ALGEMENE BEGRIPPEN:
VLOEISTOFCOMPARTIMENTEN IN HET ORGANISME:
Intracellulaire Vloeistof die in de cellen zit.
vloeistof ICV 40% van het water in ons lichaam.
Extracellulaire Vloeistof die buiten de cellen is.
vloeistof ECV 20% van het water in ons lichaam.
Interstitiële Vloeistof tussen de cellen.
vloeistof ISV 15% van de totale extracellulaire vloeistof.
Vasculaire vloeistof Het plasma
5% van de totale extracellulaire vloeistof.
Distributievolume Over welk volume de toegediende molecule zich heeft verspreid.
t o t a l eh o e v e e l h eid t o e g e d ie n d
c o n c e n t r a t i e i n st a a l
Deuteriumoxide Zwaar water, D2O
Aminopyrine Gebruikt om de totale hoeveelheid lichaamswater te bepalen.
Albumine Wordt radioactief gemerkt en dan gebruikt om het plasmavolume in het
lichaam te bepalen.
inuline Wordt gebruikt om het extracellulaire vocht in het lichaam te bepalen.
Volume Volume van het ECV – volume plasma
interstitiële
vloeistof meten
Volume Volume totale lichaamsvocht – volume van het ECV
intracellulaire
vloeistof meten
HET CELMEMBRAAN:
Polair-hydrofiel gedeelte Fosfaatgroep van de fosfolipidendubbellaag die zich gericht heeft naar
het extracellulaire waterige milieu.
Apolair-hydrofoob Vetzuurketens van de fosfolipidendubbellaag die zich naar het midden
gedeelte van het membraan richten, weg vh waterige milieu.
Proteïnen Onderbreken de dubbele laag fosfolipiden. Hebben 5 functies:
Structureel bouwelement, transportproteïne, ionenkanaal, receptor,
enzymen.
Passieve diffusie Moleculen bewegen door het celmembraan volgens hun
concentratiegradiënt, afhankelijk van; grootte, lading en polariteit.
Gefaciliteerde diffusie Transport van kleine moleculen volgens de concentratiegradiënt
doorheen een transportproteïne (carrier).
Ligand-gated kanalen Een ligand bindt op een receptor die ervoor zorgt dat een specifiek
ionenkanaal wordt geopend.
Voltage-gated kanalen Door een verandering in het membraanpotentiaal gaat er een specifiek
ionenkanaal open.
Actief transport Het transport van kleine moleculen tegen hun concentratiegradiënt in.
De energie die hiervoor gebruikt wordt is adenosinetrifosfaat.
ATP-asen of ATP- De transportproteïnes die door energie van ATP werkzaam zijn bij het
pompen actieve transport.
uniports Transporteren 1 substantie.
Symports Transporteren meerdere substanties in dezelfde richting.
Antiports Uitwisseling substanties tussen ICV en ECV, in beide richtingen.
Secundair actief Wanneer het actief transport van ionen naar de ECV een drijvende
, transport kracht zijn voor het transport van andere moleculen.
Hartglycosiden Verhogen de contractiekracht van het hart.
Diuretica Ze zorgen ervoor dat er meer vocht wordt afgegeven via de nieren, ze
= plaspillen werken vochtafdrijvend. Blokkeren de Na +/H2O homeostase.
exocytose ICV -> ECV het membraan van een secretiegranule versmelt met het
celmembraan. => vereist energie en aanwezigheid Ca 2+ in cytosol.
endocytose ECV -> ICV celmembraan invagineert en omsluit de op te nemen
molecule. Zo ontstaat een vesikel.
Pinocytose De opname van opgeloste materialen.
fagocytose De opname van niet-opgelost materiaal.
Elektrogeen Een ATP-ase pomp die aanleiding geeft tot een potentiaalverschil.
Digitalis glycosiden Blokkeren de Na+/K+ ATP-ase pomp, deze worden gebruikt bij hartfalen.
rustmembraanpotentiaal Het potentiaal tussen de ICV en de ECV, kan verstoord worden door
actiepotentialen in exciteerbare cellen.
Actiepotentiaal Kortstondige omkering van de rustmembraanpotentiaal die
voortgeleid wordt.
Depolarisatie Het verminderen van de membraanpotentiaal (wordt minder negatief)
Calciumantagonisten Beïnvloeden de Ca2+-kanalen die mede de plateaufase bij
(geneesmiddelen) actiepotentiaal bepalen, kunnen ervoor zorgen dat de actiepotentiaal
langer duurt of korter is.
