100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
STAATSRECHT - UITGEBREIDE samenvatting per LEERDOEL inclusief ARRESTEN! $16.87   Add to cart

Summary

STAATSRECHT - UITGEBREIDE samenvatting per LEERDOEL inclusief ARRESTEN!

 35 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een uitgebreide samenvatting waarbij alle relevante literatuur en verplichte arresten uitgebreid aan bod komen. Het is per onderwerp ingedeeld en alles is duidelijk uitgelegd, waarbij de arresten concreet zijn opgenomen. Aangezien ik het een lastig boek vond, heb ik juist op de samenvatting erg mij...

[Show more]

Preview 4 out of 63  pages

  • No
  • Verplichte hoofdstukken per leerdoel
  • January 14, 2022
  • 63
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
STAATSRECHT

Onderwijsgroep 2 – Ministeriële regelingen

Literatuur:

 Hoofdstuk 23, 24, 25, 29 en 34
 Aanvullende literatuur
 HR 28 maart 2003 (Mink, K.)

LITERATUUR

Hoofdstuk 23: De regering, het koningschap

De invoering van de ministeriële verantwoordelijkheid brengt met zich mee dat de
verantwoordelijkheid voor gedragingen van de koning verplaatst van de koning naar de ministers.

Regeringsdaden komen tot stand door regering en koning, maar hoe overeenstemming wordt
bereikt, is niet voor het publiek openbaar. Alleen de regering treedt naar buiten toe, artikel 42 lid 1
Grondwet. Hoewel de invloed van de koning afnam, bleef de terminologie in wetgeving wel in
stand. Dit is bij de herziening in 1983 verminderd.

Het koningschap is een afleider voor politieke ambtsdragers om te herinneren dat zij in dienst
werken voor de koning. Dit voorkomt dat de politieke ambtsdragers zich op zichzelf en hun
politieke boodschap concentreren. Door een politiek-neutrale koning ontstaat er een werkzaam
evenwicht tussen het belang van een staatskundige eenheid en de democratische noodzaak van
politieke verscheidenheid.

De rol van het koningschap is gewijzigd. De functie van de Koning is er niet meer op gericht om de
Staat als politieke onderneming te leiden, maar om de wederzijdse achting en genegenheid onder
dat volk te bevorderen.

Artikel 25 Grondwet beschrijft de huidige regeling met betrekking tot de troonopvolging. Het
koningschap gaat over op de wettige nakomelingen van de laatstoverleden koning, waarbij het
oudste kind voorrang heeft. Indien de vrouw van de Koning zwanger is als hij overlijdt, wordt het
kind reeds als erfopvolger aangemerkt.

De Koning dient toestemming te vragen voor het huwen. Doet hij dit niet, dan doet hij automatisch
afstand van de troon. Kinderen die uit dit huwelijk geboren worden, komen niet in aanmerking voor
troonopvolging. De Staten-Generaal (Eerste en Tweede Kamer) oordeelt over de toestemming voor
het huwen.

Artikel 29 Grondwet ziet op de situatie waarin een troonopvolger ongeschikt zou zijn om de troon
te betreden (bijvoorbeeld een psychische of lichamelijke handicap). De Staten-Generaal kan dan
met twee derde meerderheid de desbetreffende persoon uitsluiten voor erfopvolging.

Wanneer er geen zicht is op een troonopvolger, kan de Koning een voorstel indienen voor de
benoeming van een Koning (artikel 30 lid 1 Grondwet). De Eerste en Tweede Kamer worden

,ontbonden en opnieuw herkozen, waarna met twee derde van de stemmen de benoeming kan
plaatsvinden.

Als er geen troonopvolger is als de Koning doodgaat of als de Koning geen Koning meer wil zijn,
dan komen er verkiezingen voor de Eerste en Tweede Kamer. De nieuwe Eerste en Tweede Kamer
vergaderen binnen vier maanden samen over de benoeming van een nieuwe Koning. Daarna
stemmen ze over de benoeming. Zij kunnen de troonopvolger alleen benoemen als twee derde van
het aantal stemmen of meer voor de wet is (artikel 30 lid 2 Grondwet).

Continuïteitsbeginsel: troonopvolging ontstaat direct na het overlijden of afstand doen van de
troon.

