Week 1
Kennisclip 1 – Criminalisering (strafbaarstelling)
- Criminalisering: een voorbeeld die pas een paar jaar in onze wet staat is het verbod
op het dragen van gezicht bedekkende kleding op openbare plaatsen (boerkaverbod)
- Decriminalisering: een voorbeeld die sinds een paar jaar uit onze wet is geschrapt is
het verbod van majesteitschennis, staat geen extra hoge straf meer op, gewoon net
als bij een ander
- Gedragingen die strafbaar zijn, maar waarvan veel mensen zich afvragen of dat wel
terecht is, vb. bezit harddrugs voor eigen gebruik
- Criminalisering en de sociale constructie van criminaliteit: criminaliteit berust op
door mensen gemaakte afspraken en ontstaat niet van nature, wat crimineel gedrag
is, is afhankelijk van hoe de samenleving erop reageert en van degene die het
definieert. Criminalisering is het proces waardoor bepaalde gedragingen als strafbaar
worden geëtiketteerd, dus als een strafrechtelijk probleem worden gezien, vb.
witteboordencriminaliteit, vrij nieuwe ontwikkeling. Of gedrag als crimineel wordt
gezien of juist gedecriminaliseerd wordt verandert met de tijd en met politiek,
maatschappelijke en culturele ontwikkelingen. Tot 1991 was verkrachting binnen het
huwelijk niet strafbaar in Nederland, nu weer ontwikkelingen ivm zedendelicten door
de verandering van maatschappelijke normen. Bij het proces van criminalisering zie
je dat politici, de media en belangengroepen ervoor zorgen dat bepaalde
gebeurtenissen veel aandacht krijgen, zo wordt het idee gecreëerd dat er een
probleem is waar iets aan gedaan moet worden, de tendens is vaak dat het strafrecht
als oplossing wordt beschouwd voor het probleem, maar ook vaak redenen voor
kritiek, echt nodig of symbolisch? Vb. bij boerkaverbod. Deze voorbeelden gaan over
wettelijke of formele criminalisering, maar feitelijke, de facto criminalisering is ook
belangrijk
- Formele vs. de facto (de)criminalisering: sommige wetten bestaan nog maar worden
nauwelijks gehandhaafd, soms ook bewust beleid voor, vb. bezit kleine hoeveelheden
softdrugs, er kan dus gedoogd beleid zijn omdat het veel opsporingscapaciteit zou
vergen om alle strafbare feiten te vervolgen. Als een delict uit de wet wordt
geschrapt, komt dat vaak omdat het verbod in de praktijk lang niet meer wordt
gehandhaafd, vb. in 2014 godslastering uit de wet geschrapt, laatste persoon die
hiervoor werd vervolgd was in de jaren 60. Verandering van maatschappelijke
normen toentertijd.
- Hoe de strafbaarstelling in de praktijk uitwerkt is ook afhankelijk van
procesrechtelijke regels over bewijs, vb. zedendelicten meestal in privésfeer, woord
slachtoffer tegenover verdachte, wat accepteer je als bewijsminimum?
Kennisclip 2 – Strafrecht als ‘ultimum remedium’
- Strafrecht is een laatste redmiddel, ultimum remedium, dat pas mag worden ingezet
als er geen ander alternatief is, omdat het een ingrijpend middel is
- Wat maakt het strafrecht zo ingrijpend?
De mogelijkheid van een vrijheidsstraf
, Het gebruik van allerlei vergaande strafvorderlijke bevoegdheden: waaronder
de dwangmiddelen
De aard/doel van de sancties: in het strafrecht is het toevoegen van leed het
doel, niet primair reparatie of herstel van de situatie zoals in het
bestuursrecht
Een veroordeling kan gevolgen hebben voor het verkrijgen van een VOG
(strafblad)
De symbolische werking/normatieve lading: de autoriteiten zeggen met het
strafrecht eigenlijk officieel> dit is slecht gedrag, dit mag niet, dus een
strafrechtelijke veroordeling heeft ook een bepaalde stigmatiserende
werking, vandaar het verschil tussen rechtsdelicten en wetsdelicten, het
uitgangspunt is dat moreel verwerpelijke gedragingen via het strafrecht
worden gehandhaafd (rd) en andere gedragingen die niet zo een normatieve
lading hebben (wd) ook via het bestraffend bestuursrecht kunnen worden
gehandhaafd
- Aan de andere kant van de medaille, omdat het strafrecht zo ingrijpend is, zijn er
meer waarborgen, en is er een relatief hoge mate van rechtsbescherming in het
strafrecht. Het strafrecht groeit steeds meer naar het bestuursrecht toe vb.
bestuurlijke boete, zijn de verschillen nog wel zo groot?
