormen zijn
meer echt dan de fysieke kopieën aangezien ze onsterfelijk zijn.
Hij gebruikte het woord idea voor de Vormen. Dit zijn dus vaste, onsterfelijke, universele objecten
die niet veranderen. De betekenis van ‘idee’ i/d huidige maatschappij is subjectief, Plato zou het hier
dus niet mee eens zijn.
Men zal zeggen dat ‘mooi’ subjectief is, maar Plato stelt dat tenminste één iemand het dan
fout heeft.
Imagining the forms
1. The simile of the sun: Illumination by the good
De vorm v/h ‘goede’ is voor de Vormen wereld wat de zon voor de fysieke wereld is. Het oog stuurt
bepaalde signalen naar objecten waardoor die waargenomen kunnen worden. De zon is echter nodig
om uiteindelijk waar te kunnen nemen. I/d wereld v/d vormen is redenatie het oog (zo kan je zien)
en om tot kennis te komen zijn de vormen nodig. De Vorm is dus net als de zon.
2. The metaphor of the line: The hierarchy of opinion and
knowledge
Je kijkt van boven naar beneden. Imagining is de slechtste vorm van kennis,
dit is namelijk een imperfecte kopie van een object. De hoogste is de Vorm
van het goede, het ultieme doel v/d zoektocht van Socrates en Plato.
3. Grotallegorie
Elk mens zit gevangen in het menselijke lichaam en moet door imperfecte ogen kijken. Plato vraagt
ons om ons af te wenden van de samenleving waar we in leven en ons te richten op de wereld van de
Vormen. M.b.v. filosofie en educatie kunnen we ons vrij worstelen, het zal echter veel pijn en stress
opleveren. Daarom is het ook niet voor iedereen weggelegd, alleen de sterksten.
4. The ladder of love: Being drawn to the good
Gebruikt Diotima om de weg van fysieke liefde naar liefde voor de Vorm van beauty te beschrijven.
De eerste stap was seksuele liefde, deze wordt door mentoren i/d juiste richting geduwd (ze hadden
seksuele relaties). Socrates was het hier niet mee eens. Deze lust, hoewel het de eerste stap is naar
de Vorm, moet opgegeven worden om filosofie te leren. Lust leidt af v/h werkelijke doel.
, De leerlingen kregen andere vormen van beauty aangeleerd, bv. muziek, kunst en wiskunde.
Learning as remembering: Knowledge is with us
Plato’s reïncarnatie; zielen worden i/d hemel geboren en zien hier de Vormen. De toekomst v/d ziel
is afhankelijk van hoe deugdzaam de ziel op aarde heeft geleefd.
1. De slechtste: Gaan naar een plek onder de aarde om daar hun zonden te overdenken. Ze
komen terug als beesten.
2. Middelmatig: Gaan naar een plek halverwege de hemel en zullen gereïncarneerd worden in
een minder mens (zoals bankier of boer).
3. Beste: De mensen die filosofen zijn, gaan naar het toppunt v/d hemel en zien de Vormen
opnieuw. Zij zullen niet gereïncarneerd worden.
Wij vergaren kennis door de Vormen, die wij hebben gezien, te herinneren. Zo kan Socrates dus
kennis overbrengen aan de leerlingen zonder het letterlijk te benoemen. Hij was dus één v/d eerste
nativist.
Motivation: Why do we act as we do?
Hij verdeelde burgers in drie klassen gebaseerd op de goedheid v/d ziel en educatie:
1. Elite guardians: De hoogste klasse.
2. Auxiliaries: Soldaten, magistraten en andere functionarissen.
3. Burgers: De laagste klasse.
Hij maakt ook drie klassen van zielen overeenkomend met bovenstaande klassen:
1. Rational soul: De beste, en onsterfelijke ziel. Deze is rond (perfectie) en zit i/h hoofd.
2. Spirited soul: I/d borst, gemotiveerd door glorie en beroemdheid. Beroemdheid is
onsterfelijk waardoor deze ziel hoger staat dan de desiring ziel.
3. Desiring soul: I/d buik en genitaliën. Zijn de irrationele verlangens, het naleven van
zelfinteresse. Heeft veel gemeen met dieren. Kunnen niet regeren aangezien ze achter hun
eigen verlangens aangaan.
Plato beschreef de persoonlijkheid met twee paarden; de spirited soul (aangestuurd door
commando’s) en de desiring soul (gedreven door verlangens). De twee paarden worden geleidt door
de rational soul.