De persoonlijke rechten van de Koning

De Koning heeft een aantal persoonlijke rechten waaronder de koninklijke onschendbaarheid. Geen
ander orgaan in de Staat kan dwingend gezag over de Koning uitoefenen. De onschendbaarheid
houdt in dat de Koning boven alle kritiek wordt geplaatst op het regeringsbeleid, en dat de
ministers voor dit beleid ter verantwoording worden geroepen.

Ministeriële verantwoordelijkheid

De invulling van de ministeriële verantwoordelijkheid verschilt per kabinet. Drees en Oud stelde
destijds dat er ministeriële verantwoordelijkheid bestaat voor alle leden van het koninklijk huis,
maar in verschillende mate. Hoe verder een lid van het staatshoofd is verwijderd, hoe minder het
openbaar belang in het geding kan komen.

Deze invulling is later onderuit gehaald. Deze opvatting is namelijk onjuist: niet de afstand tot het
staatshoofd, maar de concrete gedraging van het lid in relatie tot het openbaar belang bepaalt de
intensiteit van de ministeriële verantwoordelijkheid. Ook is van belang of de leden koninklijke
functies uitoefenen: de broer van de Koning kan bijvoorbeeld meer koninklijke functies beoefenen
dan zijn dochter en staat verder van hem af. Toch is de ministeriële verantwoordelijkheid hier voor
de broer dan groter.

Beperking van de ministeriële verantwoordelijkheid

Bij de totstandkoming van de nieuwe wet in 2002 erkende de regering dat er voor leden van de
koninklijke familie die wel erfopvolger zijn, maar niet tot het koninklijk huis behoren, een
ministeriële verantwoordelijkheid bestaat voor bijvoorbeeld het indienen van een toestemmingswet
bij een huwelijk. Voor het overige is die verantwoordelijkheid voor de koninklijke familie (die geen
lid zijn van het koninklijk huis) er niet. Voor het bepalen van de ministeriële verantwoordelijk is
belangrijk wie er lid is van het koninklijk huis (artikel 39 Grondwet).

Hoofdstuk 24: De regering, de ministers

De ministeriële verantwoordelijkheid

Met de invoering van de ministeriële verantwoordelijkheid was er altijd een doelwit. Op grond van
de inlichtingenplicht is de minister ook verplicht om te antwoorden. Hierdoor werd de ministeriële
verantwoordelijkheid een sleutel tot een sterkere parlementaire controle. De ministers moeten op

,basis van deze plicht het parlement tekst en uitleg geven over het regeringsbeleid, artikel 42 lid 2
Grondwet.

Ministers, ministeries e.d.

De minister-president en andere ministers worden bij koninklijk besluit (= een besluit van de
regering) benoemd en ontslagen, artikel 43 Grondwet. Ministeries worden tevens ingesteld middels
een koninklijk besluit en staan onder leiding van een minister, artikel 44 Grondwet.

Een minister treedt niet alleen op als hoofd van een ministerie; hij is ook lid van het kabinet dat
gezamenlijk leiding geeft aan de kluwen van de ministeries. In de ministerraad komen alle
onderwerpen aan bod die op lager niveau niet opgelost zijn. Hierbij speelt de ministeriële
verantwoordelijkheid weer een rol: de minister is voor zijn eigen handelen verantwoordelijk maar
ook die door zijn ambtenaren.

Je hebt ook ministers die wel in de ministerraad zitten, maar geen ministerie onder zich hebben
(minister zonder portefeuille), artikel 44 lid 2 Grondwet. Zo bestaan er dus ook ministers met
portefeuille, maar ook ministers van staat. Dit is voornamelijk een eretitel die wordt toegekend aan
staatslieden die doorgaans al buiten de dagelijkse politiek staan. Zij vervullen geen politieke functie
meer.

Staatsecretarissen

Een staatssecretaris staat de minister bij met de politieke verantwoordelijkheid en een deel van de
arbeid kunnen ontlasten, artikel 46 Grondwet. Het is wel de bedoeling dat de minister de baas
blijft. De staatssecretaris zal alleen als minister optreden wanneer de minister dat nodig acht.
Staatssecretaris zijn geen lid van de ministerraad, maar kunnen wel met raadgevende stem
deelnemen aan de raad.

Met betrekking tot de staatsecretaris wordt aangenomen dat hij een eigen verantwoordelijkheid
heeft jegens het parlement maar wel handelt voor de minister. Het moet zo worden opgevat dat de
minister zich niet achter de staatsecretaris kan verschuilen en andersom. Dus: intern (binnen het
ministerie) bestaat er een hiërarchie tussen minister en secretaris, extern (jegens het parlement)
hebben ze allebei een eigen politieke verantwoordelijkheid.