- Strafrecht vs. bestuursrecht:
Sr en br zijn naar elkaar toegegroeid, vb. bestuurlijke boete: het OM, de
politie en bestuursorganen kunnen nu ook zelf een straf (strafbeschikking)
opleggen, dan moet je als verdachte zelf het initiatief nemen om naar de
rechter te stappen en in verzet te komen, je kunt geen gevangenisstraf
krijgen, maar wel een taakstraf. In het bestuursrecht vaak een bestuurlijke
boete, sancties die soms ook leed toevoegen en niet alleen maar herstel. Er
zijn ook andere bestuursrechtelijke sancties die niet punitief (bestraffend) zijn
bedoeld, maar wel als punitief worden ervaren, vb. iemands nationaliteit
afnemen, alcoholslot, niet meer krijgen van een vergunning voor een
horecazaak, vreemdelingenbewaring
Waarborgen/rechtsbescherming ook (art. 6 EVRM): strafrecht en bestraffend
bestuursrecht naar elkaar toegegroeid onder invloed EVRM, het is niet de
bedoeling om de zware rechtsbescherming van het strafrecht te omzeilen
door bestuurlijke boetes in te zetten, als de aard van de norm en de sanctie
punitief zijn, valt het wel onder de ‘criminal charge’ art. 6 EVRM, dan vindt het
Europees Hof ook dat je de daarbij horende rechten hebt, vb. nemo tenetur,
onschuldpresumptie, ne bis in idem, geen straf zonder schuld,
legaliteitsbeginsel art. 7 EVRM.
Maar nog steeds verschillen: in het strafrecht is er een uitgebreid strafproces
waarin je je verdedigingsrechten kunt uitoefenen, dus bestuursrecht is
sneller, en bij het bestuursrecht is het het bestuur die een sanctie oplegt en je
kunt in bezwaar bij de rechter die niet zo indringend toetst als de strafrechter,
de rechter toets minder indringend, minder ambtshalve vb. of er schuld is, ze
doet minder aan materiële waarheidsvinding (het gaat meer om de vraag kan
het besluit stand houden), regels over onrechtmatig verkregen bewijs en
motivering. Ook heeft het strafrecht in beginsel schorsende werking en er is
pas tenuitvoerlegging bij een onherroepelijk vonnis.
, - Strafrecht vs. privaatrecht:
Soms is de vraag of er gekozen moet worden voor strafbaarstelling of dat het
civiel recht voldoende mogelijkheden biedt, vb. delicten zoals belediging of
smaad worden vaker civielrechtelijk gehandhaafd, maar het kan ook
strafrechtelijk. Voordeel van het strafrecht tov civiel recht kan zijn dat er
allerlei dwangmiddelen zijn vanuit de staat om verdachten op te sporen, vb.
wraakporno. Moeilijk om civielrechtelijk een zaak te beginnen, weinig te
bewijzen. Dit gedrag is recentelijk strafbaar gesteld.
Het gedrag kan soms zo ernstig zijn, dat het strafrecht de meest
aangewezen weg is, het gaat ons dan als samenleving als geheel aan dat
tegen dit soort gedrag wordt opgetreden
- Naast het privaatrecht en bestuursrecht zijn er nog allerlei mogelijkheden:
zelfregulering, co regulering, reclamecodecommissie, tuchtrecht. Onthoudt dat het
strafrecht een ultimum remedium is, hier moet dus terughoudend mee worden
omgegaan. Niet vergeten om eerst uit juridische of niet juridische middelen te
putten.
Kennisclip 3 – Criteria voor strafbaarstelling
- Wat strafbaar wordt gesteld wordt toch gewoon bepaald door het democratisch
proces/door de wetgever? Er zit wel een rem op. Het moet zich houden aan
rechtstatelijke beginselen zoals het respecteren van grondrechten en
mensenrechten. De vrijheid van de burger staat voorop en die vrijheid wordt beperkt
door strafbaarstelling en dat mag alleen als er een niet te ver gaande inbreuk wordt
gemaakt op grondrechten en mensenrechten. Fundamentele rechten zetten dus een
rem op wat de wetgever strafbaar mag stellen en hoe ver de rechter mag gaan met
interpreteren
vb. aanhangen religie, duidelijk in strijd met de vrijheid van godsdienst, ander
vb. boerkaverbod, de wetgever achtte dat verbod niet in strijd met vrijheid
van godsdienst.
