LOCOMOTORISCH STELSEL
Piëzo-elektrisch effect Wanneer er door veranderingen in het collagene netwerk en
grondsubstantie (door belasting) een verandering in elektrische
spanning wordt veroorzaakt.
Osteoclasten Zorgen voor botafbraak
Osteoblasten Zorgen voor botopbouw
Hydroxy-apatietkristallen De vorm waaronder calcium opgeslagen ligt in het bot
Calciëmie De concentratie van geïoniseerd calcium in het plasma
Vitamine D Zorgt voor opname van calcium uit de voeding
Calcitonine Zorgt voor de opslag van calcium in het bot
Parathormoon Zorgt voor onttrekken van calcium uit het bot en uit de voorurine
Glandula parathyroidea De bijschildklier; plaats van productie parathormoon.
Parathyroïdectomie Het verwijderen van de bijschildklieren.
Hyperparathyroïde Te hoge concentratie aan calcium in het bloed
Asfyxie Verstikking
Laryngospasmen Samentrekking van de spieren die de stembanden doen sluiten
Gewrichten Plaatsen waar 2 naburige beenderen of kraakbeenelementen met
elkaar in contact komen.
Kraakbeen Zorgt voor gelijkmatige verdeling van krachten, schokdemping en
veerkracht.
Synarthrosen Fibreuze gewrichten; hebben geen gewrichtsholte en worden aan
elkaar gehouden door dicht bindweefsel
Sutura Fibreus gewricht die een stevige verbinding is en geen beweging
toelaat
Syndesmose Fibreus gewricht die gedeeltelijke beweging toelaat, ze hebben
meer fibreus bindweefsel.
Kraakbeengewrichten Hebben geen gewrichtsholte, weinig beweging mogelijk
Symphysis pubis Schaambeenvoeg
Synoviale gewrichten
Synoviaal vocht Vocht in de gewrichtsspleet die zorgt voor smering en voeding van
het gewricht, een dialysaat uit de bloedvaten aangevuld met
hyaluronzuur en eiwitten
Fibreuze kapsels Gewrichtskapsels die versterkt zijn met collageenvezels
Ligament of gewrichtsband Een dikke laag collageenvezels in een fibreus kapsel
Synoviale membraan Maakt het synoviale vocht aan
Gewrichtsschijf of meniscus Kraakbeenachtige structuur vastgehecht aan het gewrichtskapsel
die in het gewricht zitten en zorgen voor meer stabiliteit.
Arthroscopie Onderzoek van een gewricht door een dunne flexibele
lichtgeleidende buis
Elastisch kraakbeen Komt voor in de epiglottis en oorschelp.
Fibrocartilago Kan sterke druk- en torsiekrachten opvangen
Oppervlakkige Reduceert wrijvingskrachten en absorbeert schuifkrachten
kraakbeenzone
Overgangszone Heeft geen specifieke functie
Diepe kraakbeenzone Absorbeert compressiekrachten
Gecalcifeerde Verbindt het gewrichtskraakbeen met het bot.
kraakbeenzone
Bursae of slijmvliezen Zakvormige elementen die tussen structuren ter hoogte van
, gewrichten liggen om wrijving tussen structuren op te heffen.
Peesscheden Buisvormige bursae die pezen omgeven op plaatsen waar
aanzienlijke wrijving kan voorkomen.
Reductie van een breuk De anatomische vormcorrectie
Gesloten reductie Wanneer de huid intact blijft en de vormcorrectie gebeurt adhv
manuele manipulatie
Open reductie Wanneer de vormcorrectie moet gebeuren met interne
fixatiemiddelen adhv een chirurgische ingreep.
Immobilisatie Het behouden van de vormcorrectie
Botremodellering Proces waarbij oud botweefsel vervangen wordt door nieuw bot thv
botremodelleringunits
Botremodelleringunits Sites waar osteoclasten gerekruteerd worden om gemineraliseerd
bot te resorberen.
Bone mineral density BMD De hoeveelheid gemineraliseerd bot
Botdensitometrie Methode om de botdensiteit/hoeveelheid bot te bepalen
Geoden Beenderige erosies
Biological DMARDS Monoclonale antistoffen die industrieel geproduceerd worden
Hyperuricemie Serum urinezuurconcentratie waarboven urinezuurkristallen zich
kunnen vormen.
Urinezuur Metaboliet van purinebasen
Spierweefsel Gespecialiseerd weefsel dat in staat is chemische energie om te
zetten in directe mechanische energie.
Contractie Het verkorten van de spierweefsels.
Relaxatie Het verlengen van de spierweefsels.
Conductie Spiercellen hebben de capaciteit om een zenuwinflux over de hele
spiercel te verspreiden.
Acetylcholine Verhoogt de permeabiliteit vd celmembraan voor Na+, hierdoor
wordt uiteindelijk Ca2+ vrijgesteld uit het ER en ontstaat er een
actiepotentiaal.
Motorische eenheid Geheel van spiercellen bezenuwd door 1 motorisch neuron
Summatie Veroorzaakt door het snel opvolgen van 2 gelijke stimuli, leidt tot
uiteindelijke spier die niet meer relaxeert tussen stimuli
Tetanus of tetanotonus Spierschokken fuseren tot een aangehouden spiercontractie
Spiertonus Het in rust vertonen van een zekere graad van contractie door de
skeletspieren
Isotone contractie Verandering lengte spier + verschuiving van de last + schuiven
dunne filamenten
Isometrische contractie Geen verandering lengte spier + wel opbouwen spierspanning +
geen schuiven dunne filamenten
Anaerobe drempel Het punt waarop het spiermetabolisme overschakelt naar anaerobe
glycolyse, als deze overschreden wordt zal rap spiervermoeidheid
optreden
Spiervermoeidheid Spier kan niet meer contraheren door een tekort aan ATP,
opstapeling melkzuur en verstoring ionenbalans
Contracturen/spierspasmen Continue samentrekking van de spier door spiervermoeidheid
Zuurstofschuld Extra hoeveelheid zuurstof die door het organisme opgenomen
moet worden, alle anaerobe bronnen van ATP gebruikt tijdens
spierspanning dragen bij tot deze schuld
DERMATOLOGIE:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lkfjqosidfj. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.