Slecht gedrag is dus het gevoel van het niet onder controle houden v/d rationele ziel. Dit is
eigenlijk ook onmogelijk aangezien men geen controle heeft over dromen.
Kritiek
Hoe kan het gedrag van soldaten en boeren verklaard worden aangezien ze prima hun werk
doen. Volgens Plato zouden deze mensen ontembaar moeten zijn. Ook deze mensen hebben
een mate van redenatie, hoewel Plato beweert dat dit alleen bij de hoogste klasse is.
Homunculus probleem: Wie bestuurt de rationele ziel? Wie bepaalt het gedrag v/h kleine
mannetje in ons hoofd? Is daar weer een kleiner mannetje voor? Dit is oneindig.
Aristoteles
Keek naar de wereld én natuur om tot kennis te komen, hij werd dan ook een natuurlijke filosoof
genoemd (de huidige wetenschapper). Aangezien hij filosoof én wetenschapper was paste hij de
doelen en methodes v/d wetenschap bij zijn onderzoeken toe.
The four fashions of explanation
Vier manieren om dingen en gebeurtenissen te beschrijven. Hierbij lag de focus op het beschrijven
van objecten, dus niet per se de dynamische verandering (wat de huidige wetenschap wel doet).
Hij maakte een scheiding tussen vorm en materie. Voor Aristoteles was materie puur en
onaangepast, dus niet hoe wij het nu i/d atomische tabel zien. De materialen uit deze tabel
zijn volgens Aristoteles al een mix van vorm en pure materie.
Pure materie: Alle materie net na de Big Bang.
,De vorm is wat een ding tot datgene maakt wat het is. Een standbeeld van JP en de koning hebben
dezelfde materie, maar een andere vorm. Hij zei dat men de vorm waarneemt en niet de materie.
Vorm van Plato en Aristoteles verschilt. Aristoteles verwierp the separability of the Forms. Hij
stelde dat er geen Vormen i/d hemel waren. Er is geen reden om te geloven dat er, naast alle
katten op de wereld, één perfecte kat i/d hemel is. Door het idee v/d Vormen te laten vallen
verlies je niks. Voor hem is er geen wereld met perfecte Vormen.
De vorm is niet alleen letterlijk vorm, maar bestaat uit drie oorzaken:
1. Essential cause: Wat iets in essentie is. Wat het beeld als JP of de koning definieert.
2. Efficient cause: Hoe dingen ontstaan of zijn gemaakt. Dus bij marmer is dit het hakken en
polijsten v/h steen. (Vond hij niet belangrijk bij het bestuderen van natuur).
3. Final cause: Het doel waarvoor iets bestaat. Een beeld wordt gemaakt om iemand te eren.
Bestaat dus uit de vorm, essentie, proces van creatie en het doel.
Bij het bestuderen v/d natuur maakte hij geen gebruik van experimenten. Hij vond dat je door de
efficient cause toe te passen interfereerde met de natuur. Hij wilde echter bestuderen hoe de natuur
zich op zichzelf gedroeg. Hij zou dus tegen de huidige experimenten zijn geweest.
Hij wilde geen nieuwe feiten/technieken ontwikkelen, hij keek simpelweg hoe de wereld
was.
Wetenschap: De huidige wetenschap is sterk verschillend van Aristoteles zijn ideeën.
Aristoteles stelt dat elke gebeurtenis een natuurlijk doel heeft. Causaliteit is bv. het gevolg
v/d essentie van een object. Zware objecten vallen omdat dat hun natuur/essentie is, niet
door de interactie van gewicht en zwaartekracht. De huidige wetenschap stelt niet dat elke
gebeurtenis een natuurlijk doel heeft.
Tegenwoordig weten we dat een tomatenzaadje een tomaat wordt door DNA. Hij dacht echter dat
dit kwam door de vorm. Het zaadje streeft naar het worden van een tomaat omdat dit onderdeel van
zijn vorm is.
Zijn vormen zijn dynamisch, ontwikkelend en controleren de processen van levende dingen.
Potentiality and actuality
Onderscheid tussen actualiteit en potentieel. Een blok marmer is actueel een blok marmer, maar het
heeft de potentie. Hij had echter twee uitzonderingen:
1. Pure materie: Bevat alleen potentie, de potentie om alles te worden.
2. Onbewogen beweger: Bevat alleen pure actualiteit. Er is geen potentie aanwezig, dus deze
zal ook nooit kunnen veranderen. Hoe actueler het object, hoe dichter bij God.
