Complete samenvatting van hoorcolleges, werkgroepen en verplichte jurisprudentie
29 views 3 purchases
Course
Burgerlijk Recht I (JUR3BUR1)
Institution
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Hai!
Hierbij mijn college-aantekeningen en aantekeningen van de werkgroep. De aantekeningen zijn uitgebreid. De verplichte jurisprudentie heb ik ook per week opgeschreven, met eventuele relevantie rechtsoverwegingen.
Heel veel succes!
, WEEK 1 OBJECT EN SUBJECT
HOORCOLLEGE 1
We gaan het in BR1 hebben over goederenrecht. Burgerlijk recht bestaat uit verbintenissenrecht en
goederenrecht. Dit onderscheid is gemaakt in HR Blaauboer/Berlips. Het gaat om een
verbintenisrechtelijk recht als het gaan om een verbintenis tussen twee personen. Dit kan alleen door
die twee mensen worden ingeroepen. Een goederenrechtelijk recht is inroepbaar jegens iedereen.
Waar staat de definitie van goederen? Art. 3:1 BW. Waarom is het van belang om te weten of iets een
goed is? Het moet gaan om een zaak of vermogensrecht. Een zaak (3:2 BW) moet stoffelijk zijn en voor
menselijke beheersing vatbaar zijn. Hierbij zijn wel uitzonderingen, zoals elektriciteit. Een
vermogensrecht (3:6 BW) is bijvoorbeeld een vordering. Dit hoeft niet stoffelijk te zijn.
Als is vastgesteld dat iets een goed is, moet worden gekeken of het roerend of onroerend is (3:3 BW).
Om dit te bepalen moet je naar HR Portacabin kijken. Deze zaak gaat over een gebouw waartegen een
portacabin werd gebouwd. Vervolgens kwam de vraag of het een roerend of onroerend goed was.
Onroerende zaak was gunstig voor de bank en roerend was gunstig voor de fiscus. Onroerende
goederen zijn duurzaam met de grond verenigd. Wat is duurzaam? Hiervoor moet gekeken worden of
naar de aard en de inrichting bestemd is (bestemmingscriterium). Ook moet je kijken naar de bedoeling
van de bouwer. In het goederenrecht moet dit kenbaar zijn. Verkeersopvattingen helpen daarbij, maar
het is geen maatstaf. Voor de vereniging moet naar HR Woonark en HR Haverkranen worden gekeken.
In de werkgroep wordt dit beter uitgelegd.
In art. 3:4 BW staat dat meerdere zaken een nieuwe zaak kan worden, door verbondenheid. Dit is
zaakseenheid. Een boek is een zaak, niet papier, lijm en inkt. Hierbij is HR Dépex/curatoren een
hulpmiddel bij. Zijn batterijen een bestanddeel van een apparaat, als ze erbij geleverd zijn? Hier zijn
de meningen over verdeeld.
Voor registergoederen (3:10 BW) is overdracht en inschrijving in de openbare registers van belang.
Beperkte rechten (3:8 BW) worden onderverdeeld. Boek 5 zijn zakelijke rechten en boek 3 gaat over
vermogensrecht. De beperkte rechten uit boek 3 kunnen op alle goederen en de beperkte rechten van
boek 5 kunnen alleen op onroerende zaken gevestigd worden. deze worden nog later besproken in de
cursus.
Zaaksgevolg of afhankelijke rechten?
Er is een verschil tussen zaaksgevolg en afhankelijke rechten. Wat is een afhankelijk recht (3:7 BW)?
Het is een recht dat aan een ander recht zodanig verbonden is dat het niet zonder dat andere recht
kan bestaan. Zie een taart voor je. Voorbeeld: Er is een auto en er zit een vruchtgebruik op. de helft
van de taart gaat dan naar degene die vruchtgebruik heeft gegeven. Vruchtgebruik is geen afhankelijk
recht. Pand- en hypotheekrechten zijn wel afhankelijke rechten. Voorbeeld: er is een eigenaar van een
stuk grond die een hypotheekrecht vestigt voor de bank. Waarom vestig je een recht van hypotheek?
Voor zekerheid. Een afhankelijkheidsrecht is iets extra’s op het recht dat je al hebt. Bij
erfdienstbaarheid kan je zowel zaaksgevolg als afhankelijk recht laten zien. Erfdienstbaarheid is een
afhankelijk recht. Welk recht wordt er bezwaard? Het dienende erf. X mag over het erf van de ander.
Het dienende erf staat dus een deel van de genotsrechten af aan X. Dan is het zaaksgevolg. De eigenaar
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller carlijnspijkers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.03. You're not tied to anything after your purchase.