100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Macro Economie $8.25   Add to cart

Summary

Samenvatting Macro Economie

 11 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Deel macro: zelfstudie. Micro werd in de les gezien, macro was zelfstudie. Dit is alle informatie en mogelijke examenvragen van de leerstof van zelfstudie. Ook de vragen en antwoorden van het effect van corona.

Preview 3 out of 22  pages

  • January 14, 2022
  • 22
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Economie (macro)

1. Welvaart en conjunctuur doorheen de tijd en ruimte
1.BBP (Bruto binnenlands product)

= de totale waarde van alle finale goederen en diensten geproduceerd in een land of regio
gedurende een bepaalde tijdsperiode (meestal een jaar). BBP wordt uitgedrukt in een valuta
(bv. euro’s of dollars).

 BBP is de meest gebruikte maatstaf van de economische activiteit van een land.
 Berekening BBP: BPP= P x Q
 het BBP meten / berekenen -> 3 manieren
- Productie
-> marktwaarde alle finale goedere
- Inkomen
-> som alle inkomens
- Bestedingen: Binnenlandse vraag = C + G + I + E – Z
C = particuliere consumptie (van gezinnen)
G = overheidsconsumptie
I = investeringen
E – Z = netto export -> Export – Import (goederen en diensten)

2.BBP per capita

= staat voor het BBP per hoofd van de bevolking, ofwel het BBP per geregistreerde inwoner
van een land. (BBP tegen lopende prijzen gedeeld door het aantal inwoners)

 kan een vertekend beeld geven van werkelijke koopkrachtverhoudingen
vb : rijk land = 1 euro weinig, arm land = 1 euro veel

3.BBP in (per capita volgens) koopkrachtpariteit

= een manier om de koopkracht tussen twee landen correct te vergelijken.

4.Tekortkomingen van BBP als maatstaf voor welvaart =

 De illegaliteit ‘zwarte economie’ van bv drugshandel, en ook ruilhandel worden niet in
het BBP opgenomen
 kwaliteitsverbeteringen (VB computers) worden niet weergegeven
 ‘slechte’ gebeurtenissen zoals een ongeval waardoor er een reparatie (stijging
welvaart) nodig is, is eigenlijk geen welvaart

5.Nominaal BBP

= BBP tegen lopende, veranderende prijzen

,6.Reëel BBP

= BBP tegen constante prijzen. Dit betekent dat het BBP altijd wordt vergeleken met 1
basisjaar en men zich vast houdt aan de prijzen van dat jaar. Het correctst.

 Via het reële BBP kan men beter nagaan of het volume gewijzigd is omdat men de
prijs elk jaar constant houdt -> men kan dus met het reële BBP het best meten of er
meer of minder economische activiteit is.

7.BNP (Bruto nationaal product)

= de totale waarde van alle finale goederen en diensten op de markt geproduceerd door de
staatsburgers van een bepaald land gedurende een bepaalde tijdsperiode (meestal een
jaar).

(veelgebruikte maatstaf voor de grootte van een economie aan te duiden,
marktwaarde van alle goederen en diensten die er op 1 jaar tijd worden
geproduceerd)

• Economische groei

= is een toename van economische activiteit vergeleken met een eerder meetpunt. (het
jaarlijkse veranderingspercentage van het reële BBP)

• Koopkracht

= geeft aan hoeveel producten (goederen en diensten) mensen kunnen kopen

• Conjunctuurcyclus en de verschillende fases =

Conjunctuurcyclus = de op- en neergaande beweging van de economie binnen een
periode van vijf tot tien jaar.

Hoogconjunctuur = de opgaande fase in de conjunctuurbeweging (golfbeweging) van de
vrijemarkteconomie. Deze kenmerkt zich door een grote, economische bedrijvigheid, een
geringe werkloosheid en een krachtige bestedingsneiging onder de consumenten.

Laagconjunctuur = de neergaande fase in de vrijemarkteconomie van de
conjunctuurbeweging. Deze kenmerkt zich door een hoge werkloosheid, een geringe
economische bedrijvigheid en een voorzichtige bestedingsneiging onder de consumenten.
Het tegenovergestelde is de hoogconjunctuur.

 Recessie = de economische groei bereikt zijn piek met een hausse en vlakt af,
bedrijven ervaren een plotselinge afname van het aantal orders,…
(In de conjunctuurbeweging van een economie is de recessie onderdeel van een
laagconjunctuur). Recessie = inkrimping (daling) reële BBP, wanneer deze negatieve
groei minstens 2 kwartalen aanhoudt
 Crisis = de economie krimp, productie en economische groei nemen af. In een later
stadium vallen er ontslagen. Dit wordt ook wel een baisse genoemd. Men spreekt van
een economische crisis wanneer de conjunctuur verandert van een hoog- in een
laagconjunctuur.

, • Conjunctuur of fluctuatie = de verandering van het groeipercentage van de economie
of de productie op de korte termijn.

• Conjunctuurenquêtes = leveren waardevolle informatie over het huidige economisch
klimaat en worden gebruikt als een barometer voor de toekomstige economische activiteit,
op Europees niveau zijn er gelijkaardige conjunctuurenquêtes.

Consumenten = synthetische indicator gebaseerd op vier vragen uit de maandelijkse
consumentenenquête uitgevoerd door de Nationale Bank van België (NBB).

Producentenvertrouwen = een indicator waarmee de stemming van ondernemers in de
industriële productie wordt gevisualiseerd doormiddel van een indexcijfer dat tot stand is
gekomen door een onderzoek van het CBS over de oordelen en verwachtingen van
ondernemers in de industrie.

• Welvaart = de mate waarin behoeften met de beschikbare middelen kunnen worden
bevredigd. Het is een kwalitatieve maatstaf.

• Human Development Index (HDI) = de index van de menselijke ontwikkeling

en zoek de ranking van België, Eurozone, Verenigde Staten en het land dat op 1 staat

Noorwegen 0.954 -> 1ste plaats
België 0.919 -> 17de plaats
Eurozone
Verenigde Staten 0.920 -> 16de plaats


• Overheidsschuld als percentage van BBP = omvat het totaal van de schulden van de
centrale overheid, de niet-centrale overheden (provincies, waterschappen, gemeenten) en
de wettelijke sociale verzekeringsinstellingen.

• De Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG's -Sustainable Development
Goals) = zijn de doelstellingen die de wereld zich stelt richting 2030 om aan duurzame
ontwikkeling te werken. Post – growth beweging =

• Economische kringloop = een schematisch model
van de werking van de economie als systeem. Deze

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller driessenbo. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

81989 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.25  1x  sold
  • (0)
  Add to cart