Ander vb. grondrecht legaliteitsbeginsel, wetten moeten duidelijk zijn (lex
certa) en dat de rechter wetten niet te vrij mag interpreteren
(analogieverbod)
- Er is nagedacht over wanneer strafbaarstelling gerechtvaardigd zou zijn. Een van de
bekendste criteria is het zogenaamde schadebeginsel (harmprinciple) van John
Stuart Mill. Het beginsel stelt dat gedrag schadelijk moet zijn (althans potentieel
schadelijk) om het strafbaar te stellen. Dit is geen wettelijk criteria, maar meer een
toetsingscriteria om te beoordelen of strafbaarstelling op zijn plaats is en die zijn
gedacht vanuit het grondbeginsel van het strafrecht, omdat het strafrecht zo
ingrijpend is, moet de wetgever goed legitimeren waarom het wordt ingezet.
- Om criteria van strafbaarstelling toe te passen op vb. wetsvoorstellen is juridische
kennis niet voldoende. Ook kennis van sociale wetenschappen is belangrijk incl.
criminologie.
Wat is het probleem?: Om te weten of het zin heeft om gedrag strafbaar te
stellen moet je wel iets weten over het gedrag en de context waarbinnen het
plaatsvindt, vb. hoe vaak komt het voor, wat is de onwenselijkheid/schade,
wie ervaart het als schadelijk, wie doet het. Dus op de eerste plaats kunnen
, sociale wetenschappen helpen bij de diagnose van het maatschappelijk
probleem, vb. gezicht bedekkende kleding, wat is het probleem, hoeveel
mensen dragen dit en waarom, wat is het effect.
Is het strafrecht effectief om dit probleem aan te pakken?: Sociale
wetenschappen kunnen ook helpen bij de vraag hoe kan een probleem
worden aangepakt? Is het strafrecht het juiste middel, onder welke condities
is het strafrecht effectief?
Relatie tot strafdoelen: het idee achter de criteria voor strafbaarstelling is
ook dat er wordt gekeken of de doelen die we met ons strafrecht willen
bereiken ook daadwerkelijk kunnen worden bereikt met een bepaalde
strafbaarstelling. De vraag naar strafbaarstelling heeft een duidelijk link met
de strafdoelen, met de vraag waarom straffen we? Vb. generale preventie,
pakkans, mogelijke neveneffecten (vb. gezicht bedekkende kleding> vrouwen
meer binnen blijven?)
- Worden deze criteria in werkelijkheid wel gebruikt door de wetgever?
Wetgeving wordt wel getoetst aan de aanwijzingen voor regelgeving en
daarin staat vb. dat een regel noodzakelijk moet zijn en dat eerst moet
worden gekeken naar het zelfregulerend vermogen van de maatschappij voor
het opstellen van een regel, maar tegelijkertijd is het aantal
strafbaarstellingen wel toegenomen. Dat komt omdat de criteria van
strafbaarstelling uitgaan van een rationele afweging van de wetgever en dat is
een deel van het verhaal.
Maar er is ook nog een politiek aspect, want vaak begint een discussie over
een nieuwe strafbaarstelling bij een incident, de media bericht erover en
bepalen vaak ook welke gedragingen de aandacht krijgen, dus zij beïnvloeden
de perceptie van mensen dat er een groot probleem is waar iets aan gedaan
moet worden. Nav de media-aandacht kan er een politicus zijn die een
balletje opwerpt om gedrag strafbaar te stellen, gaat weer opnieuw in de
media (voor vb. kiezers laten zien dat er iets aan gedaan wordt).
Een ander politiek aspect is dat partijen soms deals met elkaar sluiten (als jij
dit krijgt, wil is dit ervoor terug). Soms hangt het dus van het toeval af wat er
in de strafwet komt. Dus van politieke plannen die verder niets met het
wetsvoorstel te maken hebben. Er is een politieke rationaliteit die tegen de
juridische rationaliteit in kan gaan.
- Het is te kort door de bocht om te zeggen dat de criteria voor strafbaarstelling er niet
toe doen. In memories van toelichting worden bepaalde criteria wel vaak benoemd,
vb. dat het strafrecht ultimum remedium is. Als in de politiek eigenlijk al besloten is
tot strafbaarstelling, kan je ervan uitgaan dat dat zal doorgaan. Er zit geen harde,
juridische rem op dat democratische proces van het maken van strafrechtwetgeving,
behalve door de fundamentele rechten. Criteria voor strafbaarstelling kunnen wel
een interessant, extern toetsingskader vormen dat ons in staat stelt om kritisch te
blijven denken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller suraya08. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.79. You're not tied to anything after your purchase.