Elektrotonische Snelle, kortdurende en naburige verspreiding.
voortgeleiding
Refractair Er kan geen tweede actiepotentiaal afgevuurd worden.
Absoluut refractaire Wanneer er geen tweede actiepotentiaal afgevuurd kan worden, hoe
periode sterk de stimulus dan ook wel mag zijn.
Relatief refractaire Op het einde van de eerste actiepotentiaal kan een tweede
periode actiepotentiaal ontstaan als die stimulus sterker is dan de vorige.
Tetrodotoxine Toxisch gif uit de fuguvis, die ervoor zorgt dat de Na +-kanalen niet
meer openen.
Lidocaïne/procaïne Lokale anesthetica die ervoor zorgen dat er geen actiepotentialen
meer gegenereerd worden door het beletten van het openen van
natrium kanalen.
Ionenkanalen Transmembranaire eiwitten die onder bepaalde omstandigheden de
permeabiliteit van het celmembraan voor bepaalde ionen kunnen
regelen.
Conductantie Maat voor het gemak waarmee ionen doorheen de membraan kunnen
dringen.
Evenwichtspotentiaal of Het punt waarbij de elektrische en chemische drijfkracht perfect in
Nernst potentiaal balans zijn.
INTERCELLULAIRE COMMUNICATIE:
Gap junctions of Gemeenschappelijke nauwe openingen in de celmembraan van
nexussen naburige cellen waardoor moleculen rechtstreeks van cel nr cel kunnen
overgaan.
Autocriene Het effect van de communicatiemolecule wordt uitgeoefend op de cel
communicatie zelf (dus op de cel die het molecule vrijgaf).
Paracriene Enkel de naburige cellen worden beïnvloed.
communicatie
Endocriene Wanneer het communicatiemolecule eerst doorheen het bloed
communicatie getransporteerd wordt vooraleer het zijn doelcel bereikt.
, Exocriene mechanismen De moleculen worden vrijgesteld naar de buitenwereld. (zweet) of in
lichaamsholten.
ALGEMENE HOMEOSTATISCHE MECHANISMEN:
Homeostase Het in evenwicht houden van het interne milieu binnen bepaalde
grenzen.
Terugkoppelingsmechanisme Cyclus van gebeurtenissen waarbij de status binnen het organisme
continu wordt geregistreerd, geëvalueerd, eventueel aangepast,
opnieuw geëvalueerd, opnieuw aangepast wordt.
Receptor Lichaamsstructuur die gevoelig is voor een specifieke parameter en
informatie doorgeeft aan het controlecentrum via zenuw- of
chemische prikkels.
Controlecentrum Bepaalt de grenzen waarbinnen een bepaalde parameter dient
geregeld te worden.
genereert output via de efferente weg.
Afferente weg Geeft de input door aan controlecentrum.
Effector Lichaamsstructuur die de output signalen ontvangt en erop
reageert.
Negatief Verstoorde parameter wordt naar zijn oorspronkelijke waarde
terugkoppelingssysteem hersteld.
Positief Verstoorde functie wordt nog verder uit evenwicht gebracht.
terugkoppelingssysteem Vicieuze cirkel, kan enkel gestopt worden door iets buiten het
systeem.
Feed forward controle Reflexen die anticiperen op veranderingen die voorspeld kunnen
worden.
Oscillatie Maat voor de effectiviteit van de terugkoppeling. Hangt af van de
gevoeligheid van de receptoren.
Systematische pathologie Over verschillende organen verspreide ziektetoestand.
Palpatie Voelen met de hand.
Inspectie Bekijken van het lichaam.
Auscultatie Beluisteren van het lichaam.
Percussie Bekloppen met de vingertoppen van het lichaamsoppervlak en
evalueren van het echogeluid.
BELANGRIJKE ANATOMISCHE BEGRIPPEN:
transversaal vlak Horizontaal vlak
Sagittaal vlak Loopt van voor naar achter
Mediaan vlak Sagittaal vlak in het midden van het lichaam, verdeelt lichaam in
twee symmetrische delen.
Frontaal vlak Loopt van links naar rechts.
Superior/craniaal Hoger, naar de hersenen toe
Inferior/caudaal Lager, naar de voeten toe
Anterior/ventraal Naar voor toe, naar de buik
Posterior/dorsaal Naar achter toe, naar de rug
lateraal Naar de zijkant
mediaal Naar het midden
Profundus diep
Superficialis oppervlakkig
proximaal Dichter nr de romp toe
Distaal Verder verwijderd van de romp
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lkfjqosidfj. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.02. You're not tied to anything after your purchase.