Ministerraad, kabinetsformatie, minister-president

Procedure kabinetsformatie: de Koning hoort een aantal raadslieden waarna een informateur wordt
benoemd en daarna een formateur. Deze ontwerpt een concept-regeerakkoord waar de
meerderheid mee moet instemmen. Vervolgens worden de portefeuilles verdeeld. Tegenwoordig
doet de Koning dit niet meer, maar de Staten-Generaal.

Met betrekking tot de benoeming van de minister-president is dit ook makkelijker geworden: indien
de kandidaat bij de tweede kamerstemmingen een meerderheid zou behalen, zal aan hem de
kabinetsformatie worden opgedragen. Als dit niet behaald werd, moest de oude procedure gevolgd
worden (onderhandelingen tussen fractieleiders met een (in)formateur als bemiddelaar). Dit is
uiteindelijk niet meer opgevolgd.

, De minister-president wordt tegenwoordig bij Koninklijk Besluit benoemd. Daar is een
kabinetsformatie aan voorafgegaan. Tijdens deze kabinetsformatie wordt een coalitie van partijen
in de Tweede Kamer gevormd die bereid zijn samen te werken in een kabinet. Als daarover
overeenstemming is bereikt, wordt een regeerakkoord gesloten. De formateur (dit is meestal de
toekomstige minister-president) zoekt dan ministers voor de ministeries.

Artikel 45 lid 2 Grondwet legt de voornaamste functie van de minister-president vast: hij is de
voorzitter van de ministerraad.

Hoofdstuk 25: De Staten-Generaal

Het tweekamerstelsel

Onze Staten-Generaal zijn verdeeld in twee kamers, artikel 51 Grondwet. De Eerste Kamer werd
vroeger overbodig geacht, maar is steeds meer gewaardeerd. Het behoedt voor overhaaste
beslissingen die worden genomen in de Tweede Kamer.

Samenstelling Tweede Kamer

In 1896 bestond het kiesstelsel uit 100 aparte districten, waarbij er bij elk district één Kamerlid
werd gekozen. Tegen dit stelsel was veel bezwaar. Het voornamelijkste bezwaar van dit stelsel was
dat partijen hun stem verloren zagen gaan indien niet hun stem gewonnen had. Uiteindelijk is het
stelsel hierop gefaald en zijn we naar een stelsel van evenredige vertegenwoordiging gegaan: het
aantal door een partij te bezetten zetels is evenredig aan de uitgebrachte stemmen.

Het voordeel van dit systeem is dat bijna alle stemmen meetellen. De stemmen worden namelijk
volgens een systeem omgezet in zetels.

Samenstelling Eerste Kamer

De Eerste Kamer is een deel van de vertegenwoordiging en heeft met name een rol op wetgevend
gebied. Over een wetsvoorstel moet ook door de Eerste Kamer worden gestemd. De Eerste
Kamerleden worden gekozen door de Provinciale Staten. De Provinciale Staten worden wel
rechtstreeks gekozen (getrapte verkiezingen). De Eerste Kamer moet de wetsvoorstellen
accepteren, maar kan deze niet meer wijzigen. De Tweede Kamer kan dit wel. De Eerste
Kamerleden worden eens in de vier jaar gekozen.

Hoofdstuk 29: Het verband tussen organen en functies

Een belangrijke ongeschreven regel van het staatsrecht is de vertrouwensregel. Deze regel houdt
in dat een minister moet vertrekken wanneer de meerderheid van de Tweede Kamer heeft laten
blijken dat ze geen vertrouwen meer in diegene hebben. De vertrouwensregel is de uiterste sanctie
van de ministeriële verantwoordelijkheid. Indien het vertrouwen weg is in de betreffende minister,
kan de verantwoordelijkheid niet worden gehandhaafd. Dit is dus niet per se het geval wanneer de
minister een fout heeft gemaakt, maar als het parlement heeft gezegd dat zij het vertrouwen niet
meer hebben.

Een kabinet of minister behoudt het vertrouwen totdat het tegendeel bewezen is. Dit kan
bijvoorbeeld door het aannemen van een motie van wantrouwen. Het kabinet of de minister kan

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rianne_vveen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $16.87. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66475 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$16.87  2x  sold
  • (0)
  Add to cart