De hiërarchie van potentieel tot actualiteit heet natural scale of great chain of being.
Soul and body
De ziel scheid het levende v/h levenloze. De ziel is de vorm en bepaalt dus de aard v/d mens, wat het
betekent om dat levende ding te zijn. De ziel is het actuele wat het lichaam aanspoort om het
potentieel ‘het hebben van een leven’ te voltooien. Lichaam is materie, Ziel is de vorm.
Essential cause: Wat een mens definieert tot mens. We hebben een mensenziel en gedragen
ons dus als mens.
Efficient cause: Lichamelijke groei, levensprocessen en groei. Zonder ziel is het lichaam niet
actueel en dus dood.
Final cause: Het lichaam dient de ziel en de ziel leidt de ontwikkeling en activiteit v/h
lichaam.
, Embodied congition: Ziel en lichaam is één. Zonder ziel is het lichaam dood, zonder lichaam
is er geen ziel. Net zoals zien de capaciteit van een oog is, is de ziel de capaciteit v/h lichaam
om te bewegen/reageren.
Vormen van zielen:
1. Nutritive soul: De planten. Drie doelen, namelijk voeden, reproductie en groeien.
2. Sensitive soul: Dieren. Zelfde doelen als nutritive soul, maar zijn zich bewust v/d omgeving
en hebben sensaties. Zoeken naar genot/pijn, inbeeldingsvermogen/geheugen en bewegen
zich als consequentie van verlangens.
3. Rational soul: Alles hierboven, maar toevoeging v/d geest. Kracht om te denken en het
hebben van algemene kennis.
The special senses
De special senses nemen de vorm van een object waar. Ze zijn passief en dus betrouwbaar en
onfeilbaar. Elk zintuig neemt bepaalde informatie waar v/d special sensibles. De special sensibles zijn
de perceptuele eigenschappen van een object. Deze worden simpelweg opgenomen door de
perceptie. We zien een groene trui als groen, omdat het groen is. Hij was dus een perceptueel
realist.
Common sensible: Het bewuste deel v/d perceptie waarbij beoordeling nodig is. Hier
worden geest en wereld gekoppeld.
Vergaren kennis: Het psychologische proces dat start met perceptie van bepaalde objecten
en eindigt met algemene kennis van universalia, vormen.
The interior senses (animal soul)
De informatie van de speciale zintuigen worden hier samengebracht.
1. Common sense: Het binding probleem stelt dat het raar is dat wij verschillende
eigenschappen als één kunnen waarnemen, aangezien ze allemaal in materie verschillen. De
informatie v/d speciale zintuigen wordt door de neurale wegen samengevoegd tot één
mentale representatie. Dit doet de common sens, deze ligt i/h hart.
2. Imagination: Samen met common sense beoordeel/interpreteert deze objecten. Deze is
echter feilbaar, een rode verf stip kan je fout aanzien voor een lieveheersbeestje. Deze geeft
de vorm van een object weer in zijn absentie. Beoordeelt objecten als goed/slecht en
genot/pijn wat tot gedrag kan leiden.
3. Memory: Opslag v/d afbeeldingen gecreëerd door common sense en imagination. Hij zag dit
als episodisch, het onthouden van gebeurtenissen etc. in een leven. Hij had het hier ook over
associatie, afbeeldingen werden geassocieerd door gelijkheid, aaneengeslotenheid en
contrasten (warm vs. koud). Plato zag geheugen als iets van wat je nog i/d hemel wist.
Mind
Het rationele deel v/d menselijke ziel.
Het hebben van kennis komt alleen i/h menselijk deel v/d ziel voor. Functie is vergaren van kennis
van de universalia (vormen), i.p.v. het vergaren van kennis van individuele dingen door perceptie.
Wij zien veel individuele objecten van één type, bv. meerdere katten. Hier vormen we één
universeel van. Het geheugen herinnert de vorm van je eigen kat, de geest het universeel.
1. Passive mind: Bepaalt de vorm van objecten, is puur potentieel. Kennis v/d universalia i/d
passieve geest worden geactualiseerd door de actieve geest.
2. Active mind: Pure gedachten. Reageert op de content i/h passieve geheugen om rationele kennis
te vormen van universalia. Dit is puur actueel, onsterfelijk (aangezien het niet kan veranderen en
sterven is verandering). Identiek voor elk mens, enige wat overleeft.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lucaanthonisse. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.